European Commission

IP/04/340

Brussel, 16 maart 2004

Accountantscontrole van bedrijfsrekeningen: Commissie stelt richtlijn voor ter bestrijding van fraude en wanpraktijken

De Europese Commissie heeft een nieuwe richtlijn betreffende de wettelijke accountantscontrole in de EU voorgesteld. De richtlijn moet ervoor zorgen dat beleggers, investeerders en andere belanghebbenden ten volle op de correctheid van gecontroleerde jaarrekeningen kunnen vertrouwen. Tevens is het de bedoeling dat in de EU een betere bescherming wordt geboden tegen schandalen zoals die welke onlangs in bedrijven zoals Parmalat en Ahold aan het licht zijn gekomen. Het richtlijnvoorstel schept meer duidelijkheid over de plichten van met de wettelijke controle belaste accountants en legt bepaalde ethische beginselen vast die hun objectiviteit en onafhankelijkheid moeten waarborgen, bijvoorbeeld in gevallen waarin accountantskantoren ook nog andere diensten voor hun cliënten verrichten. Het voorstel stelt eisen ten aanzien van de externe kwaliteitsborging en voorziet in een gedegen extern toezicht op het accountantsberoep en een betere samenwerking tussen de toezichthoudende autoriteiten in de EU. Het zorgt er tevens voor dat de Europese regelgeving sneller op de nieuwe ontwikkelingen zal kunnen inspelen door een uit vertegenwoordigers van de lidstaten bestaand regelgevend comité voor accountantscontrole in het leven te roepen, zodat gedetailleerde maatregelen ter uitvoering van de richtlijn snel kunnen worden vastgesteld of gewijzigd. Het voorstel voorziet tevens in de toepassing van internationale standaarden voor accountantscontrole bij alle wettelijke accountantcontroles in de EU en legt de grondslag voor een evenwichtige en doeltreffende internationale samenwerking met toezichthouders uit derde landen, zoals de US Public Company Accounting Oversight Board (PCAOB). Het voorstel gaat nu naar het Europees Parlement en de Raad van ministers van de EU voor aanneming volgens de zogeheten medebeslissingsprocedure.

Bij de presentatie van het voorstel heeft de heer Frits Bolkestein, het voor de interne markt bevoegde Commissielid, het volgende verklaard: ?Accountants vormen onze belangrijkste verdediging tegen fraudeurs die erop uit zijn de boekhouding te vervalsen. Parmalat is een zoveelste voorbeeld van wat er kan gebeuren als deze verdediging faalt: alle vertrouwen in de financiële verslaggeving en in de markten valt weg. Als dit vertrouwen niet snel kan worden hersteld, zullen investeringen, banen en groei verloren gaan. We mogen dat niet laten gebeuren. Niemand is zo naïef te geloven dat een richtlijn in één klap een einde maakt aan alle boekhoudfraude - misdaad laat zich immers niet afschaffen , maar wat wij voorstellen zou leiden tot een strikter en ethischer controleproces en zou de verdediging versterken waarop alle markteconomieën vertrouwen.

Tegelijkertijd neemt ons voorstel een aantal onnodige restricties op het eigenaarschap en het bestuur van Europese accountantskantoren weg en legt het de grondslag voor overeenkomsten tot beperking van de administratieve formaliteiten voor Europese accountantskantoren die buiten de Europese Unie werkzaam zijn.?

Accountants helpen om weerstand te bieden aan ongewenste druk van bestuurders

Sommige bepalingen van het richtlijnvoorstel moeten accountants helpen om weerstand te bieden aan ongewenste druk van de bestuurders van de onderneming die zij controleren. Zo moeten gecontroleerde bedrijven een auditcomité met onafhankelijke leden oprichten. Dat comité houdt toezicht op het controleproces en communiceert rechtstreeks met de accountant, zonder eerst via het bestuur te moeten passeren. Het selecteert ook de accountant en draagt deze ter benoeming voor aan de aandeelhoudersvergadering. Daarnaast zou een onderneming die een accountant ontslaat, aan de relevante autoriteit van de betrokken lidstaat moeten uitleggen waarom.

Een duidelijke keten van verantwoordelijkheden

Het richtlijnvoorstel legt tevens duidelijk de verantwoordelijkheden vast in gevallen waarin groepen van ondernemingen door diverse verschillende kantoren op een groot aantal wereldwijd verspreide locaties worden gecontroleerd (zoals in het geval van Parmalat). In het richtlijnvoorstel is met name bepaald dat de groepsaccountant die de geconsolideerde jaarrekening van een groep van ondernemingen controleert, de volledige verantwoordelijkheid draagt voor de accountantscontrole van de geconsolideerde jaarrekening in kwestie. Zodoende is de groepsaccountant verplicht het werk van andere accountants te beoordelen en daarover schriftelijke informatie bij te houden.

Bijdragen tot een kwalitatief hoogwaardiger en transparanter accountantscontrole

De invoering van internationale standaarden voor accountantscontrole, zoals het richtlijnvoorstel voorschrijft, moet ertoe leiden dat de accountantscontrole overal in de EU van even goede kwaliteit is. Het is de bedoeling dat de Commissie in overleg met de lidstaten deze standaarden goedkeurt, nadat daarover eerst een passende raadpleging is gehouden. Verplichte permanente scholing van het controlepersoneel moet een goede kennis van deze standaarden in de hand werken. Voorts zouden alle accountants en accountantskantoren verplicht zijn kwaliteitsbeoordelingen te ondergaan. Accountantskantoren die beursgenoteerde vennootschappen, banken of verzekeringsmaatschappijen controleren, zouden jaarlijks transparantieverslagen moeten publiceren die inzicht bieden in het accountantskantoor, het internationaal netwerk waartoe het behoort en de overige niet-controlediensten die het verricht. Dit verslag moet onder meer de volgende elementen bevatten: een verklaring inzake corporate governance, een beschrijving van het interne kwaliteitscontrolesysteem en een bevestiging door het bestuur van het accountantskantoor dat dit systeem doelmatig functioneert.

Versterking van het regelgevingskader en handhaving van de regelgeving

Andere onderdelen van het voorstel zijn erop gericht het externe toezicht op accountants te versterken. Zo legt het richtlijnvoorstel gemeenschappelijke criteria vast voor externe-toezichtstelsels. Er wordt met name als voorwaarde gesteld dat deze stelsels hoofdzakelijk moeten worden beheerd en ten uitvoer moeten worden gelegd door personen die geen accountant zijn, maar dat een voldoende aantal onder hen ervaring en/of deskundigheid op het gebied van accountantscontrole moet bezitten. Het richtlijnvoorstel voorziet tevens in de instelling op EU-niveau van een regelgevend comité voor accountantscontrole. Aldus kunnen gedetailleerde maatregelen ter uitvoering van de richtlijn snel worden vastgesteld of gewijzigd en kunnen nieuwe ontwikkelingen voortdurend op de voet worden gevolgd, waardoor er passend op kan worden gereageerd. Het voorstel bevat tevens een conceptmodel voor de samenwerking tussen de relevante autoriteiten van de lidstaten. Dit model is gebaseerd op het beginsel dat het toezicht wordt uitgeoefend door de lidstaat van herkomst, hetgeen betekent dat de toezichthouders van de lidstaat waar het accountantskantoor gevestigd is, de volledige verantwoordelijkheid dragen voor het toezicht op het betrokken kantoor, dat op grond daarvan in de gehele EU activiteiten kan ontplooien. Het individuele controlepersoneel moet echter zijn vakbekwaamheid en kennis van de wetgeving van het betrokken land kunnen bewijzen voordat het wettelijke accountantscontroles in een andere lidstaat mag verrichten. In het richtlijnvoorstel zijn tevens procedures neergelegd voor de informatie-uitwisseling tussen nationale toezichtinstanties in het kader van onderzoeken. Om een betere samenwerking met toezichtinstanties uit derde landen, zoals de US PCAOB, mogelijk te maken, staat het richtlijnvoorstel toe dat ook met derde landen wordt samengewerkt op basis van het beginsel dat het toezicht wordt uitgeoefend door het land van herkomst.

Nieuwe mogelijkheden voor accountantskantoren

Ten slotte maakt het voorstel het niet alleen mogelijk wanpraktijken en plichtsverzuim aan te pakken, maar biedt het ook nieuwe mogelijkheden voor de overgrote meerderheid van eerlijke, plichtsbewuste en bekwame accountants. Zo staat het accountants uit om het even welke lidstaat toe in alle andere lidstaten accountantskantoren te bezitten en te besturen. Dit moet de verdere integratie van Europese accountantskantoren bevorderen en de markt helpen openen.

Voor nadere bijzonderheden in verband met het richtlijnvoorstel, zie MEMO/04/60 (vaak gestelde vragen). De volledige tekst van het voorstel is beschikbaar op:

http://europa.eu.int/comm/internal_market/en/company/audit/index.htm .