Lijst Pim Fortuyn


PERSBERICHT

Den Haag, 12 maart 2004

LPF: Scheepsbouwsector is géén zinkend schip

Minister Brinkhorst maakt geen gebruik van de Europese regeling die productiesteun aan scheepswerven mogelijk maakt. Dat een minister geen verstand van schepen bouwen heeft is één ding, maar moedwillig de scheepsbouwsector om zeep helpen is nu bij uitstek niet de taak van een minister van Economische Zaken, aldus Gerard van As van de Lijst Pim Fortuyn.

Brinkhorst liet donderdag weten dat hij Nederlandse scheepswerven geen productiesteun zal geven. Hij wil bedrijfstakken niet kunstmatig overeind houden. Echter, de Nederlandse scheepsbouw levert werkgelegenheid op, kan op eigen benen staan en is winstgevend. Maar de scheepsbouwsector krijgt inderdaad geen orders meer als andere landen wèl productiesteun verlenen en Nederland nìet.

Enkele tientallen miljoenen van de beraamde 800 miljoen voor de kenniseconomie kunnen wat de Lijst Pim Fortuyn betreft best worden ingezet om een miljard extra omzet voor de Nederlandse scheepsbouwsector binnen te halen. Design, navigatiesystemen, electro-technische toepassingen, communicatiesystemen: allemaal hoogwaardige technologie uit de kenniseconomie, die een plaats krijgt doordàt er scheepsbouw is.

Volgens LPF-Kamerlid Van As zou minister Brinkhorst als groot voorvechter van de Europese Unie beter moeten weten. Europese samenwerking werkt alleen als er een level playing field is, dus wanneer in ieder land dezelfde voorwaarden en regels voor het bedrijfsleven gelden. Brinkhorst haalt het idee van een level playing field onderuit door geen gebruik te maken van de Europese regeling. Het level playing field is op deze manier één grote fata morgana.

Voor minister Brinkhorst is kennelijk alleen de kenniseconomie nog van belang; hij vergeet dat we in Nederland mensen hebben die met hun handen werken. Er zal de komende jaren weer veel vergaderd moeten worden over de kenniseconomie. Volgens de Lijst Pim Fortuyn zou de kenniseconomie niet moeten gaan over hoe we intelligent met elkaar communiceren, maar over hoe we intelligent met elkaar produceren en consumeren.

De LPF zal hierover dinsdag mondelinge vragen stellen.