Ministerie van Defensie


---

Brieven aan de Kamer
---

Project Stingerplatforms

8-3-2004 12:18:00

Met de Prinsjesdagbrief (Kamerstuk 29 200 X nr.4) bent u geïnformeerd over een reeks van maatregelen die nodig zijn om ook in de toekomst een flexibele en kwalitatief hoogwaardige krijgsmacht te kunnen garanderen. De oprichting van een moderne grondgebonden luchtverdediging (GLVD) nieuwe stijl maakt daar deel van uit.

Deze brief behelst de verbetering van een belangrijk onderdeel van de GLVD, te weten het V-Shorad (Very Short Range Air Defence) Stinger-wapensysteem. Een deel van deze draagbare, van de schouder te lanceren luchtdoelraketten zal worden geplaatst op gepantserde en ongepantserde voertuigen, de zogenaamde ´Stingerplatforms´. Deze Stingerplatforms worden bovendien aangesloten op het nieuwe vuurleidings- en commandovoeringssysteem BMC4I. Met deze maatregelen wordt het mogelijk het andere V-Shorad systeem dat in gebruik is bij de Nederlandse krijgsmacht, het kanonsysteem ´Pantser Rups Tegen Luchtdoelen´ (PRTL), af te stoten.

Met deze A-brief informeer ik u over de resultaten van de behoeftestellingsfase van het project Stingerplatforms.

Wat willen we bereiken?

De bescherming van eigen en bondgenootschappelijke eenheden, objecten en gebieden tegen luchtdreiging is cruciaal voor de succesvolle uitvoering van militaire operaties. De toekomstige dreiging vanuit de lucht bestaat onder meer uit jachtvliegtuigen, helikopters, tactische ballistische raketten, kruisvluchtwapens en onbemande al dan niet bewapende vliegtuigen. Met name de ontwikkeling van de laatste drie categorieën voltrekt zich in een hoog tempo terwijl de prijs per systeem daalt. Hierdoor kunnen mogelijke opponenten deze wapensystemen in de toekomst in grote aantallen verwerven.

De bescherming tegen luchtdreiging is een taak voor de verschillende luchtverdedigingssystemen op de grond, in de lucht en ter zee die in toenemende mate één gezamenlijke, geïntegreerde luchtverdediging moeten vormen.

De grondgebonden luchtverdediging GLVD nieuwe stijl moet gaan bestaan uit een optimale samenstelling van elkaar aanvullende wapensystemen op de grond, die geïntegreerd en gecoördineerd worden aangestuurd door geavanceerde commandovoerings- en vuurleidingssystemen. Bovendien kent de GLVD nieuwe stijl een hoge mate van interoperabiliteit met de grondgebonden luchtverdedigingssystemen van andere, onder meer Europese landen, en met luchtverdedigingssystemen in de lucht evenals op zee.

Uit de zogenaamde "GLVD-middelenstudie" uit 2001 (Kamerstuk 26 900 nr. 41) blijkt dat geen enkel wapensysteem in staat is zelfstandig de totale luchtdreiging in alle luchtlagen af te wenden. Het is daarom noodzakelijk dat elkaar aanvullende wapensystemen, met elk een eigen bereik, mobiliteit, reactiesnelheid en wijze van aansturing, goed samenwerken in een gelaagde luchtverdediging zodat ´gaten´ worden voorkomen. Bovendien is de luchtverdediging op deze wijze in staat een meervoudige luchtdreiging effectief en efficiënt te bestrijden waardoor verzadiging wordt voorkomen.

De wapensystemen worden in drie categorieën ingedeeld, te weten Surface-to-Air (SAM)-systemen voor de bestrijding van luchtdoelen op langere afstand; Short Range Air Defense (Shorad)-systemen voor de luchtverdediging op korte en middelbare afstand; en V-Shorad systemen die functioneren als de laatste verdedigingslinie, voor de bestrijding van luchtdoelen op zeer korte afstand en lage hoogte.

Om de GLVD nieuwe stijlte realiseren, zijn in de Prinsjesdagbrief de volgende noodzakelijke verbeteringen in de wapensystemen aangekondigd. Zo zal het huidige SAM-systeem Patriot verder worden verbeterd voor de bestrijding van ballistische raketten en kruisvluchtwapens door de aanschaf van onder meer PAC-3 raketten. Hierover bent u per brief geïnformeerd op 13 februari jl. (Kamerstuk 27 830 nr. 20). Het voornemen bestaat de nu nog ontbrekende Shorad-systemen te verwerven via de voorgenomen ruilovereenkomst met Noorwegen (Kamerstuk 29 200 X nr. 6). Hierover zult u te zijner tijd nader worden geïnformeerd. Ten slotte zal de effectiviteit van een deel van de V-Shorad Stingerraketten aanzienlijk worden verbeterd door de plaatsing op gepantserde en ongepantserde voertuigen, alsmede door de aansluiting op het BMC4I-systeem.

Daarnaast worden ook noodzakelijke verbeteringen in de commandovoeringssystemen doorgevoerd. De geïntegreerde commandovoering van de GLVD zal sterk worden verbeterd door de stationering van alle GLVD-eenheden op de luchtmachtbasis De Peel, door gezamenlijke doctrinevorming in het op te richten Joint Air Defence Centre (JADC), en door de invoering van het Battlefield Management Command and Control, Communications, Computerisation and Intelligence(BMC4I)-systeem dat deel uitmaakt van het project FGBADS (Kamerstuk 29 221 nr. 1). Met dit systeem wordt het mogelijk de Shorad- en V-Shorad-systemen van doelinformatie te voorzien en ze zowel nationaal als internationaal in één operationeel verband te laten samenwerken. Bovendien waarborgt de invoering van het BMC4I-systeem de samenwerking met de Patriot-eenheden.

Uitgangspunt in de middelenstudie uit 2001 was dat de PRTL de taak als V-Shorad-systeem zou blijven vervullen tot 2015. Door budgettaire beperkingen is Defensie genoodzaakt de PRTL, gezien de relatief hoge materiële en personele exploitatiekosten, zo snel als mogelijk te laten uitstromen. De te verwerven mobiele Stingerplatforms kunnen de taken van de PRTL overnemen.

Wat gaan we daarvoor doen?

Kwalitatief Het hedendaagse militaire optreden kenmerkt zich onder meer door een grote mobiliteit. Om de eigen eenheden effectief tegen luchtdreiging te beschermen, dienen de Stingersystemen hen snel en op relatief korte afstand te kunnen volgen. Daartoe worden de Stinger-luchtdoelraketten met een lanceerinstallatie op een voertuig met grote terreinvaardigheid geplaatst. Bovendien moeten die mobiele Stingerplatforms die de eenheden in de voorste lijn ondersteunen, beschermd worden tegen de uitwerking van vijandelijk vuur. Daarvoor zijn gepantserde voertuigen nodig.

Om de effectiviteit van de Stingerraketten op de platforms te optimaliseren en een gecontroleerde inzet binnen de gelaagde luchtverdediging onder alle weersomstandigheden mogelijk te maken, worden de platforms met behulp van dataverbindingen gekoppeld aan het BMC4I-systeem. Hiervoor wordt het Stingerplatform uitgerust met een dataradio en een Weapon Terminal (WT) waarop alle noodzakelijke vuurleidings- en commandovoeringsinformatie wordt weergegeven.

Ten slotte is als eis gesteld dat het Stingerplatform met slechts enkele kleine aanpassingen geschikt kan worden gemaakt voor het afvuren van een nieuwe generatie raketsystemen.

Kwantitatief Bij de bepaling van het aantal Stingerplatforms inclusief de verdeling van het aantal gepantserde en ongepantserde voertuigen is als uitgangspunt genomen de inzet van een eenheid van brigadegrootte in een vredesafdwingende missie voor de duur van maximaal één jaar. De huidige V-Shorad capaciteit ten behoeve van de gemechaniseerde eenheden bestaat uit 24 parate PRTL-systemen en 18 Stingerploegen die de Stinger vanaf de schouder kunnen afvuren. Door de grotere effectiviteit van de Stingerplatforms en de geplande aanschaf van de Shorad-systemen kan het aantal V-Shorad wapensystemen echter dalen. Een aantal van 36 mobiele Stingerplatforms is voldoende.

Voor de Stingerplatforms zijn 18 gepantserde voertuigen nodig ter ondersteuning van de eenheden in de voorste lijn. De overige 18 Stingerplatforms in de ongepantserde versie dienen ter bescherming van eenheden die meer in het achtergebied optreden. Voor de gepantserde versie zal de Koninklijke landmacht gebruik maken van het Fennek-pantservoertuig dat de komende jaren instroomt, en voor de ongepantserde versie van de reeds aanwezige Mercedes Benz terreinwagen. Als eerste zal de ongepantserde versie van het Stingerplatform worden ingevoerd.

Joint Grondgebonden luchtverdedigingsmiddelen zijn duur. Samenwerking tussen krijgsmachtdelen ("joint" optreden) is daarom een belangrijke voorwaarde om een goede en betaalbare luchtverdediging op te bouwen. Het "joint" karakter van de luchtverdediging komt onder meer tot uiting in de reeds in gang gezette samenvoeging van de GLVD-capaciteit op De Peel (zie ook Kamerstuk 26 900, nr. 41) en in de toekomstige interoperabiliteit tussen het Patriot-systeem van de Koninklijke luchtmacht, en het te verwerven Shorad-systeem en het V-Shorad Stingersysteem van de Koninklijke landmacht.

Het project Stingerplatform als onderdeel van de GLVD is in eerste instantie bedoeld voor de bescherming van de gemechaniseerde eenheden van de Koninklijke landmacht. De grondgebonden luchtverdediging kan echter, afhankelijk van de omstandigheden, ook dienen ter bescherming van andere operationele eenheden van Defensie, zoals de Air Manoeuvre Brigade (AMB) of eenheden van het Korps Mariniers.

Gezien de specifieke wijze van optreden van de AMB en het Korps Mariniers worden hun, overigens kleine, luchtverdedigingseenheden niet in de GLVD-organisatie ondergebracht. De AMB en het Korps Mariniers behouden dan ook hun van de schouder af te vuren Stingersystemen. Wel zullen deze eenheden intensief gebruik maken van de diensten van het GLVD in De Peel en zal personeel van het Korps Mariniers daar functies gaan vervullen. Overigens behouden de Patriot-eenheden voor de nabijbeveiliging hun eigen Stingerploegen met van de schouder af te vuren raketten.

Wat gaat dat kosten?

Investeringskosten De verwerving en plaatsing van de lanceerplatforms op de voertuigen is begroot op 36 miljoen (inclusief 19% BTW, prijspeil 2003).

Exploitatiekosten Met de komst van de Stingerplatforms kunnen alle 60 parate en mobilisabele PRTL-systemen worden afgestoten. Dit levert een jaarlijkse besparing op van 1,2 miljoen op de materieelexploitatie terwijl 100 voltijdsfuncties zullen vervallen. Bovendien kunnen de geplande infrastructurele aanpassingen op de luchtmachtbasis De Peel voor de onderbrenging van de PRTL achterwege blijven. De geplande kosten voor deze specifieke aanpassingen zijn reeds in mindering gebracht op de het totale projectbudget dat is gereserveerd voor de infrastructuur op de luchtmachtbasis De Peel.

Veel materieel reeds in gebruik of besteld Voor het project wordt grotendeels materieel gebruikt dat Defensie reeds in bezit heeft of dat de komende jaren bij Defensie instroomt. Dit geldt voor de 18 Mercedes Benz terreinwagens, maar ook voor de 18 Fennek-pantservoertuigen ter ondersteuning van de eenheden in de voorste lijn. Deze zijn inbegrepen in de bestelling van 78 Fennek-voertuigen in de uitvoering Algemene Dienst, waarover u geïnformeerd bent in de brief over het Fennek-project van 9 november 2001 (Kamerstuk 26 637 nr. 5). De Stingerraketten zijn reeds bij Defensie aanwezig. De dataradio voor de aansluiting op het BMC4I-systeem wordt betrokken uit het project FGBADS.

Voortzetting van het project

Om van de financiële opbrengsten die voortvloeien uit de afstoting van de PRTL zo spoedig mogelijk te kunnen profiteren, is het noodzakelijk het mobiele Stingerplatform zo snel als mogelijk binnen de Koninklijke landmacht te laten instromen. Om die reden zal Defensie zich vooral richten op de mogelijkheden om de lanceerinstallaties direct van de plank aan te schaffen. Dit betekent dat naar verwachting de eerste systemen in 2006 zullen instromen.

Gelet op bovenstaande overwegingen ben ik voornemens, zonodig na overleg met u, de Bevelhebber der Landstrijdkrachten te mandateren voor de uitvoering van het project Stingerplatforms. Hiertoe leg ik het budget van 36 miljoen (inclusief BTW, prijspeil 2003) taakstellend op.

DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE

Nieuws