Uitspraak in de strafzaak tegen een van moord op zijn echtgenote verdachte persoon

Bron: Hoge Raad der Nederlanden 's-Gravenhage
Datum actualiteit: 9-03-2004

Samenvatting van de griffier van de Hoge Raad der Nederlanden (buiten verantwoordelijkheid van de Hoge Raad)

Op 9 maart 2004 heeft de Hoge Raad uitspraak gedaan in deze zaak, waarin de verdachte op 7 oktober 2002 door het gerechtshof te Amsterdam is veroordeeld tot 16 jaar gevangenisstraf wegens moord op zijn echtgenote. De verdachte heeft tegen deze uitspraak van het hof cassatieberoep ingesteld. Mr. A.A. Franken, advocaat te Amsterdam, heeft de verdachte in cassatie bijgestaan.

Kern van de bezwaren tegen de beslissingen van het hof betrof het beletten van vragen aan een getuige en de inzet van een undercover politie-informant in het huis van bewaring waarin de verdachte was gedetineerd.
Advocaat-generaal Wortel heeft op 25 november 2003 geadviseerd de bezwaren te verwerpen.
De Hoge Raad heeft het arrest van het gerechtshof vernietigd omdat het hof vragen, die de verdediging had willen stellen aan een getuige over de betrouwbaarheid van zijn verklaringen niet zonder meer had mogen beletten.
Daarom is de zaak verwezen naar het gerechtshof te Den Haag om opnieuw te worden behandeld.

De Hoge Raad heeft ook nog enkele algemene regels gegeven over de inzet van een politie-informant die undercover contact legt met een verdachte die is gedetineerd.

Ga naar betreffende uitspraak met nummer: AN9195

Zie het origineel