Lijst Pim Fortuyn


PERSBERICHT

Den Haag, 11 maart 2004

LPF wil Kamerdebat over door Justitie bestelde hoofddoekjes

LPF-Kamerlid Joost Eerdmans wil een Kamerdebat voeren over het uitdragen van religieuze overtuigingen door ambtenaren. Aanleiding is het feit dat het ministerie van Justitie hoofddoekjes heeft besteld én afgeleverd voor vrouwelijke bewakers bij justitiële instellingen die deze om religieuze redenen willen dragen.

Voor de Lijst Pim Fortuyn is het glashelder: de scheiding van kerk en staat impliceert neutraliteit van de staat. Zij mag geen enkele religieuze optie bevoorrechten en zeker geen hoofddoeken bestellen voor werknemers. Niet alleen de staat, maar ook de godsdiensten profiteren van deze scheiding: alleen een onpartijdige staat is van alle burgers.

Eerdmans vindt de aankondiging in het Eindhovens Dagblad van vandaag over de hoofddoekjes bij de justitiële instellingen exemplarisch voor de lichtzinnige manier waarop er in Nederland wordt omgesprongen met de scheiding van kerk en staat. Het uitdragen van een geloof is een privé-kwestie en hoort niet thuis in het publieke domein. De LPF is van mening dat ambtenaren in het algemeen, als vertegenwoordigers van onze seculiere staat, zich tijdens hun werkzaamheden dienen te onthouden van het uitdragen van een religieuze overtuiging door middel van kledingstukken en/of sieraden, aldus het LPF-Kamerlid.

Recent heeft de LPF al aangedrongen op een verbod op religieuze uitingen en Kamervragen gesteld aan de minister van Justitie.

Een verbod op het uitdragen van een religieuze overtuiging door afgevaardigden van de rechtelijke macht werd medio 2001 al bepleit door de toenmalige minister van Justitie, Korthals (VVD). In reactie op de weigering van de rechtbank Zwolle om een vrouw met hoofddoek aan te nemen, beloofde Korthals met een wetsvoorstel te komen waarin het uitdragen van de religie verboden zou worden. Sindsdien is van het ministerie van Justitie niets meer vernomen. Joost Eerdmans drong vorig jaar tijdens de Justitiebegroting al aan op een duidelijke stellingname van het kabinet.