Standpunt overheid SPAM
Begin deze maand heeft de minister van Economische Zaken duidelijkheid
verschaft over het overheidsstandpunt met betrekking tot spam, ofwel
de ongevraagde reclame per e-mail. Met de e-Privacyrichtlijn startte
Europa enkele jaren geleden een offensief tegen deze vorm van direct
marketing. Lidstaten kregen anderhalf jaar de tijd om zich de
richtlijn eigen te maken. De richtlijn gaat in beginsel uit van een
opt-in systeem, maar laat onder voorwaarden ruimte voor ongevraagde
e-mails. Opt-in houdt in dat het bedrijven en instellingen is verboden
om ongevraagde reclameboodschappen te zenden, tenzij de geadresseerde
daarvoor voorafgaand toestemming heeft gegeven. De belangrijkste
voorwaarde die de richtlijn stelt, om zonder de genoemde voorafgaande
toestemming per e-mail reclame te zenden, is dat de geadresseerde een
bestaande klant van de verzender is. In Nederland zal de richtlijn
worden ingevoerd door aanpassing van de Telecommunicatiewet en het
Burgerlijk Wetboek. Hierin zal de beperkte vorm van opt-out (het
toelaten van het verzenden van ongewenste reclame totdat de
geadresseerde aangeeft er geen prijs op te stellen) een plaats
krijgen. Daarmee is in wezen een systeem van Soft Opt-in
geïntroduceerd. Andere voorwaarden voor het verzenden van ongevraagde
reclame zijn, dat de contactgegevens slechts mogen worden gebruikt
voor het aan de man brengen van de eigen producten of diensten, dat
het moet gaan om reclame voor gelijkaardige producten of diensten die
de verzender reeds heeft verkocht aan de klant en dat de klant bij elk
e-mailbericht de gelegenheid krijgt zich te verzetten tegen het
gebruik van zijn e-mailadres. Conform de richtlijn mag direct
marketing per e-mail niet anoniem zijn. De identiteit van de verzender
moet te allen tijde bekend zijn. Voor Nederland betekent deze vorm van
implementatie van de richtlijn een behoorlijke verandering. Immers,
voorheen werd min of meer uitgegaan van een opt-out-situatie.
Lange tijd was het onduidelijk aan welk beleid de overheid de voorkeur
zou geven, maar nu is er een helder en principieel onderscheid gemaakt
tussen enerzijds de overwegend uit het buitenland afkomstige en door
weinigen gewenste bulkmail en anderzijds de gewenste direct marketing
e-mail van reguliere Nederlandse bedrijven, waarmee al een relatie
bestaat.
De minister heeft aangekondigd actief voorlichting te gaan geven aan
het bedrijfsleven over de regels voor het verzenden van commerciële
e-mail. De DDMA (Dutch Dialogue Marketing Association), de opvolger
van de DMSA, is zeer ingenomen met de beleidsvisie op e-mailreclame
van het ministerie van Economische Zaken.
De OPTA, de toezichthouder op de telecommunicatiesector, is belast met
het toezicht op de nieuwe regels. De OPTA kan bestuurlijke boetes
opleggen met een maximum van 450.000 euro.
Nederlands Uitgeversverbond