Gemeente Rotterdam

Nr. 34
16 maart 2004

Hogere waardering voor de aanpak van Schoon en Heel

'Schoon en heel op straat' blijft voor de Rotterdammers het belangrijkste onderwerp waaraan het gemeentebestuur moet werken. Het college van burgemeester en wethouders krijgt meer waardering voor de inspanningen op dit terrein. De hoogste waardering blijven Rotterdammers geven aan inspanningen op het gebied van veiligheid, met name rondom Centraal Station en in het openbaar vervoer. De groep Rotterdammers die iets merkt van de acties van het gemeentebestuur om te stad te verbeteren groeit significant. De groep Rotterdammers die dat om zich heen ziet gebeuren, is even groot als de groep die dat weet via radio, tv en gedrukte pers.

De vierde belevingsmonitor geeft in vergelijking met de nulmeting van een jaar geleden duidelijk groei te zien: een grotere bekendheid met de aanpak van het College, een groeiende waardering voor de inspanningen en een steeds duidelijker imago. Positieve waardering wordt in de eerste plaats gegeven aan de inspanningen op het gebied van veiligheid en dan vooral op en rond Centraal Station en in het openbaar vervoer. Het college van burgemeester en wethouders krijgt in de ogen van burgers en ondernemers een steeds duidelijker profiel. De waarderingen "ze weten wat er leeft", "leggen goed uit wat ze aanpakken en waarom", "spreken burgers aan op hun verantwoordelijkheden" en "verbeteren de dienstverlening" zijn steeds meer een constante geworden in de oordeelsvorming.

Het 'prioriteitenlijstje van de Rotterdammers' komt goed overeen met dat van het gemeentebestuur. De vijf collegeprioriteiten (veiligheid, huisvesting, onderwijs & jeugd, economie, inburgering) blijven ook voor de Rotterdammers de belangrijkste items. Er is wel een aantal opvallende stijgers in de rangorde die de respondenten erin aanbrengen. Huisvesting, en dan in het bijzonder het terugdringen van illegale en onveilige woonsituaties en een gevarieerd woningaanbod, wordt steeds meer genoemd als onderwerp waaraan het gemeentebestuur moet werken. Die trend is in de vorige meting ook al waargenomen. Snelste stijger en relatieve nieuwkomer op het prioriteitenlijstje van de Rotterdammers is werkgelegenheid. Bijna 40% van de Rotterdammers geeft op dit moment aan dit een steeds groter probleem te vinden. Het College herkent de zorgpunten en heeft onder meer in het actieprogramma 'Rotterdam zet door. Op weg naar een stad in balans' al een versnelling in de aanpak van deze problemen in gang gezet.

Als de aanpak werkt, daalt de prioriteit en stijgt de waardering Onverminderd blijft het verband tussen prioriteitstelling en waardering. Meer waardering voor de inzet van het College, zoals bij openbaar vervoer en Rotterdam CS, leidt tot een lagere prioriteit bij de Rotterdammers. Omgekeerd is het ook zo: huisvesting en economie stijgen als prioriteit van de Rotterdammers. De inspanning van het College op deze terreinen mag groter worden. Bijzondere uitzondering hierop vormt Schoon en Heel. Dit onderwerp staat al vanaf de eerste meting op de hoogste plaats van het problemenlijstje van de Rotterdammers. Daarentegen stijgt nu voor het eerst de waardering voor inspanningen van College op dit terrein.

In deze belevingsmonitor is wederom aan de Rotterdammers gevraagd wat hun oordeel is over stellingen over een aantal actuele onderwerpen. Een groot aantal van die stellingen is gekoppeld aan de discussie over 'kansarmen' en de presentatie van het actieprogramma "Rotterdam zet door" (december 2003). Van alle respondenten meent 63%, dat de landsregering te weinig begrip toont voor de problemen in Rotterdam. Maar liefst 62% meent dat het gemeentebestuur streng moet zijn ten aanzien van wie in Rotterdam mogen komen wonen. Eén op de drie Rotterdammers wil (misschien) een bijdrage leveren aan de inburgering van nieuwkomers en 15% overweegt uit de stad te verhuizen naar aanleiding van de discussie over 'kansarmen'. Bijna de helft is het met het College eens dat er meer woningen in probleemwijken beschikbaar moeten komen voor hogere inkomens. 48% meent dat Rotterdam vaak negatiever in het nieuws komt dan de werkelijkheid rechtvaardigt en evenveel Rotterdammers vinden dat het gemeentebestuur eerlijk is over de problemen in de stad.

Ook in deze enquête is gevraagd over welke wethouders de Rotterdammers de afgelopen maanden het meest hebben gehoord of gelezen. 33% van de respondenten kan spontaan een wethouder noemen. Wethouder Van der Tak wordt, evenals bij de vorige meting, verreweg het meest genoemd. De bekendheid van de burgemeester is niet gemeten.

Het onderzoek is de uitkomst van een schriftelijke enquête onder 1250 willekeurig geselecteerde Rotterdammers van 16 jaar en ouder. De respons was deze keer 43 % (541 personen), de representativiteit van de steekproef is goed. Elk kwartaal wordt dezelfde vragenlijst gebruikt, alleen de stellingen over actuele onderwerpen worden elke meting geactualiseerd. Dit onderzoek is een belevingsmonitor en geen beleidseffectrapportage of een voortgangsmonitor (zoals bijv. de Veiligheidsindex). Het is een meting van de herkenning en waardering van het College en de inspanningen die het verricht.

noot voor de redactie/