Partij van de Arbeid


Persbericht


Den Haag, 3 maart 2004


Reactie PvdA op adviezen van de ACVZ en de commissie Franssen inzake de inburgeringeisen


De PvdA blijft positief over het idee om, teneinde de integratie van nieuwkomers beter en sneller te laten verlopen, de inburgering al in het land van herkomst te laten beginnen. Dat is ook en vooral in het belang van de nieuwkomer zelf. Het kabinet is voornemens om een verplichte toets basisniveau Nederlands en basiskennis van de Nederlandse samenleving in te voeren per 1 januari 2005. Die verplichting als voorwaarde vooraf blijkt nu, op basis van de twee vandaag verschenen adviezen, zeer moeilijk juridisch en praktisch uitvoerbaar.


Het advies van de ACVZ maakt duidelijk dat het juridisch mogelijk is eisen vóóraf te stellen aan huwelijksmigranten, indien de migranten ook in staat worden gesteld aan de eisen te voldoen. Het examen moet in redelijkheid haalbaar zijn. De inburgeringseisen mogen niet a-priori mensen uitsluiten. De Nederlandse overheid moet dus in alle landen van de wereld lespakketten aanbieden en een fraudebestendige exameninfrastructuur gaan opzetten. De commissie Franssen laat zien dat dat vergaande consequenties heeft voor de uitvoerbaarheid en de betaalbaarheid van de verplichte basistoets in het land van herkomst.


De PvdA vindt het nog altijd van groot belang dat migranten die de vrije keuze maken naar Nederland te komen zich zo goed mogelijk voorbereiden op hun komst naar Nederland; voor asielzoekers, die deze vrije keus niet hebben, ligt dat uiteraard anders. Voor alle anderen geldt dat een begin maken met Nederlands en een oriëntatie op onze samenleving in het thuisland onmisbaar is. Wanneer dit wordt gekoppeld aan een verplicht examen als voorwaarde vooraf, heeft dit, zoals de rapporten laten zien, echter grote (ook financiële) consequenties.


In het licht van de uitgebrachte adviezen lijkt het de PvdA verstandig als het kabinet nu zo snel mogelijk een kosten-baten- en een uitvoeringstoets laat maken, zodat voorkomen wordt dat het inburgeringsbeleid verwordt tot een onbetaalbaar en bureaucratisch gedrocht. Wij gaan er daarbij van uit dat, juist waar overhaaste invoering in het licht van de uitgebrachte adviezen enorme financiële en bureaucratische consequenties kan hebben, invoering per 1 januari 2005 waarschijnlijk onhaalbaar is geworden. Wij willen geen bureaucratische Titanic van stapel laten lopen.


De PvdA draagt al enige tijd het standpunt uit dat voor een snelle integratie in Nederland het verwerven van een minimaal opleidingsniveau in het land van herkomst (zoals alfabetisering in de eigen taal) door de migrant zeer wenselijk is; het verhoogt immers de kans op een snelle integratie van de migrant. Wellicht dat dit alternatief niet stuit op de juridische en praktische complicaties, zoals die nu aan het licht zijn gekomen bij de door het kabinet voorgenomen inburgeringsvereisten. De PvdA wil dat het kabinet dit alternatief dan ook onderzoekt.


Ten slotte is duidelijk dat de echte verbetering van de inburgering in Nederland gezocht moet worden. Er moet dus veel meer maatwerk komen, er moet een resultaatstoets komen, er moet een aansluiting op verdere scholing of de arbeidsmarkt komen, etc. In de kabinetsvoorstellen tot nu toe zijn bezuinigingen dominant. Stoere woorden zijn hier in flagrante tegenspraak met uitblijvende daden.




Partij van de Arbeid