Ingezonden persbericht


Den Haag, 15 maart 2004

Vragen van het lid Crone (PvdA) aan de staatssecretaris van Financiën


* In een persbericht noemt de staatssecretaris het Besluit* aangaande de nieuwe reiskostenvergoeding administratief eenvoudiger'. Vindt de staatssecretaris deze term niet misleidend nu blijkt dat het Besluit pas na 3 maanden na de aangenomen wetswijziging gereed is en uit 14 A-4tjes bestaat?


* Tijdens de behandeling van de nieuwe reiskostenvergoeding in de Tweede Kamer beloofde de staatssecretaris een forse vooruitgang van de vrije vergoeding voor woon-werk-verkeer. Is de staatssecretaris dat nog steeds van mening nu blijkt dat de oude regeling voor vaste vergoedingen was gebaseerd op 260 reisdagen en het besluit op 206 reisdagen?


* Kan de staatssecretaris aangeven hoeveel werknemers in Nederland gebruikmaken van 54 ziekte en verlofdagen?


* In het Besluit wordt rekening gehouden met een gemiddeld kort ziekteverzuim van 16 dagen. Dat betekent een gemiddeld ziekteverzuim van 7,2%. Vindt de staatssecretaris ziek zijn meer de norm dan niet ziek zijn? Is het juist dat bij de vaststelling van een vaste onkostenvergoeding rekening wordt gehouden met ziektedagen?


* In het Besluit is een aparte regeling opgenomen voor een enkele reisafstand voor woon-werkverkeer van meer dan 75 kilometer. Kan de staatssecretaris de zin van deze aparte regeling aangeven? Hoe verhoudt zich dit met de roep om minder regels?


* Voor de saldering van ondermatige en bovenmatige kilometervergoedingen wordt voor de loonheffing van een andere tijdvak uitgegaan dan voor de premieheffing werknemersverzekeringen. Hoe verhoudt zich deze regeling tot minder regels en minder administratieve lasten?


* Op het moment dat een langdurige afwezigheid in redelijkheid is te voorzien, mag de vaste reiskostenvergoeding de lopende en de eerstvolgende kalendermaand nog vrijgesteld worden uitbetaald. Kan de staatssecretaris aangeven hoe de regeling uitwerkt bij 4-wekenloners?


* Kan de staatssecretaris aangeven hoe moet worden omgegaan met een werknemer die een vaste vergoeding voor woon-werk-verkeer krijgt en een andersoortige zakelijke rit, zonder voor- en achteraf op de arbeidsplaats te komen?


* Heeft de staatssecretaris overwogen om de reiskostenvergoedingen te beperken tot hoofdlijnen zodat werkgevers in staat zijn dergelijke regelingen af te stemmen op hun eigen bedrijf, waardoor meer recht wordt gedaan aan de situatie van de werknemers in dat bedrijf?


* Besluit van 12 maart 2004, nr. CPP203/3015M


---

Tweede Kamer der Staten-Generaal
www.tweedekamer.nl

Aan dit bericht kunnen geen rechten worden ontleend. Dit elektronisch bericht is uitsluitend bestemd voor de geadresseerde. Als u dit bericht per abuis hebt ontvangen, wordt u verzocht het te vernietigen en de afzender te informeren.
Wij adviseren u om bij twijfel over de juistheid of de volledigheid van dit bericht contact op te nemen met afzender.
No rights can be derived from this message.
This electronic message is intended only for the addressee. Should you have received this message in error, you are kindly requested to delete it and inform the sender.
Should you question the accuracy or the completeness of this message, you are advised to contact the sender.

---