CBS

Herziene versie (zie mededeling PB04-800 d.d.11 maart 2004)

Inflatie in februari gedaald naar 1,2 procent
De inflatie is in februari 2004 verder afgenomen en uitgekomen op 1,2 procent. Dit is de laagste uitkomst sinds november 1989. De daling van de inflatie in februari wordt vooral veroorzaakt door de prijsontwikkeling van voedingsmiddelen en autobrandstoffen. Dit blijkt uit het consumentenprijsindexcijfer van het CBS. De inflatie volgens de Europees geharmoniseerde methode daalde 0,2 procentpunt en kwam uit op 1,3 procent.

Prijzen in februari iets hoger dan in januari
Van januari op februari 2004 zijn de prijzen gemiddeld 0,5 procent gestegen. Deze stijging is vrijwel geheel toe te schrijven aan kleding en schoeisel. Die werden in februari flink duurder door het aflopen van de uitverkoop en de introductie van de zomercollectie. De prijzen van voedingsmiddelen en alcoholvrije dranken zijn in februari gemiddeld 0,3 procent gedaald ten opzichte van januari. Vooral verse groenten, aardappelen en eieren werden goedkoper. Roken is in februari nog niet duurder geworden. Dat komt doordat de consument nog vrijwel uitsluitend rookartikelen tegen oude prijzen heeft kunnen kopen. Weliswaar zijn per 1 februari de accijnstarieven voor tabaksartikelen fors verhoogd en hebben ook de fabrikanten prijsverhogingen aangekondigd, maar de nieuwe prijzen zijn in de winkels nog nauwelijks aangetroffen.

Voeding en autobrandstoffen drukken inflatiecijfer Voedingsmiddelen en alcoholvrije dranken waren in februari 1,2 procent goedkoper dan een jaar geleden. Vorige maand was de daling op jaarbasis nog 0,5 procent. Hierdoor is het inflatiecijfer gedaald. Op jaarbasis zijn vooral de prijzen van koffie, thee, mineraalwater en frisdranken sterk gedaald. Autobrandstoffen waren in februari gemiddeld vrijwel even duur als in januari. Vorig jaar werd tussen januari en februari een sterke prijsstijging voor autobrandstoffen gemeten. De prijsontwikkeling van autobrandstoffen drukte daarom de inflatie van februari. Voor kleding en schoeisel werden in februari gemiddeld nagenoeg dezelfde prijzen gemeten als in februari vorig jaar. In januari waren kleding en schoeisel nog ruim 3 procent goedkoper dan een jaar geleden. Deze ontwikkeling duwde het inflatiecijfer iets omhoog. Woonlasten bepalen grootste deel inflatie
De woonlasten maken een steeds groter deel uit van de inflatie. Terwijl in veel andere artikelgroepen de prijsstijgingen verminderden, waren huisvesting, water en energie gemiddeld 3,3 procent duurder dan een jaar geleden. Hierdoor bepaalden woonlasten 0,8 procentpunt van de totale inflatie van 1,2 procent. De tarieven van consumptiegebonden belastingen en overheidsdiensten zijn gemiddeld 4,9 procent hoger dan een jaar geleden en bepalen 0,2 procentpunt van de inflatie. Ook dit betreft voornamelijk woonlasten.

Inflatie volgens Europese rekenregels ook gedaald
De Nederlandse inflatie volgens de Europees geharmoniseerde norm is van januari op februari 2004 gedaald van 1,5 naar 1,3 procent. Dit is de laagste uitkomst sinds september 1998. Eurostat, het Europese statistische bureau, raamt de inflatie in de Eurozone in februari op 1,6 procent. Binnen de Eurozone was de inflatie in januari met 0,8 procent het laagst in Finland. Ook in Nederland, Oostenrijk, Duitsland en België was de inflatie lager dan het gemiddelde van de Eurozone. Dat gemiddelde bedroeg in januari 1,9 procent. In Griekenland was de inflatie het hoogst met 3,1 procent.

Technische toelichting
De inflatie in Nederland wordt gemeten als de stijging van de consumentenprijsindex ten opzichte van de overeenkomstige periode in het voorgaande jaar. De consumentenprijsindex (CPI) geeft het prijsverloop weer van een pakket goederen en diensten, zoals dit gemiddeld werd aangeschaft door huishoudens in Nederland. De gemiddelde prijsverandering heeft betrekking op het consumptiepakket van alle huishoudens. De reeks is gebaseerd op het consumptiepakket uit het jaar 2000. De definitieve uitkomst van de CPI over januari 2004 is iets lager dan de voorlopige uitkomst, die vorige maand is gepubliceerd. Op grond van nagekomen informatie is de index voor autoverzekeringen aangepast. Daarnaast zijn er enkele minimale bijstellingen voor consumptiegebonden belastingen en voor gas en elektriciteit. Door deze bijstellingen is het inflatiecijfer 0,1 procentpunt naar beneden bijgesteld. De bijstellingen hadden na afronding geen effect op de uitkomsten van de afgeleide reeks en van de Europees geharmoniseerde norm (HICP).

Afgeleide consumentenprijsindex
In de afgeleide consumentenprijsindices van het CBS is het effect van veranderingen in de tarieven van de productgebonden belastingen en subsidies en van de consumptiegebonden belastingen uit de prijsontwikkeling geëlimineerd.

Europees geharmoniseerde consumentenprijsindex (HICP) De geharmoniseerde indices dienen speciaal voor het vergelijken van de inflatie tussen de lidstaten van de Europese Unie. De consumentenprijsindex voor de monetaire unie (EURO-12, CPIMU) geeft de gemiddelde prijsontwikkeling weer in de landen die deelnemen aan de Economische en Monetaire Unie, ofwel de Eurozone. De EU-15 geeft de gemiddelde prijsontwikkeling weer in de 15 lidstaten van de Europese Unie. De uitkomsten over februari voor de afzonderlijke landen van de Europese Unie zullen op 17 maart worden gepubliceerd door Eurostat. Meer achtergrondinformatie over de consumentenprijsindex is te vinden op: http://www.cbs.nl/nl/publicaties/artikelen/macro-economie/prijzen/index.htm

PB04-036
11 maart 2004
14.00 uur
Centraal Bureau voor de Statistiek
Persbericht