Persbericht
Uitleg van minister Verdonk beleid terugkeer uitgeprocedeerde
asielzoekers
2 maart 2004
Vorige week werd in de internationale pers uitvoerig aandacht besteed
aan de nieuwe terugkeerplannen voor uitgeprocedeerde asielzoekers in
Nederland. De teneur van de berichtgeving was dat Nederland zijn
tolerantie zou verliezen. De BBC sprak zelfs van 'de grootste
massadeportatie sinds de Tweede Wereldoorlog'. Voor een correcte
beeldvorming is het daarom zinvol het beleid ten aanzien van
asielzoekers en degenen die uitgeprocedeerd raken nog eens kort toe te
lichten, opdat de nieuwe plannen wellicht minder 'intolerant' blijken
te zijn dan gedacht.
Voorop staat dat iedereen asiel kan aanvragen in Nederland. Centraal
staat de vraag of iemand bescherming nodig heeft tegen de autoriteiten
in zijn land van herkomst. Is er bescherming nodig, dan krijgt
betrokkene een verblijfsstatus en opvang. Is bescherming echter niet
nodig, dan betekent dit dat betrokkene geen gevaar heeft te duchten in
zijn land van herkomst en daar naartoe terug kan keren.
Tegen de beslissing van de immigratiedienst kan de asielzoeker
rechtsmiddelen aanwenden bij de rechtbank. De beslissing van de
immigratiedienst wordt dus getoetst door de rechter. Mocht ook de
rechter in laatste instantie tot de conclusie komen dat iemand geen
bescherming in Nederland nodig heeft, dan is men in beginsel
uitgeprocedeerd. Het is dus niet zo dat, zoals Human Rights Watch
vorige week beweerde, afgewezen asielzoekers terug worden gestuurd
naar voor hen onveilige gebieden. Dit is namelijk in strijd met
artikel 3 EVRM en is dus ook niet aan de orde.
Het Nederlandse parlement heeft vorige week ingestemd met plannen om
ten aanzien van asielzoekers die onder de oude vreemdelingenwet (voor
april 2001) hun asielaanvraag hebben ingediend (zo'n 26.000 personen)
gedurende drie jaar een extra inspanning te leveren om hen terug te
laten keren als ze uitgeprocedeerd raken. Te beginnen met zo'n 3.000
afgewezen asielzoekers. De overigen zitten nog in procedure en daarvan
moet worden afgewacht of men een verblijfsstatus krijgt, danwel
afgewezen wordt bij de rechter. Na de definitieve negatieve beslissing
van de rechter worden ze gedurende acht weken begeleid door een team
van immigratie-deskundigen bij hun terugkeer. Wil iemand terugkeren,
dan kan de overheid daarbij helpen. Vliegtickets worden betaald en er
wordt een bepaald bedrag verstrekt om de eerste maanden in het land
van herkomst weer een bestaan op te bouwen. Als men nog niet
terugkeert, volgt overplaatsing naar een vertrekcentrum, waar wederom
acht weken lang intensief en per individu wordt gewerkt aan het
vertrek.
Mocht blijken dat iemand in bovenstaande periode van twee keer acht
weken objectief kan aantonen dat hij niet terug kan, dan krijgt
betrokkene alsnog een verblijfsvergunning. Degenen die echter wel
terug kunnen maar niet terug willen, kunnen na het bovenstaande
terugkeertraject in vreemdelingendetentie worden geplaatst. Terugkeer
staat of valt namelijk vaak met de medewerking van betrokkene aan zijn
terugkeer. Pas wanneer betrokkene zelf na dit hele terugkeertraject
niet wil terugkeren en de overheid hem daardoor niet kan uitzetten,
komt hij uiteindelijk als illegaal op staat te staan. Niet omdat dat
zo moet van de overheid, maar omdat men er zelf voor kiest niet terug
te willen keren naar het land van herkomst.
Nederland blijft een land dat altijd openstaat voor en opvang biedt
aan echte vluchtelingen die bescherming nodig hebben. Met intolerantie
hebben deze nieuwe plannen dan ook niets te maken, wel met de wens om
afgewezen asielzoekers die terug kunnen daadwerkelijk terug te laten
keren naar hun land van herkomst en op die manier te voorkomen dat men
als illegaal in Nederland op straat komt te staan. Bij een
rechtvaardig asielbeleid hoort een effectief terugkeerbeleid!
M.C.F. Verdonk, Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie
Minister Verdonk explains return of failed asylum seekers
Ministerie van Justitie