Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
uw brief van

uw kenmerk

ons kenmerk
VVA. 2004/846
datum
17-03-2004

onderwerp
Ruiming Aviaire Influenza verdachte bedrijven
TRC 2004/2044

bijlagen

Geachte Voorzitter,

Hierbij wil ik u informeren over de maatregelen die zijn getroffen naar aanleiding van meldingen van de Gezondheidsdienst voor Dieren van een serologisch positieve uitslag van Aviaire Influenza (AI) op twee pluimveebedrijven.

datum
17-03-2004

kenmerk
VVA. 2004/846

bijlage

Op basis van het monitoringprogramma op AI dat sinds de vogelpestepidemie van vorig jaar op alle pluimveebedrijven in Nederland wordt uitgevoerd, zijn vorige week in de bloedmonsters van dieren op een pluimveebedrijf in de gemeente Eemsmond (provincie Groningen) en een pluimveebedrijf in de gemeente Lopik (provincie Utrecht) antistoffen tegen het virus aangetroffen.

Hoewel bij de dieren op het pluimveebedrijf in Eemsmond (kippen met vrije uitloop) geen symptomen van de ziekte waarneembaar waren, het CIDC-Lelystad bij vervolgonderzoek het virus niet kon aantonen en het vrijwel zeker om een ongevaarlijke variant gaat (H7-stam van AI), wilde ik geen risico nemen. Daarom heb ik opdracht gegeven om het pluimveebedrijf met 22.000 kippen op zaterdag 13 maart jl. uit voorzorg te ruimen.

De serologisch positieve uitslag op het eendenbedrijf (vrije uitloop) in Lopik werd pas na vervolgonderzoek door het CIDC-Lelystad bevestigd. Hoewel het ook in dit geval vrijwel zeker om een ongevaarlijke variant gaat (H5-stam van AI), is het eendenbedrijf met ruim 800 eenden maandagavond 15 maart jl. preventief geruimd.

Bij beide ruimingen zijn alle noodzakelijke hygiënemaatregelen en alle voorzorgsmaatregelen in acht genomen.

Overigens is er, naar het zich laat aanzien, geen enkele relatie met de uitbraken van Aviaire Influenza in Azië, de Verenigde Staten en Canada.

Monitoringprogramma Aviaire Influenza
Uit onderzoek naar het vogelpestvirus is gebleken dat de vogelpestepidemie van vorig jaar mogelijk is veroorzaakt doordat een milde variant van het virus is veranderd in de agressieve (hoog-pathogene) vorm. Daarop zijn er, zoals ik uw Kamer eerder heb bericht, in overleg met de pluimveesector een monitoringprogramma en een early-warning-systeem opgesteld om de ongevaarlijke variant van Aviaire Influenza te elimineren, voordat deze de kans krijgt zich tot een agressieve vorm te ontwikkelen.

In het kader van het monitoringprogramma worden op alle pluimveebedrijven jaarlijks bloedmonsters genomen. Op bedrijven waar de dieren een uitloop naar buiten hebben, gebeurt dat eens per kwartaal, omdat deze dieren in contact kunnen komen met wilde vogels die de milde AI-variant bij zich kunnen dragen. Tot op heden zijn ongeveer 1.000 bedrijven getest.

Het bedrijf in Eemsmond is het eerste bedrijf dat als serologisch positief op AI uit de test komt. Op 11 maart jl. is de Voedsel en Waren Autoriteit (VWA/RVV) door de Gezondheidsdienst voor Dieren (GD) hiervan op de hoogte gesteld. De door de GD positief uitgegeven monsters zijn door het CIDC bevestigd (H7-stam van AI). Het specialistenteam van de VWA/RVV heeft geen klinische afwijkingen waargenomen. Ter plekke heeft de VWA/RVV een aantal monsters genomen en vervolgens gestuurd naar het CIDC.
Uit de screening van twee andere pluimveebedrijven binnen een 3 km-zone en een contactbedrijf blijkt dat de testuitslagen negatief zijn.

Op 11 maart jl. is de VWA/RVV door de GD op de hoogte gebracht van een serologische positieve uitslag op het eendenbedrijf in Lopik. Het team van de VWA/RVV heeft ook hier geen klinische afwijkingen waargenomen. De door de VWA/RVV genomen monsters zijn gestuurd naar het CIDC. De uitslag van de GD kon bij dit onderzoek van het CIDC niet worden bevestigd. Voor alle zekerheid is een vervolgonderzoek ingesteld en heeft de VWA/RVV opnieuw monsters genomen en door het CIDC laten onderzoeken. Uit de zogenaamde PCR-test kwam 15 maart jl. naar voren dat het daadwerkelijk om het AI-virus gaat (H5-stam van AI). Uit de daarna uitgevoerde sequentie-analyse door het CIDC is op 16 maart gebleken dat het om een laag-pathogeenvirus gaat. De testuitslagen van de screening van andere pluimveebedrijven in de directe omgeving en een contactbedrijf blijken negatief te zijn.

Vervolgacties
De tracering van het eendenbedrijf in Lopik is thans gaande. Hierbij worden contactbedrijven van dit bedrijf in kaart gebracht en indien noodzakelijk worden op deze bedrijven monsters genomen. De Algemene Inspectiedienst zal hierbij participeren.

Beide pluimveebedrijven zijn uit voorzorg geruimd. Op basis van nader onderzoek van monsters op deze bedrijven en verdere ervaringen met het monitoringprogramma zal ik deze voorzorgsbenadering de komende tijd evalueren.

Ik heb de Europese Commissie en via deze de overige lidstaten van de Europese Unie over de bevindingen geïnformeerd en er op gewezen dat de getroffen maatregelen uit voorzorg zijn genomen. Overigens verplicht de Europese Unie niet tot bestrijding van laag-pathogene vormen van AI. De Europese Unie draagt dan ook niet bij in de kosten, hetgeen een tegemoetkoming in de schade aan de betrokken ondernemers overigens niet in de weg staat.

Tot slot
Als er uit het monitoringprogramma nieuwe gevallen van laag-pathogene AI naar voren komen, zal ik uw Kamer daarom door middel van reguliere rapportage op de hoogte brengen.

De minister van Landbouw, Natuur
en Voedselkwaliteit,

dr. C.P. Veerman

PDF-versie van de brief

Voor downloaden van PDF-bestanden: Zie het origineel
Ruiming Aviaire Influenza verdachte bedrijven (PDF-formaat, 36 kB)


---