Gemeente Ede

nummer 50 / Ede, 9 maart 2004

Kinderopvang vanaf 2005 anders gefinancieerd

Vanaf 1 januari 2005 zal de gemeente Ede geen kinderdagverblijven meer subsidiëren. Op die datum wordt waarschijnlijk de Wet basisvoorzienig kinderopvang (Wbk) van kracht. Onder die nieuwe wet krijgen ouders via de belasting een vergoeding voor de kosten van kinderopvang. De hoogte van die vergoeding is afhankelijk van het inkomen. Ze zijn vervolgens vrij om zelf een kinderdagverblijf te kiezen en het kinderdagverblijf mag van de ouders een kostendekkende vergoeding vragen.

De gemeente Ede heeft een plan gemaakt voor de invoering van de Wbk. Dit plan beschrijft de inhoud van de Wbk en de wettelijke taken die er voor gemeenten uit voortv loeien. Door de Wbk moet de gemeente een aantal oude taken afbouwen, zoals het subsidiëren van kindplaatsen het verlenen van vergunningen. Daar staan nieuwe taken tegenover, zoals het bijhouden van een register, het inspecteren van de centra en het handhaven van de landelijk vastgelegde kwaliteitseisen.

Doel van de Wbk is om het ouders makkelijker te maken zorg en werk te combineren. Het wetsvoorstel heeft twee belangrijke uitgangspunten. Ten eerste dat de kosten van de kinderopvang door ouders, werkgevers en overheid samen worden gedragen. De inkomensafhankelijke vergoeding aan ouders vindt plaats via de Belastingdienst. Hierdoor zijn de ouders vrij in hun keuze voor een kinderdagverblijf. De verwachting is dat hierdoor meer marktwerking ontstaat en de kwaliteit verbetert.

Ten tweede regelt de Wbk de kwaliteit van de opvang en het toezicht daarop. In plaats van lokale kwaliteitseisen zal er sprake zijn van eenduidige landelijke kwaliteitseisen. Invoering van de Wbk betekent veel veranderingen voor gemeenten, kinderopvangcentra en gastouderbureaus, ouders en werkgevers.

Als gevolg van de invoering van de Wbk heeft de gemeente drie wettelijke taken.

* Allereerst gaat het om de taak melding en registratie. De gemeente moet een register inrichten en daarin alle kindercentra die zich aanmelden, inschrijven. Dit register moet voor iedere belangstellende ter inzage worden gelegd.

* De tweede taak is het verstrekken van een gemeentelijke bijdrage in de kosten van de kinderopvang voor in de wet omschreven doelgroepen. De gemeente gaat het ontbrekende werkgeversdeel financieren voor ouders met een uitkering die een reïntegratietraject volgen, herintreders, nieuwkomers en in de toekomst ook oudkomers die een verplicht inburgeringtraject volgen, ouders die studie/opleiding en zorg combineren en huishoudens met een sociaal-medische indicatie.
* De derde taak is het toezicht op de kwaliteit en een handhavingplicht. De gemeente moet ingrijpen als uit het inspectierapport van de GGD blijkt dat een verblijf niet voldoet aan de landelijke kwaliteitseisen. Dit ingrijpen varieert van het geven van een schriftelijke aanwijzing tot en met het verbod een kindercentrum in exploitatie te nemen.

---