Universiteit van Tilburg

Vrijdag 5 maart 2004, 16.15 uur, aula

Afscheidsrede prof.dr. K.W. Merks over goddelijk recht

In de traditie van kerkrecht, dogmatiek en moraaltheologie kent men het begrip 'ius divinum', goddelijk recht. Daarmee wordt aangeduid dat bepaalde normen, ordeningen en instituties als door God zelf ingesteld worden gezien: bijvoorbeeld het primaatschap van de Paus, het zevental sacramenten of, in de moraaltheologie, de normen van het natuurrecht. Omdat het hierbij niet om menselijke inrichtingen gaat, kunnen ze ook niet door mensen worden afgeschaft. Maar welke betekenis heeft vandaag de dag nog de bewering dat normen en instituties in onze wereld door God zelf ingericht zouden zijn, en dat zij dus aan de bevoegdheid van de mens zijn onttrokken? In zijn afscheidsrede als hoogleraar Moraaltheologie verdedigt Karl-Wilhelm Merks de stelling dat het zogenaamde goddelijk recht niet als taboe hoeft te worden beschouwd, maar dat het veeleer door en door menselijk is - in een dubbele betekenis van menselijkheid: het is van menselijke oorsprong, en: het dient de mens, is ten goede van de mens.
Titel rede: Goddelijk recht, menselijk recht, mensenrechten. De menselijkheid van het 'ius divinum'

Noot voor de pers

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met ir. Marga van Zundert (op woensdag en donderdag: 013 466 3495, M.vanZundert@uvt.nl) of met persvoorlichter drs. Pieter Siebers (013 4662004,
P.H.C.Siebers@uvt.nl).