Ministerie van Defensie


---

Brieven aan de Kamer
---

Selectie van een ERP-pakket voor het financiële en materieellogistieke functiegebied

4-3-2004 10:07:00

Met de Prinsjesdagbrief van 16 september 2003 heeft Defensie de koers uitgezet naar een nieuw evenwicht tussen de taken van de krijgsmacht en de beschikbare middelen. Aansluitend bent u op 17 oktober 2003 geïnformeerd over het nieuwe besturingsmodel dat Defensie daarbij hanteert. Dit model zal de beleidsuitvoering bij Defensie verbeteren doordat het meer aandacht besteedt aan de uitvoeringsresultaten en de mogelijkheden verruimt voor directieve planning en management control. Het besturingsmodel gaat uit van duidelijke procedures, vergaande eenvoud in de aansturing, effectieve informatievoorziening (IV) en waarborgen voor de samenhang. Het model leidt bovendien tot doelmatigheidswinst.

Zowel de uitvoering van de maatregelen uit de Prinsjesdagbrief als de introductie van het nieuwe besturingsmodel stellen hoge eisen aan het IV-systeem wat betreft tijdige, juiste en onderling vergelijkbare informatie. Moderne informatie- en communicatietechnologie is daarbij voor elke organisatie onmisbaar, Defensie niet uitgezonderd. Het Defensie IV-beleidsplan 2002-2007, dat de Kamer op 10 september 2001 is aangeboden, is leidraad bij de herstructurering van de Defensie-IV. Belangrijke beleidsuitgangspunten zijn: zoveel mogelijk defensiebreed en gezamenlijk alsmede het gebruik van producten "van de plank" ("Commercial Off The Shelf"). Op termijn wordt gestreefd naar een volledig geïntegreerde-IV binnen Defensie. Zoals in het IV-beleidsplan is gemeld, spelen "Enterprise Resource Planning" (ERP) pakketten daarbij een belangrijke rol.

ERP is een standaard software pakket met een sterk geïntegreerde functionaliteit op vele gebieden, zodanig dat het veelal de gehele bedrijfsvoering van organisaties kan ondersteunen. De introductie van ERP is een stap op weg naar een samenhangend en geïntegreerd informatiesysteem en levert bovendien doelmatigheidswinst op, bijvoorbeeld omdat minder personeel nodig is om de informatiestromen te beheren en te controleren.

Met de brief van 12 maart 2002 is de Kamer geïnformeerd over het Defensie informatievoorzieningstraject en de voorgenomen verwerving van een ERP-pakket. Vervolgens is de Kamer op 26 april 2002 met een brief op de hoogte gesteld van het tijdschema dat daarbij wordt gehanteerd. Deze brief meldde de Kamer tevens dat er sprake is van twee ERP-oplossingen: één voor het personele functiegebied en één voor het financiële en materieellogistieke functiegebied. Beide ERP-oplossingen moeten samen een geïntegreerd systeem gaan vormen om de gewenste transparantie van de bedrijfsprocessen te waarborgen. Voor het personele functiegebied is in 2002 gekozen voor het ERP-pakket "PeopleSoft".

Deze brief informeert u over de resultaten van de gecombineerde (voor)studie- en verwervingsfase (B/C/D-brief) van de selectie van het ERP-pakket voor het financiële- en materieellogistieke functiegebied alsmede over de bijbehorende vervolgstappen. Dit project beperkt zich tot de selectie van het ERP-pakket, waarna een mantelovereenkomst met een leverancier wordt gesloten. Dus hoewel in deze fase de verwerving van de gebruikerslicenties zelf niet aan de orde is, wordt wel vastgesteld welke ERP-leverancier de komende jaren tijdens de invoering van ERP een groot aantal licenties mag leveren.

Behoefte

Met de invoering van een ERP-pakket voor het financiële- en materieellogistieke functiegebied worden de huidige, separaat van elkaar draaiende en in sommige gevallen sterk verouderde IV-systemen vervangen. Het nieuwe pakket koppelt bovendien financiële- en materieellogistieke gegevens waardoor deze in samenhang kunnen worden bezien.

Met de invoering van ERP wordt tevens de logistieke ondersteuning van (joint) operaties verbeterd doordat de krijgsmachtdelen met hetzelfde software-pakket gaan werken. Hiermee wordt invulling gegeven aan een modern logistiek concept dat uitgaat van interoperabiliteit en samenwerking met coalitiepartners en civiele partijen.

De kwalitatieve eisen voor het ERP-pakket zijn defensiebreed vastgesteld en vervolgens getoetst. De eisen richten zich in de eerste plaats op de materieel-logistieke en financiële procesondersteuning en op de informatievoorziening binnen deze functiegebieden. Verder zijn eisen gesteld aan de ondersteuning van het Kas-Verplichtingenstelsel en het Baten-Lastenstelsel. Ook zijn eisen gesteld aan de flexibiliteit van het pakket en de aansluitmogelijkheden voor zogenaamde "add-on´s": additionele toepassingen voor functies waarin het standaard ERP-pakket niet voorziet. Uitgangspunt is het aantal "add-on´s" tot het minimum te beperken.

Om deze eisen te verifiëren zijn "business cases" ontwikkeld aan de hand waarvan de aanbiedingen van de verschillende leveranciers op toepasbaarheid in de defensieorganisatie konden worden beoordeeld.Omdat binnen Defensie onvoldoende kennis over ERP-pakketten aanwezig is, heeft zij al in een eerder stadium de combinatie Cap Gemini Ernst & Young Nederland BV en Logica CMG als regiepartner gekozen. Deze combinatie beschikt wel over de benodigde kennis en verleent tevens steun bij de regie van het stapsgewijze proces naar een geïntegreerde-IV, waaronder de keuze voor een ERP-pakket.

Volgens de oorspronkelijke behoeftestelling moest het betreffende ERP-pakket (en de "add-ons") op termijn een organisatie van ongeveer 20.000 tot 25.000 gebruikers in één IV-omgeving kunnen ondersteunen. De maatregelen die in de Prinsjesdagbrief en in de Personeelsbrief zijn aangekondigd, leiden echter tot een vermindering van dat aantal met enkele duizenden gebruikers. Thans worden op termijn maximaal 12.000 gebruikers voorzien.

Resultaten verwervingsvoorbereiding

De selectie van het ERP-pakket is Europees aanbesteed. Naar aanleiding van de EU-publicatie hebben vier aanbieders een offerte uitgebracht. De vier offertes zijn in eerste instantie uitgebreid beoordeeld aan de hand van vooraf vastgestelde criteria voor prijs en kwaliteit. Bij de beoordeling van de vier pakketten heeft de waardering van de kwaliteit van de aanbiedingen zwaar meegewogen. De kwaliteitseisen omvatten de gebieden (a) functionaliteit, (b) architectuur en technische flexibiliteit, (c) mobiliteit en organisatorische flexibiliteit, (d) "standaard" geïntegreerde software en (e) onderhoudbaarheid, gebruikervriendelijkheid, betrouwbaarheid en doelmatigheid. Ook de mate van acceptatie van de concept (mantel) overeenkomsten maakte deel uit van de kwaliteit. Aan de factor kwaliteit is een hoge waardering toegekend, omdat een pakket met een goede kwaliteit naar verwachting de minste problemen en bijkomende kosten (zoals verwerving en implementatie van "add-on" modules) zal opleveren.

Vervolgens zijn de offertes van de beste twee aanbieders (Baan en SAP) met behulp van bovengenoemde "business cases" in overleg met de regiepartner op hun toepasbaarheid binnen Defensie getoetst. Op basis van deze toetsing is de eerste beoordeling van de kwaliteit geverifieerd en in voorkomend geval aangepast. Op basis van de uiteindelijke prijs / kwaliteit vergelijking bleek SAP de economisch meest voordelige aanbieding te hebben gedaan.

Financiëleaspecten

In 2001 zijn ter voorbereiding van de selectie diverse activiteiten (waaronder de inhuur van externe deskundigen) ontplooid. In 2002 en in 2003 was hiermee in totaal 668.000 gemoeid.

Dit project beperkt zich tot de selectie van een ERP-pakket en de ondertekening van een mantelovereenkomst. De feitelijke verwerving van de licenties zal tijdens de vervolgprojecten plaatshebben. In de tot 2010 onderkende IV-plannen wordt thans rekening gehouden met een behoefte aan 12.000 ERP-licenties op financieel en materieellogistiek gebied ter waarde van circa 20 miljoen. Voor de invoering van dit ERP-pakket wordt daarnaast in de periode tot 2010 een bedrag geraamd van ongeveer 165 miljoen, waaronder kosten voor opleiding en training, ontwikkeling en implementatie. De kosten voor onderhoud zijn in dit bedrag niet opgenomen. De onderhoudskosten bedragen jaarlijks 17% van de prijs per afgenomen licentie; dit valt onder de exploitatie.

Vervolgstappen

Nadat met dit project de keuze voor het ERP-pakket is vastgesteld en een mantelovereenkomst is gesloten, maakt de verwerving van de ERP-gebruikerslicenties onder de mantelovereenkomst deel uit van verschillende vervolgprojecten van het ERP-invoeringstraject. Deze projecten betreffen bijvoorbeeld "Ondersteuning Operationeel Optreden" (O3) inclusief "Tracking &Tracing" alsmede de modernisering van de financiële administratie (FINAD). Tijdens deze projecten worden de onderliggende processen en gegevens gestandaardiseerd en wordt de Defensie IV-architectuur nader gedetailleerd. Over deze en andere vervolgprojecten wordt de Kamer overeenkomstig het Defensie Materieel Proces (DMP) te zijner tijd geïnformeerd.

Risicoanalyse

Bij de ERP-pakketkeuze is het voornaamste risico dat Defensie over onvoldoende kennis en ervaring met betrekking tot ERP beschikt om zonder externe advisering verantwoord keuzes te kunnen maken. Zoals gesteld, heeft Defensie bij de pakketselectie daarom de combinatie Cap Gemini Ernst & Young Nederland BV en Logica CMG betrokken, waarmee dit risico voldoende is afgedekt.

Het financiële risico van de verwerving van de licenties zelf is gering, mede dankzij het feit dat een mantelovereenkomst zonder afnameverplichting zal worden gesloten, waarin alleen de prijzen per licentie zijn vastgelegd. Fluctuaties in de vorm van meer of minder licenties kunnen zo eenvoudig worden opgevangen.

Daarnaast kent de invoering van ERP tijdens de implementatie tot 2010 risico´s met betrekking tot de aspecten tijd, geld en kwaliteit: * Tijd. De invoering van ERP binnen het materieellogistieke en financiële domein is voor de voortgang mede afhankelijk van de tijdige herinrichting van het materieellogistieke en financiële veld (incl. de oprichting van de Defensie Materieel Organisatie) als onderdeel van de bestuursvernieuwing. Het risico van uitloop van het ERP-traject zal worden beheerst door de instelling van een stuurgroep-ERP en een regiegroep-ERP, waarin de beleids- en procesverantwoordelijken zijn vertegenwoordigd. Deze groepen zullen het geheel aansturen en de samenhang bewaken tussen enerzijds de herinrichting van de genoemde velden en de invoering van ERP en anderzijds tussen de, in verschillende stappen, in te voeren delen van ERP.

* Geld. Het risico van uit de hand lopende kosten wordt bewaakt doordat steeds tussentijds verantwoording wordt afgelegd. Naast de vaste interne meetmomenten wordt de Kamer conform het DMP over de vervolgprojecten en de daarmee samenhangende kosten geïnformeerd. Daarnaast vindt jaarlijks toetsing plaats via de begroting. Op deze wijze kunnen mogelijke kostenstijgingen tijdig worden gesignaleerd en worden gemeld. Zo nodig worden nieuwe afwegingen gemaakt. * Kwaliteit. Het risico dat de beoogde kwaliteit van de ERP-functionaliteit niet wordt gehaald, wordt beheerst door de aandacht vooral te richten op de standaard financiële en materieellogistieke processen uit het ERP-pakket. Maatwerk wordt in principe niet toegestaan. De stuurgroep-ERP en de regiegroep-ERP zullen hierop toezien.

Conclusie

Na een eerste beoordeling van de aanbiedingen zijn twee ERP-pakketten aan de hand van zogenaamde "business cases" door Defensie in samenwerking met de regiepartner op hun toepasbaarheid binnen Defensie getoetst. Op basis van een prijs / kwaliteit vergelijking bleek SAP de economisch meest voordelige aanbieding te hebben gedaan. Ik ben dan ook voornemens, desgewenst na overleg met u, de mantelovereenkomst voor de verwerving van de gebruiksrechten voor ERP-programmatuur en het bijbehorende onderhoud te gunnen aan de firma SAP Nederland BV. Conform de zogenaamde Alcatel-jurisprudentie wordt aan de afgewezen inschrijvers een termijn geboden om de gunningsbeslissing desgewenst in rechte te laten toetsen. Na afloop van die termijn, c.q. na een positief rechterlijk oordeel kan de voorgenomen gunning worden omgezet in een definitief besluit van gunning en ondertekening van de mantelovereenkomst. Vorenbedoelde termijn bedraagt in het onderhavige geval dertig dagen. Gelet daarop geef ik u in overweging in uw beraadslagingen over deze brief daarmee rekening te houden. Over de vervolgprojecten wordt de Kamer conform het DMP geïnformeerd.

DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE