Gemeente Groningen

woensdag 17 maart:

Groningse grond blijft op Groningse bodem

Het college van burgemeester en wethouders wil als proef dat licht verontreinigde grond uit de stad vaker opnieuw gebruikt gaat worden op sommige plekken op de Groningse bodem. In de hele stad zijn op verschillende plekken bouwactiviteiten aan de gang. Daar komt grond bij vrij. Soms is die grond licht verontreinigd. Deze grond mag alleen onder bepaalde voorwaarden op-nieuw gebruikt worden. B&W willen nu dat deze voorwaarden ruimer worden, zodat licht ver-ontreinigde grond uit Groningen vaker in Groningen hergebruikt kan worden. Daardoor is het niet langer nodig schone grond van ver te halen, terwijl geschikte grond binnen handbereik is.

Het college wil een proef doen om licht verontreinigde grond te hergebruiken, waarbij de grond geschikt is voor het beoogde gebruik. Het ministerie van VROM volgt met belangstelling het Groningse experiment. De plaatsen voor de proef moeten nog gekozen worden, maar gedacht wordt aan de demping van de Hunzevijver (daar komen straks de parkeerplaatsen bij het voetbalstadion Euroborg) en bijvoorbeeld de eindafdekking van gesloten stortplaatsen. De ervaringen met deze proef moeten aangeven of op lange termijn (5 7 jaar) licht verontreinigde grond ook gebruikt kan worden bij het ophogen van een of twee industrieterreinen in de stad.

Bij de nieuwe aanpak is het belangrijk dat licht verontreinigde grond alleen gebruikt wordt op een plek waar de functie dat toestaat (bijvoorbeeld het ophogen van de bodem voor parkeerplaatsen). Het college hecht bovendien aan het milieurendement dat behaald wordt door binnen de gemeente-grenzen vaker een nieuwe toepassing te vinden voor deze categorie grond. Anders zou schone grond uit andere delen van Nederland gehaald worden. Zo blijft Groningse grond dus op de Groningse bodem.

Daarnaast heeft de Milieudienst in opdracht van het college een Bodembeheerplan geschreven. In het plan is aangegeven in welke gebieden binnen de gemeente Groningen het gebruik door de eeuwen heen heeft geleid tot een lichte bodemverontreiniging. Het gaat daarbij vooral om de stoffen zink, lood en PAK (koolresten).

Met de zogeheten bodemkwaliteitskaarten optimaliseert het college de mogelijkheden voor her-gebruik van grond. In sommige situaties is daarom herhaling van bodemonderzoek niet meer nodig. Het plan is bedoeld voor aannemers en ingenieursbureaus die regelmatig met grondverzet te maken hebben. Van 17 maart tot 14 april liggen beide notas ter inzage voor inspraak.