European Commission

IP/04/315

Straatsburg, 9 maart 2004

De toekomst van het onderwijs- en het burgerschapsbeleid: de Commissie keurt de hoofdlijnen van de toekomstige programma's (na 2006) goed

De Commissie heeft vandaag twee mededelingen goedgekeurd (« De nieuwe generatie programma's op het gebied van het onderwijs en de beroepsopleidingen» en « Actief burgerschap »), waarin de hoofdlijnen worden beschreven van de toekomstige programma's die vanaf 2007 de communautaire programma's Socrates, Leonardo da Vinci, Tempus, Jeugd, Cultuur 2000 en Media Plus zullen vervangen. Beide mededelingen liggen in het verlengde van de mededeling van 10 februari 2004 over de financiële vooruitzichten(1)
. Beklemtoond wordt dat de programma's versterkt en geherstructureerd moeten worden. Ze moeten ook transparanter zijn zodat de burgers van de uitgebreide Europese Unie kunnen profiteren van een werkelijk gemeenschappelijke ruimte van mobiliteit. Dankzij de nieuwe programma's kunnen de instellingen nauwer samenwerken op het gebied van onderwijs, beroepsopleidingen en cultuur. De programma's helpen ook de doelstelling van Lissabon verwezenlijken (d.w.z. uiterlijk 2010 van Europa de meest concurrerende kenniseconomie maken). De mededelingen lopen niet vooruit op de uiteindelijke inhoud (en met name de financiële aspecten) van de wetsvoorstellen die in de zomer moeten worden goedgekeurd.

«Ik had beloofd tijdens het eerste semester van 2004 de toekomstperspectieven te schetsen van de Europese programma's waarvoor ik verantwoordelijk ben. Dat is nu gebeurd! », vertelt Viviane Reding, Europees commissaris van Onderwijs en Cultuur. Ze voegt eraan toe : «De twee goedgekeurde mededelingen gaan alle Europeanen aan. Ze hebben betrekking op hun opleiding en hun leven als burger».

« De volgende tien jaar zal bijzondere aandacht aan onderwijs en burgerschap moeten worden geschonken. In een Unie van bijna 500 miljoen inwoners in 2007 moeten de burgers ten volle kunnen profiteren van het feit dat ze cultureel en als burger deel uitmaken van een uitermate gevarieerd geheel. We moeten daartoe al onze middelen en programma's inzetten. De programma's waarop de vandaag goedgekeurde mededelingen betrekking hebben, passen in een nieuwe logica waarbij bruggen tussen culturen en individuen worden geslagen».

Mededeling over « De nieuwe generatie programma's op het gebied van het onderwijs en de beroepsopleidingen »

Op het gebied van onderwijs en levenslang leren zijn programma's als Socrates en Leonardo de Vinci de afgelopen jaren versterkt. Bovendien zijn de lidstaten tot het inzicht gekomen dat onderwijs en beroepsopleidingen van cruciaal belang zijn voor de strategie van Lissabon, die uiterlijk 2010 van Europa de meest concurrerende kenniseconomie wil maken.

Ook de strategieën van Bologna (hoger onderwijs) en Kopenhagen (beroepsopleidingen), die de samenhang en de kwaliteit van het Europese beleid op hun respectieve gebieden beogen te versterken, erkennen dat de communautaire beleidsmaatregelen een belangrijke rol spelen.

De goedgekeurde mededeling reikt oplossingen voor verschillende belangrijke kwesties aan en stelt ambitieuze doelstellingen vast :
* Vanaf 2007 de opvolging waarborgen van de huidige programma's voor mobiliteit en samenwerking op het gebied van onderwijs en beroepsopleidingen (Socrates en Leonardo da Vinci) en van het programma voor externe samenwerking (Tempus) ;
* Eén geïntegreerd programma voor onderwijs en levenslang leren ontwikkelen waarbij alle lidstaten, de EVA-landen en de kandidaat-lidstaten worden betrokken en dat het onderwijs en de beroepsopleidingen (van basisonderwijs tot opleidingen voor volwassenen) omvat ;

* Uit een openbare raadpleging is gebleken dat de huidige programma's te ingewikkeld zijn. Daarom zal het geïntegreerde programma flexibeler en beter toegankelijk zijn. Het programma zal sterk gedecentraliseerd worden : 80% van de financiële middelen zullen in de deelnemende landen door nationale agentschappen worden beheerd ;

* Enkele streefcijfers om de omvang van het programma te illustreren. Het is de bedoeling dat :

+ -minstens 10% (tegen 3% nu) van de leerlingen en de leerkrachten in het onderwijs van de Unie tussen 2007 en 2013 aan het programma Comenius deelneemt ;
+ -uiterlijk 2010 3 miljoen studenten aan Erasmus zullen hebben deelgenomen, d.w.z. een verdrievoudiging van het huidige aantal studenten (120 000) dat jaarlijks aan het programma deelneemt ;

+ -uiterlijk 2013 jaarlijks minstens 150 000 mensen aan het programma Leonardo kunnen deelnemen (momenteel zijn er dat 45 000) ;

+ -uiterlijk 2013 jaarlijks minstens 50 000 volwassenen onderwijs of een opleiding in het buitenland kunnen volgen.
* Een nieuw Tempus-programma (Tempus Plus), uitgebreid tot school-, universitair en volwassenenonderwijs en beroepsopleidingen, heeft betrekking op de samenwerking tussen de lidstaten, de buurlanden van de Unie en de reeds aan Tempus deelnemende landen. Het is de bedoeling dat uiterlijk 2013 100 000 mensen profiteren van een mobiliteitsactie Tempus Plus.

Mededeling over « Actief burgerschap»

In de mededeling van 10 februari over de financiële vooruitzichten wordt « burgerschap » als een van de prioriteiten van de Commissie beschouwd. De mededeling « Actief burgerschap » stelt in het verlengde van deze mededeling voor een aantal programma's die in 2006 aflopen, te vernieuwen en te moderniseren.

Vier luiken vormen de kern van de actie ter bevordering van het « burgerschap » in de Unie :

* Jeugd : dankzij het programma kunnen jongeren van 13 tot en met 30 jaar profiteren van het feit dat ze burgers van de Europese Unie zijn. Met het oog op vereenvoudiging zal het programma vooral gedecentraliseerd worden beheerd. Het programma omvat acties als het « Europees vrijwilligerswerk » (jongeren zetten zich in uit solidariteit) waarvoor gerekend wordt op 10 000 vrijwilligers per jaar (oftewel 70 000 gespreid over de hele periode) en « Jeugd voor de wereld » (bijvoorbeeld samenwerkingsprojecten in buurlanden).

* Cultuur : het programma moet rekening houden met het feit dat de culturele samenwerking in Europa buitengewoon verscheiden is met duizenden actoren waarvan de omvang van lidstaat tot lidstaat sterk verschilt. Het toekomstige programma zal de aandacht toespitsen op de volgende prioriteiten : het bevorderen van de transnationale mobiliteit van vakmensen uit de culturele sector, het transnationale verkeer van werken (inclusief immateriële werken) en de ontwikkeling van de interculturele dialoog. Er zijn enkele streefcijfers voorgesteld : het is de bedoeling dat jaarlijks ongeveer 50 trans-Europese culturele netwerken of organisaties worden gesubsidieerd en dat gespreid over de periode post 2006 ongeveer 1400 culturele samenwerkingsprojecten in de uitgebreide Unie worden gefinancierd.

* Media : het programma ter vervanging van Media Plus moet de audiovisuele aspecten van de Europese culturele verscheidenheid versterkt blijven bevorderen, het verkeer van Europese audiovisuele werken in de Unie aanzwengelen (bijvoorbeeld door het marktaandeel van Europese films die buiten het land van productie worden verdeeld, van 11% tot 20% te verhogen) en het concurrentievermogen van de audiovisuele sector versterken om de toegang van de burgers tot Europese culturen te vergemakkelijken.
* Participatie van de burgers : het programma is bestemd voor actoren uit de civiele samenleving (ngo's) en sociale actoren. Er worden vooral jumelages gesubsidieerd.

http://europa.eu.int/comm/dgs/education_culture/index_nl.htm

http://europa.eu.int/comm/education/programmes/newprog_en.html

(1)
Zie HYPERLINK
"http://europa.eu.int/rapid/start/cgi/guesten.ksh?p_action.gettxt=gt&d oc=IP/04/189|0|RAPID =NL&display=" IP/04/189^ « Bouwen aan onze gemeenschappelijke toekomst : financiële en politieke vooruitzichten voor de uitgebreide Unie 2007-2013 »