Persbericht
Minister Donner: vrouwenbesnijdenis vervolgen
3 maart 2004
Nederlanders of Nederlandse ingezetenen die in het buitenland
vrouwenbesnijdenis laten uitvoeren, kunnen in de toekomst in Nederland
worden vervolgd. Minister Donner wil voorkomen dat ouders die hun
dochter in het buitenland laten besnijden hun straf ontlopen, door het
vereiste van dubbele strafbaarheid voor dit delict te laten vervallen.
In Nederland is vrouwenbesnijdenis verboden, maar in een aantal landen
niet.
De bewindsman schrijft dit in een notitie aan het parlement waarin hij
ingaat op ontwikkelingen die zich zowel nationaal als internationaal
voordoen met betrekking tot het vereiste van dubbele strafbaarheid. De
notitie komt tegemoet aan een eerdere toezegging aan de Tweede Kamer
die door de vorige minister van Justitie was gedaan tijdens het debat
over een partiële wijziging van de zedelijkheidswetgeving.
Het vereiste van dubbele strafbaarheid zorgt ervoor dat Nederlanders
voor een in het buitenland gepleegd misdrijf alleen in Nederland
kunnen worden vervolgd als dat feit ook in het land waar het gepleegd
is, strafbaar is. Omdat vrouwenbesnijdenis in Nederland wel, maar
bijvoorbeeld in Soedan en Somalië niet strafbaar is, kunnen ouders die
hun dochter naar die landen meenemen om haar daar te laten besnijden,
op dit moment niet in Nederland worden vervolgd. Door het vereiste van
dubbele strafbaarheid voor dit delict te laten vervallen, kunnen zij
wel in Nederland worden vervolgd. Vrouwenbesnijdenis is een
ontoelaatbare aantasting van de lichamelijke integriteit van
minderjarigen. Veel landen delen dit standpunt. Het is een schending
van een fundamenteel recht. Daarom is volgens minister Donner
strafrechtelijk optreden tegen Nederlanders die zich hieraan schuldig
maken gerechtvaardigd. Normen die de menselijke waardigheid beschermen
moeten worden nageleefd, niet alleen in Nederland maar ook daarbuiten.
Nederland heeft al eerder voor specifieke delicten het vereiste van
dubbele strafbaarheid geschrapt. Dit gebeurde voor zedendelicten met
kinderen. De bedoeling was een bijdrage te leveren aan de bestrijding
van sekstoerisme. De wetgever gaf daarmee een krachtig signaal af
tegen misbruik van kinderen waar ook ter wereld gepleegd door
Nederlanders of ingezetenen. Afkeer van seksueel misbruik van kinderen
is zo universeel dat vervolging gerechtvaardigd is ook al zou het in
landen niet strafbaar zijn.
Het vereiste van dubbele strafbaarheid geldt niet alleen ten aanzien
van de vraag wanneer een Nederlander in Nederland kan worden vervolgd
voor een door hem in het buitenland gepleegd feit. Het geldt ook op
het terrein van de internationale strafrechtelijke samenwerking, als
voorwaarde voor het verlenen van verschillende vormen van rechtshulp.
Het vereiste houdt in dat Nederland bij het verlenen van bepaalde
vormen van rechtshulp aan het buitenland moet nagaan of het feit
waarvoor de rechtshulp wordt gevraagd ook naar Nederlands recht
strafbaar is. Geldt het vereiste en ontbreekt strafbaarstelling in
Nederland dan kan de rechtshulp worden geweigerd.
De notitie van Minister Donner gaat ook hierop in. In lijn met de
ontwikkelingen die zich binnen de Europese Unie voordoen op het
terrein van strafrechtelijke samenwerking, wordt voorgesteld niet
langer vast te houden aan dit vereiste voor zover het de
strafrechtelijke samenwerking tussen de lidstaten betreft, onder de
volgende twee voorwaarden. De eerste is dat Nederland de samenwerking
moet kunnen weigeren indien deze betrekking heeft op een feit dat op
Nederlands grondgebied is gepleegd. Verder zou Nederland niet
verplicht zijn tot samenwerking indien deze betrekking heeft op een
feit dat in Nederland niet strafbaar is omdat Nederland de
strafbaarstelling daarvan in strijd acht met fundamentele rechten.
Ministerie van Justitie