Partij van de Arbeid


Den Haag, 17 maart 2004


PvdA: dragen van hoofddoekjes vooral vrije keuze


De PvdA staat pal voor de keuzevrijheid van meisjes en vrouwen. Dat betekent dat wij de druk om hoofddoekjes tegen de eigen e eigen oofddoekjes tegen huns voor de klas?wil te dragen sterk afkeuren, maar ook dat we zeer terughoudend zijn met het beperken van de vrijheid om hoofddoekjes, keppeltjes of kruizen etc. te dragen. Het gaat hier om de vrijheid van meningsuiting, de vrijheid van godsdienst en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer. Met deze grondrechten mogen we niet licht omspringen. Werkgevers en schoolbesturen mogen zelf regels stellen, als bijvoorbeeld de gewone communicatie er door wordt gehinderd, zoals dat bijvoorbeeld bij een gehele gezichtssluier het geval kan zijn. De Commissie Gelijke Behandeling toetst deze regels aan de Wet gelijke behandeling. Er is geen reden het beleid op dit punt te veranderen.


Wat de PvdA betreft, is er geen reden te twijfelen aan de neutraliteit van ambtenaren wanneer ze een hoofddoekje dragen. De neutraliteit van ambtenaren is gewaarborgd, doordat zij wetten en regels uitvoeren binnen de context van artikel 1 van de Grondwet: gelijke gevallen worden gelijk behandeld. De politiek is daarvoor verantwoordelijk en ziet daarop toe. Als een burger het gevoel heeft dat hij niet goed behandeld is, kan hij de rechter om een oordeel vragen.


De enige uitzondering op deze grondrechtelijke vrijheid is de rechtbank zelf. De rechterlijke macht moet onafhankelijk van de politiek en onpartijdig tot een oordeel komen. Daarom gelden er al sinds jaar en dag kledingvoorschriften voor rechtbanken. Deze moeten worden uitgebreid met een duidelijk verbod op religieuze uitingen.