Ministerie van Economische Zaken Berichtnaam: Vragen van de Kamerleden Kortenhorst en Snijder-Hazelhoff Nummer: 490 Datum: 08-03-2004

De minister van Economische Zaken mr. L.J. Brinkhorst heeft deze vragen als volgt beantwoord. Ministerie van Economische Zaken


1

Kent u de berichtgeving waarin gewag wordt gemaakt van problemen rondom de matching-subsidie aan enige Nederlandse scheepswerven?


Ja, ik ben op de hoogte van de berichtgeving rondom de procedureopening door de Commissie inzake zes matchingzaken.


2

Wat is de juridische grond voor de houding van de Europese Commissie rondom de Nederlandse aanvragen, gezien het feit dat de matching-regeling als zodanig is goedgekeurd door de Europese Commissie en ons geen voorbehouden terzake bekend zijn?


De Commissie heeft de volgende bedenkingen:

- De Commissie is van oordeel dat steun om onrechtmatige steun van een andere lidstaat te matchen, strijdig is met het EG-Verdrag en betwijfelt of de steun in de zes aangemelde matchingzaken verenigbaar is met het EG-Verdrag. Het gaat bij deze zes matchingzaken immers om de matching van Spaanse steun;
- Nederland heeft volgens de Commissie onvoldoende bewijzen geleverd dat de Spaanse werven daadwerkelijk uit hoofde van een Spaans Decreet in aanmerking zouden komen voor steun bij de orders of dat de Spaanse overheid deze steun daadwerkelijk zou hebben toegekend. De Commissie betwijfelt dan ook of Nederland aan alle voorwaarden van de BSE-regeling (Besluit subsidies exportfinancieringsarrangementen) heeft voldaan;
- De Commissie twijfelt ten aanzien van de nakoming door Nederland van de OESO-procedures om het bestaan aan te tonen van onrechtmatige steun die kan worden gematcht;
- De Commissie betwijfelt dat de subsidies aan scheepswerven volgens artikel 3, lid 4, van de verordening betreffende steunverlening aan de scheepsbouw zijn toegestaan.


Nederland is ervan overtuigd de juiste procedures te hebben gevolgd en heeft verweer tegen deze bedenkingen ingebracht. De Nederlandse reactie is in het Publicatieblad van de EU gepubliceerd op 15 januari 2004.


3

Kennen andere landen in Europa vergelijkbare regelingen? Welke zijn dat en hoe beoordeelt u dat deze regelingen in de concurrentie tegen de Nederlandse industrie zijn/ worden ingezet?


Voor zover mij bekend hebben andere lidstaten geen vergelijkbare matchingsregelingen.


De andere lidstaten hebben wel faciliteiten voor de scheepsbouw zoals tax lease (dit zijn geen matchinginstrumenten). Recentelijk zijn in de media berichten verschenen over het voornemen van Spanje om ruim ¬ 700 miljoen beschikbaar te stellen voor de scheepsbouw "onder het mom van financieringsfaciliteiten en R&D". EZ tracht de waarheid achter deze berichtgeving te achterhalen. Van de Commissie heb ik begrepen dat de Spaanse overheid het steunvoornemen weliswaar bij de Commissie heeft aangekondigd, maar nog niet formeel heeft genotificeerd zoals vereist is. Ik zal op korte termijn contact met Europees Commissaris Monti opnemen om mijn bezorgdheid te uiten over de Spaanse initiatieven.


4

In hoeverre oordeelt u het risico voor betrokken werven als ernstig, mede gelet op het feit dat de schepen merendeels reeds zijn opgeleverd? Wordt er op de mogelijke gevolgen voor de werven op een of andere wijze geanticipeerd? Zo ja, hoe en waarmee? Zo neen, waarom niet?


De financiële gevolgen van een negatieve beslissing door de Europese Commissie voor de betrokken werven acht ik ernstig.


De werven zijn bij het afgeven van de matchingsbeschikking gewezen op het voorbehoud van goedkeuring van de beschikking door de Europese Commissie. De werven hebben evenwel op een positieve uitkomst geanticipeerd en zijn begonnen met de bouw van de schepen. Op dit moment is er sprake van een onderzoek, gedurende welke geen uitkering kan plaatsvinden totdat de Commissie een definitieve uitspraak heeft gedaan op grond van het onderzoek dat zij heeft geopend.


Over de gehele gang van zaken onderhoudt EZ nauwe contacten met de werven. Ook heeft Staatssecretaris Van Gennip, voorafgaand aan de procedureopening, diverse keren met Europees Commissaris Monti gesproken over deze zaak.


Na de definitieve uitspraak van de Commissie zal ik de situatie bezien aan de hand van de beslissing. Ik doe mijn uiterste best om deze zaak tot een positief resultaat voor de werven te brengen.