Regering.nl

Ministeries recent
Kamerstukken
UITGANGSPUNTEN VOOR HET NIEUWE STABILITEITSFONDS

Nederland wil met het nieuwe stabiliteitsfonds snel en flexibel hulp kunnen bieden aan landen en regio's die dreigen af te glijden naar een gewelddadig conflict, of aan gebieden waar zich net een conflict heeft voorgedaan.

Dat schrijven minister Bot (Buitenlandse Zaken) en minister Van Ardenne (Ontwikkelingssamenwerking) in een brief aan de Tweede Kamer. Het doel van het fonds is om de verschillende middelen en instrumenten van het buitenlands beleid meer in samenhang in te zetten.

Uitgangspunten
In de brief formuleren de ministers een beoordelingskader voor activiteiten die mogelijk voor financiering uit het fonds in aanmerking komen.

* Het fonds is bedoeld voor snelle en flexibele ondersteuning bij activiteiten op het snijvlak van vrede, veiligheid en ontwikkeling.


* Het fonds geeft bijzondere aandacht aan projecten voor conflictpreventie en vredesopbouw (waaronder hervormingen van leger en politie).


* Het fonds wordt zoveel mogelijk ingezet in samenhang met andere middelen en instrumenten van het Nederlandse buitenlandbeleid. Financiering van 'geïsoleerde' activiteiten wordt zoveel mogelijk vermeden.


* Het fonds wordt alleen ingezet voor activiteiten in ontwikkelingslanden (DAC-I) of in zogeheten transitielanden (DAC-II).


* Activiteiten moeten zoveel mogelijk een duidelijk einddoel hebben.


* Activiteiten moeten zoveel mogelijk internationaal zijn afgestemd en in lijn zijn met resolutie 1325 van de Veiligheidsraad over 'Women, Peace and Security' (2000).

De ministers schrijven wel dat 'gezien de onvoorspelbaarheid en complexiteit van hedendaagse conflicten het niet altijd mogelijk of wenselijk zal zijn aan al deze punten te voldoen'.

Inzet
De bewindslieden geven verschillende voorbeelden waarvoor het fonds kan worden ingezet, zoals ondersteuning van vredesdialogen, het uitzenden van waarnemers en deskundigen voor crisisbeheersing, de demobilisatie van strijders en de hervorming of wederopbouw van leger en politie. De inzet moeten zoveel mogelijk gerelateerd zijn aan een formeel vredesproces. Ook moeten de activiteiten zowel een veiligheids- als een ontwikkelingsdimensie hebben.

De inzet van het fonds richt zich voor een belangrijk deel op de gebieden die in het Nederlandse buitenlandbeleid een bijzondere positie hebben: de Hoorn van Afrika, het Grote-Merengebied en de Westelijke Balkan. De ministers rekenen ook Afghanistan tot deze groep aandachtsgebieden. Als richtlijn geldt dat driekwart van het budget van het stabiliteitsfonds aan deze gebieden wordt besteed.

Budget
Het fonds wordt gevoed uit een aantal bestaande regelingen (onder andere mijnenfonds, kleinewapenfonds) en uit nieuwe middelen. De ministers verwachten dat voor 2004 een totaal bedrag van ongeveer 20 miljoen euro vrij te besteden is op een totaal budget van 64,2 miljoen euro. De rest van het geld gaat (nog) op aan bestaande verplichtingen, die voor het merendeel in 2004 aflopen.

Bron:



Zie het origineel
Brief aan de Tweede Kamer

Zie ook:
3 okt 2003
Nieuweuitgangspunten ontwikkelingsbeleid

Lijn

© 2002-2003 Rijksvoorlichtingsdienst