CDA Rotterdam


Actueel

Rotterdam, 4 maart 2004
Bespreking Reïntergratieverordening Wet werk en bijstand

Voorzitter,

De WWB biedt ons inziens alle ruimte en middelen om in Rotterdam een actief reintegratiebeleid te voeren. Voorop staat dat Rotterdammers in de eerste plaats zelf verantwoordelijk zijn voor het vinden van werk om in hun levensonderhoud te kunnen voorzien. Pas als dat niet lukt, zal de gemeente hen hierbij, onder bepaalde voorwaarden, moeten ondersteunen door (reintegratie)voorzieningen aan te bieden. De wijze waarop en de inhoud van die ondersteuning is in de voorliggende verordening neergelegd.

Wij kunnen ons goed vinden in de ondersteuningprogrammas waarbij mensen zonder een baan geholpen worden om zo snel mogelijk weer aan het werk te gaan. Mocht dat niet binnen een jaar lukken kunnen zij hun kansen vergroten door werkervaring op te doen en scholing te volgen. Duurt de terugkeer naar betaald werk nog langer, dan zal men activiteiten ten goede van de samenleving (gemeenschapstakenplan) uitvoeren om zich verder te ontwikkelen en sociaal isolement te voorkomen. Deze sluitende aanpak zoals het college dit noemt, heeft onze instemming en wij hebben er ook hoge verwachtingen van.

Zoals ik in de commissie heb aangekondigd vraag ik hier in het bijzonder aandacht voor mensen met een uitkering die mantelzorg verlenen. Mensen dus die bijvoorbeeld hun gehandicapt kind, zieke vader of moeder, goede vriend of vriendin verzorgen. Het College heeft aandacht voor deze groep, en dat is te prijzen. Maar het College biedt alleen mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt, lang werkloos zijn en aangewezen zijn op spoor 2 van het gemeenschapstakenplan, de mogelijkheid om deze mantelzorg te verlenen. Wij vinden dat het - onder nader te bepalen voorwaarden - mogelijk moet zijn dat ook mensen die een kortere afstand tot de arbeidsmarkt hebben, korter werkloos zijn (en aangewezen zijn op spoor 1) mantelzorg moeten kunnen verlenen. Ook zij moeten daarom deels vrijgesteld kunnen worden van de sollicitatieplicht. Uiteraard heb ik dan het niet over mensen die wel eens boodschappen doen voor de oudere buurvrouw (wat ook mantelzorg is). Waar ik wel aan denk zijn bijvoorbeeld kinderen die de zorg voor hun dementerende vader/moeder op zich nemen, zorg die steeds intensiever wordt.

Het mag duidelijk zijn dat de precieze criteria nog nader uitgewerkt moeten worden. Waar het het CDA ten principale om gaat, is dat het mogelijk moet zijn dat mensen zonder baan die mantelzorg van een bepaalde zwaarte verlenen, deels vrijgesteld kunnen worden van hun sollicitatieplicht.

Deze wens heb ik neergelegd in een motie.

Voorzitter,

Dan het persoonsgebonden reintegratie budget. Met dit budget zouden mensen meer het heft in eigen handen kunnen nemen bij het reintegratietraject. PRB is dus een middel om te komen tot succesvolle reïntegratie dat moet leiden tot duurzame werkhervatting. Het PRB biedt klanten de mogelijkheid een reintegratiebedrijf te kiezen dat past bij hun wensen: dat naar zijn of haar mening de beste service biedt, goede begeleiding geeft en bijvoorbeeld een vast contactpersoon kan bieden.

Wij vinden het goed dat de wethouder met een kleine pilot begint. Zo kan het instrument goed worden getest en gesignaleerde knelpunten worden opgelost, voordat een grote groep mensen hier gebruik van gaan maken. Ook kan de toegevoegde waarde van het PRB eens goed bekeken worden. Zeker gezien het feit dat een onderzoek van het ministerie van SZW (mei 2003) naar het PRB juist concludeert dat een specifieke regeling voor het PRB niet noodzakelijk is. Wij zijn dan ook zeer benieuwd naar het verloop en resultaten van deze pilot.

Ik heb nog een vraag aan de wethouder:
Hoe wordt in de pilot omgegaan met de mogelijkheid van klanten om diensten in te kopen bij reintegratiebedrijven waar u geen prestatieafspraken mee heeft? Kortom, hoe blijft de kwaliteit van ingekochte diensten gewaarborgd bij het gebruik van het PRB? Tot slot, voorzitter, wil ik een paar opmerkingen maken over de gesubsidieerde arbeid. Gisteren hebben we afgesproken in een komende commissievergadering de stand van zaken en toekomstige ontwikkelingen rondom de bezuinigingen op gesubsidieerd arbeid met elkaar te bespreken. Toch heb ik vooruitlopend op deze discussie n.a.v. de briefwisseling met de werkgevers in de zorg- en welzijnsector een paar opmerkingen waar ik graag uw reactie op wil. U heeft telkens aangegeven dat u gedwongen ontslagen van de huidige gesubsidieerde medewerkers wilt voorkomen. Wij zullen u aan deze belofte houden en gaan er ook vanuit dat de zorgen, die de werkgevers op dit punt hebben, onterecht zijn. Wij vinden overigens ook dat de werkgevers hier een taak in hebben, namelijk dat zij er alles aan doen om doorstroming naar een regulier betaalde baan te realiseren. Het is dus zowel de verantwoordelijkheid van de werkgevers als van u om er samen voor te zorgen dat de huidige IDers in de toekomst niet te maken krijgen met ontslag.

Afsluitend voorzitter,
Het gemeenschapstakenplan wordt nog uitgewerkt. Ik wil u vragen bij de uitwerking ervan erop toe te zien dat een evenwichtige verdeling van de werkervarings- en sociale activeringsplaatsen binnen de verschillende sectoren (welzijn, zorg, vrijwilligerswerk, onderwijs, etc.) gegarandeerd is.

Afstemmingsverordening Wet werk en bijstand

Voorzitter,

Over de Afstemmingsverordening Wet werk en bijstand kan ik kort zijn. Een bijstandsuitkering is alleen bestemd voor hen die dat echt nodig hebben. Dat zijn diegenen die aantoonbaar niet kunnen werken, of mensen die zonder werk zitten, er alles aan doen om aan de slag te gaan, maar waarbij dat nog niet gelukt is. Zij kunnen rekenen op een uitkering om in hun levensonderhoud te voorzien. Dat is een verworvenheid van ons land.

Mensen die misbruik maken van deze regeling, dus die onterecht een uitkering ontvangen, die zich aantoonbaar onvoldoende inspannen om aan het werk te gaan en dus de verplichtingen niet nakomen die verbonden zijn aan het verkrijgen van een uitkering, krijgen wat het CDA betreft te maken met scherpe sancties. Dat kan onder meer door een korting op te leggen en zo de uitkering te verlagen. De handhavingsinstrumenten, toepassing, zwaarte en duur van maatregelen hebben in de afstemmingsverordening een goede plek gekregen. De CDA-fractie kan hiermee dan ook niet anders dan instemmen.