Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Antwoorden op kamervragen van de Kamerleden Arib en Smits over de beperking in het vergoeden van zelfzorgmiddelen (2030408390).

1
Hebt u kennisgenomen van het artikel over huisartsen die voor duurdere geneesmiddelen kiezen? 1)

1
Ja.

2
Klopt het dat de ingevoerde beperking van de vergoeding van zelfzorgmiddelen massaal teniet wordt gedaan door het voorschrijven van alternatieve, duurdere middelen? Zo ja, wat is uw mening hierover?

3
Wat is uw mening over de ervaring van artsen dat het in de praktijk moeilijk is met name voor chronisch zieken en patiënten met lage inkomens, die aangewezen zijn op zelfzorgmiddelen, te weigeren een alternatief geneesmiddel voor te schrijven dat wel wordt vergoed?

4
Deelt u de ervaring van artsen dat het vooral voor chronisch zieken en patiënten uit achterstandwijken moeilijk is de kosten voor zelfzorgmiddelen op te brengen?

5
Deelt u de mening dat de bezuinigingsmaatregel om zelfzorgmiddelen uit het pakket te schrappen averechts werkt; namelijk door wel een middel voor te schrijven dat vergoed wordt?

6
Bent u nog steeds van mening dat u met deze bezuinigingsmaatregel kosten kunt besparen? Zo ja, waarop baseert u dit? Wordt het bedrag dat u denkt te besparen afgezet tegen het bedrag dat door het voorschrijven van duurdere middelen wordt uitgegeven?

2, 5 en 6
Ik verwacht dat een gedeelte van de besparing ten gevolge van het beëindigen van de vergoeding van zelfzorggeneesmiddelen teniet zal worden gedaan door substitutie met geneesmiddelen die nog wel vergoed worden. Hiermee is ook rekening gehouden bij het inboeken van de besparing. Hoe groot het besparingsverlies als gevolg van substitutie is, kan op dit moment nog niet worden gezegd. Een goed inzicht in de uiteindelijke opbrengst kan echter pas verkregen worden als de maatregel is ingeburgerd, dat wil zeggen op zijn vroegst tegen het einde van het jaar.
Uiteraard vind ik het ongewenst dat substitutie optreedt. Dit is echter helaas niet altijd te voorkomen. Desondanks verwacht ik dat de maatregel een besparing zal opleveren. Ik heb er vertrouwen in dat artsen zeker niet zonder meer tot substitutie overgaan. Het is immers ook niet in het belang van de patiënt om zwaardere middelen voor te schrijven.

7
Heeft u een beeld van de financiële consequenties van het niet meer vergoeden van zelfzorgmiddelen zoals stoma, laxeermiddelen, pijnstillers enz. met name voor chronisch zieken? Zo ja, wat zijn volgens u deze consequenties? Worden, en zo ja, op welke wijze mensen voor deze kosten gecompenseerd? Zo neen, bent u bereid alsnog een onderzoek hiernaar te doen?

3, 4 en 7
Ik begrijp dat er druk op artsen wordt uitgeoefend om een geneesmiddel voor te schrijven dat wel wordt vergoed en dat artsen hun patiënten zo goed mogelijk willen helpen. Mijns inziens is het echter niet nodig om tot substitutie over te gaan. Zelfzorggeneesmiddelen zijn over het algemeen relatief goedkope middelen. Patiënten die desondanks met hoge uitgaven te maken krijgen in verhouding tot hun inkomen, kunnen ofwel via hun belastingaangifte een beroep doen op de aftrek buitengewone uitgaven krachtens de Wet inkomstenbelasting ofwel een beroep doen op de Bijzondere Bijstand.
Zoals ik eerder heb aangekondigd, zal ik de gevolgen van de zelfzorgmaatregel voor chronisch zieken evalueren.

1) Medisch Contact, 13 februari jl., nr. 7


---- --