Gemeente Den Helder

04-03-2004 Lelijk is geen argument: de wederopbouw in Den Helder

Al ruim een halve eeuw geleden eindigde de Tweede Wereldoorlog. Na deze oorlog, tijdens de zogenaamde wederopbouw, verrezen veel nieuwe gebouwen. Deze gebouwen bereiken langzamerhand de leeftijd van vijftig jaar, de wetmatige grens om voor bescherming van rijkswege in aanmerking te komen. De Monumentencommissie werkt aan een inventarisatie van wat er na de oorlog in Den Helder is gebouwd en onderzoekt of de bouwwerken uit de wederopbouwperiode bijzondere kwaliteiten kennen die (nog) niet op waarde zijn geschat.

Wat is wederopbouw?
Volgens de definitie van de Rijksdienst voor de monumentenzorg (RDMZ) is wederopbouw het resultaat van (steden)bouwkunst en landinrichting uit de periode 1940 1965. Het gaat om het feitelijke herstel van de oorlogsschade en het herstel van de algemene bouwproductie. Dit laatste gebeurde in samenhang met de stads en dorpsuitbreidingen (vroeg naoorlogse wijken), de aanleg van haven en industriegebieden, infrastructurele werken, de herinrichting van het landelijk gebied en de wederopbouw van boerderijen. Ook de interieurs en de toegepaste kunst in en aan architectuur uit de periode 1940 1965 horen daarbij.

04-03-2004
Den Helder na de oorlog
Samen met Velsen is Den Helder de belangrijkste wederopbouwgemeente in Noord Holland. De oorlogsschade in Den Helder was groot: twintig procent van het woningbestand was verwoest of zwaar beschadigd. Bovendien moest er opeens in een razend tempo gebouwd worden toen in mei 1947 besloten werd dat de marine versterkt in Den Helder zou terugkomen. "Oud Den Helder" is een typisch voorbeeld van een wederopbouwwijk. Ook Nieuw Den Helder, de flatgebouwen daar en de stedenbouwkundige inrichting, geeft een duidelijk beeld van hoe er werd gebouwd en geleefd in de wederopbouwperiode.

Andere architectuur
De architectuur en stedenbouw uit de periode van de wederopbouw is anders dan die uit de periode van voor de Tweede Wereldoorlog: de woonwijken zijn omvangrijker en de bouwwerken meestal grootschaliger. De stedenbouwkundige opzet en het gebruik van materialen verschillen van een vooroorlogse wijk. Er was niet veel geld en zo werd het motto van de wederopbouw 'sober en doelmatig'. De waardering voor bouw tijdens de wederopbouw is niet zo groot. Er zou te veel van het zelfde gebouwd zijn, met te goedkope materialen en zonder aandacht voor vormgeving. Toch zijn ook toen mooie bouwwerken gerealiseerd en valt er veel te ontdekken door beter te kijken.

De grote verbouwing
In het Nederlands Architectuur Instituut (NAI) in Rotterdam is tot en met 31 mei 2004 de tentoonstelling De grote verbouwing te zien. De tentoonstelling gaat over herstructurering van het naoorlogs woningbezit. Ook heeft het NAI een publicatie over wederopbouw uitgebracht. Dit boek, 'De grote verbouwing. Verandering van naoorlogse woonwijken' van Jacqueline Tellinga, beschrijft dertien wijkprojecten in Nederland en bevat veel informatie over veranderingen in het naoorlogse Nederland. Het Helders Duinparkplan wordt in het boek als één van de dertien wijkprojecten beschreven, als herstructureringsplan voor een naoorlogse wijk.

Tentoonstelling "Lelijk is geen argument".
Vanaf donderdag 22 april 2004 is de reizende tentoonstelling met de titel Lelijk is geen argument; Toonbeelden van wederopbouw in Nederland 1940 1965' gedurende zes weken te zien in de openbare bibliotheek aan het Bernhardplein. De tentoonstelling wordt op 22 april geopend met een mini symposium over de wederopbouw. Den Helder is één van de twintig gemeenten waar de tentoonstelling te zien is. Het geeft een bijzonder beeld van de jaren vijftig en zestig. De tentoonstelling is een feest van herkenning en tegelijkertijd een ontdekkingstocht vol verrassingen. De landelijke tentoonstelling wordt in Den Helder aangevuld met een lokaal deel. Doel is de bouwwerken uit de wederopbouwperiode eens met andere ogen te laten zien.

Oproep: heeft u filmbeelden uit de vijftiger of zestiger jaren? Voor de tentoonstelling willen wij een korte film laten maken over het leven in de jaren vijftig en zestig. Helaas hebben wij geen filmbeelden. Daarom vragen wij uw medewerking. Heeft u filmmateriaal uit die periode en mogen wij dat gebruiken voor de tentoonstelling? Neem dan zo spoedig mogelijk contact op met beleidsmedewerker Cultuurhistorie, mevrouw M.F. Laan, telefoonnummer (0223) 678 838 (niet op woensdag). Alvast bedankt.