Vrije Universiteit Amsterdam

Informatie voor de pers. Vrije Universiteit Amsterdam. 09/03/2004


---

Ziel & Zaligheid in Nederland na 1950

Verdwijnt de religie in Nederland voorgoed of maakt de religie slechts plaats voor andere vormen van "spirituele beleving"? En is in dat laatste geval "secularisatie" nog wel een geloofwaardig concept? Rond deze vragen organiseert het VU-centrum voor Nederlandse Religiegeschiedenis (ReLiC) op 19 maart het symposium Ziel & Zaligheid in Nederland na 1950.

Twee van de sprekers, de VU-hoogleraren Anton van Harskamp (bijzonder hoogleraar Religie, identiteit en civil society) en James Kennedy (hoogleraar Nieuwste geschiedenis) ontvouwen op deze dag hun visie op de ontkerkelijking in Nederland. Van Harskamp: "Het is mode geworden om te roepen: "Er is geen secularisering, we maken slechts een transformatie van religie mee kijk maar naar de nieuwe religiositeit en de belangstelling voor spiritualiteit!" Maar dit cliché gaat niet op. Het is wel degelijk mogelijk om de geschiedenis van de religie in Nederland vanaf de jaren "50 tot op heden in termen van secularisering te zien. We mogen ons zelfs afvragen of, wanneer de nabije toekomst, zeg die vanaf nu tot 2030, "verleden" zal zijn geworden, er nog wel een geschiedschrijving van de religie in Nederland mogelijk zal zijn."

Kennedy ziet ook dat er weinig meer over is van het religieuze leven zoals dat er was in het Nederland van 1950, maar hij kijkt anders tegen het secularisatieconcept aan: "Het is ook mogelijk om de laatste vijftig jaar te zien als een toenemende en dynamische concurrentiestrijd tussen twee verschillende en soms tegenovergestelde vormen van religie, namelijk de publieke theologie (waarin theologie het openbare leven dient) en de persoonlijke spiritualiteit. Kerkelijke theologie is in die periode nagenoeg verdwenen als invloedrijke kracht in Nederland."

De dag staat in het teken van het paradoxale verschijnsel dat de kerken leger zijn dan ooit en tegelijk religieus besef en symboliek onder de bevolking groeien. Opvallend is daarbij dat ook mensen die van huis uit niets met kerkelijke instituties te maken hebben, bijna instinctief religieuze woorden hanteren, religieuze handelingen uitvoeren en religieuze gevoelens uitdrukken. Soms openbaart zich dat op straat, zoals bij de stille tocht die volgt op een schokkende, gewelddadige gebeurtenis. Compleet met bloemenzeeën en kaarsen, lijken deze bijeenkomsten op "liturgieën van de straat". Deze uitingen van religiositeit zijn niet meer verbonden met kerkelijke instituties. We zijn toe aan nieuwe benaderingen van onze religiegeschiedenis.

Enkele van de andere sprekers op de dag zijn:

Jos Becker
(Sociaal en Cultureel Planbureau, Den Haag): "Het is steeds moeilijker geworden om met onderzoek iemands kerkelijke gezindte op het spoor te komen. Volgens sommige onderzoeken zijn er nu in Nederland 40% buitenkerkelijken, volgens andere 60%. De oorzaak van dit verschil is gelegen in de sterk toegenomen randkerkelijkheid en in de manier, waarop onderzoekers die behandelen. Hoe dit in zijn werk gaat, zal aan de hand van recent onderzoek gedemonstreerd worden."

David Bos
(Universiteit van Amsterdam): "Het ´ezelproces´ tegen Gerard Reve, in de jaren 1966-1968, geldt als mijlpaal in de Nederlandse cultuurgeschiedenis: de hem verleende vrijspraak zou tekenend zijn voor de manier waarop Nederland zich in de jaren zestig ontwikkelde van een natie van predikanten en pastoors tot een land van dichterlijke vrijheid."

Peter Nissen
(Katholieke Universiteit Nijmegen): "Ik zal in mijn lezing ingaan op binnenkerkelijke ontwikkelingen vanaf 1950 en dan de rooms-katholieke kerk in Nederland als casus nemen. Thema´s die aan de orde komen zijn die van de ´geloofsverdamping´ en het veranderend kerkelijk beleid: hoe werd door de kerkelijke leiding wel of niet ingespeeld op de veranderende maatschappelijke positie van geloof en kerk?"