Federatie van Ouderverenigingen

Wet Maatschappelijke Ondersteuning

17 maart 2004

Wet Maatschappelijke Ondersteuning (voorheen Zorg)

De Wet Maatschappelijke Ondersteuning (eerder genoemd Wet Maatschappelijke Zorg of dienstenstelsel) zal veel taken uit de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) over nemen. De verantwoordelijkheid voor vrijwel alle niet-intramurale zorg komt bij de lokale overheid te liggen. De overheid wil met deze operatie besparingen realiseren.
Negen cliëntenorganisaties, waaronder FvO, CG-Raad, cliënten uit de GGZ en ouderenorganisaties, hebben zich afgelopen week met een statement tot mw. Ross gewend.

De FvO constateert dat financiële en bestuurlijke overwegingen kennelijk zwaarder wegen dan de kwaliteit van leven van mensen met (ernstige) beperkingen. De cliëntenorganisaties vinden dat mensen met beperkingen desgewenst zoveel mogelijk thuis moeten kunnen wonen, ondersteuning krijgen en participeren in de samenleving. Dat is voor hen dan ook de toetssteen voor het nieuwe stelsel. In het statement aan Ross worden vervolgens de inhoudelijke voorwaarden opgesomd waaraan het nieuwe stelsel moet voldoen (betreffende het landelijk wettelijk kader, toegankelijkheid en informatie, geldmiddelen en toezicht) en ook een aantal procesmatige voorwaarden, zoals realistische tijdsplanning en afstemming.
Uitgangspunt van de FvO is dat het recht op ondersteuning moet blijven bestaan, dat ondersteuning voor onze doelgroep meer is dan zorg, vaak levenslang en levensbreed. Indicatie door de gemeente ondergraaft de rechten en maakt het systeem aanbodgestuurd. In de plannen is de structuur te dominant en de vrees bestaat dat de kleine groep mensen met een verstandelijke handicap met hun specifieke behoeften ondergesneeuwd raakt in het totaal. De FvO en de ouderverenigingen hebben een werkgroep ingesteld om de WMO-ontwikkelingen te volgen. Deze zal zorgen voor tijdige informatie en middelen om landelijk en lokaal onze stem te laten horen.