Gemeente Amsterdam

Grote steden willen stipte reistijd op wegen in de Randstad 12 maart 2004 - Grote vier
Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht, willen automobilisten verzekeren dat ze in een bepaalde tijd locaties kunnen bereiken waar veel bedrijven, winkels en recreatieve voorzieningen gevestigd zijn. Invoering van een reistijdnorm en doorstroomgarantie op de wegen zijn daarvoor nodig: tegenover een bepaald aantal af te leggen kilometers staat een redelijke reistijd. Dit kan bereikt worden door een betere een effectievere samenwerking van overheden bij het beheer van wegen en de aanpak van knelpunten.

Wegennet

Dit stellen de wethouders van de vier grote steden, verenigd in de G4 Verkeer en Vervoer, in de brochure 'Deltanet, naar een samenhangend wegennetwerk voor de Randstad', dat tijdens een symposium vandaag in Rotterdam werd aangeboden aan minister Peijs van Verkeer en Waterstaat. De boodschap van de brochure willen de steden terugzien in de Nota Mobiliteit die dit jaar verschijnt.

In een uur bereikbaar

Randstedelijke knooppunten, belangrijke bestemmingen voor alle inwoners uit de randstad, moeten volgens de steden in één uur te bereiken zijn, ook in de spits. Voor de regionale knooppunten, bestemmingen van vooral inwoners uit de eigen regio, geldt een reistijdnorm van ten hoogste drie kwartier.

Door tal van knelpunten op rijks- en onderliggende wegen is nu geen sprake van een garantie dat automobilisten in een bepaalde tijd van A naar B kunnen reizen. Files, stagnatie en gevaar voor onbereikbaarheid komen volgens de steden onder andere voort uit het feit dat de rijkswegen en de onderliggende wegen niet goed op elkaar zijn afgestemd. Geplande maatregelen voor het hoofdwegennet, zoals het invoeren van extra rijstroken in de spits, kunnen tot grote problemen op het onderliggend wegennet leiden. De automobilist wordt er dan per saldo niet beter van: de file verschuift van de snelweg naar het stedelijk wegennet.

Doorstroomgarantie

Met de reistijdnorm als uitgangspunt wil de G4 dat er op die rijks- en onderliggende wegen die een samenhang met elkaar hebben een doorstroomgarantie kan worden geboden. Daarbij moet een onderscheid worden gemaakt tussen één randstedelijk wegennet en vier regionale wegenstelsels in en tussen de grote steden. De wegenstelsels die de knooppunten ontsluiten moeten volgens de G4 ook daadwerkelijk benoemd worden. Tussen overheden kan dan afgesproken worden wat de gemiddelde doorstroomsnelheden moeten zijn op die wegenstelsels. Deze afspraken kunnen per regio worden uitgewerkt en vastgelegd en binnen de randstad als geheel worden afgestemd. Vervolgens kan worden samengewerkt bij oplossing van de knelpunten, beoordeling van nieuwe investeringen en waar nodig het aanleggen van nu nog ontbrekende schakels op hoofd en onderliggend wegennet.

Betrouwbare bereikbaarheid

Om de automobilist de kwaliteit te bieden waar hij om vraagt is een betere samenwerking tussen overheden die elk een deel van het wegennetwerk beheren cruciaal. De G4 wil dat overheden niet langer alleen verantwoordelijk zijn voor hun eigen wegennetwerken en optimalisering van de doorstroming daarop, maar dat zij gezamenlijk de kwaliteit van het gehele samenhangende wegennetwerk verbeteren. De automobilist heeft behoefte aan een betrouwbare bereikbaarheid 'van deur tot deur' en mag volgens de vier grote steden geen hinder ondervinden van beheergrenzen tussen overheden.

Goede verdeling

Een evenwichtiger verdeling van het verkeer over het wegennetwerk is volgens de G4 nodig. Hierdoor zal het netwerk beter benut worden. Waar nodig moeten randstedelijk doorgaand verkeer en regionaal verkeer over kortere afstanden van elkaar gescheiden worden. Meer gebruik van het onderliggende wegennet maar ook het aanleggen van enkele ontbrekende schakels in het rijkswegennet zijn daar voor nodig. Overheden moeten in beide zaken gezamenlijk investeren.

Veilig

Een beter gebruik van het wegennet mag zeker geen onleefbare en onveilige omgeving tot gevolg hebben. Ook daarom zijn de nu nog ontbrekende schakels in het rijkswegennet nodig. Wegen in de stedelijke gebieden van de randstad mogen door een intensiever gebruik niet een te grote belasting gaan vormen voor hun directe omgeving. Waar nodig moeten inpassingsmaatregelen worden genomen, zoals geluidsschermen, rotondes en in enkele gevallen tunnels.

© Gemeente Amsterdam