De Unie



Werknemers succesvol bij vinden andere baan

Menig werknemer in de banken- en verzekeringsbranche ziet zijn functie verdwijnen. Werknemers worden boventallig verklaard en kunnen in de meeste gevallen op zoek naar een andere baan. Hielden de vakbonden voorheen vast aan het adagium 'niemand de deur uit', tegenwoordig wordt ingezet op 'van werk naar werk'. Unie-bestuurder Gerwin van der Lei zet een aantal initiatieven op een rij.

Gesteund door vakorganisaties stelden werknemers zich tot voor kort op het standpunt dat bij winstgevende organisaties boventalligheid slechts een probleem van de werkgever is. 'Niemand de deur uit' was de opdracht aan de werkgever. Deze opdracht werd vastgelegd in een Sociaal Plan, waarna de werknemer thuis ging wachten op de prachtige nieuwe functie die hem aangeboden moest worden.

Gevolg van het traditionele Sociaal Plan is dat de werknemer passief werd en de werkgever zich geen raad wist met deze werknemers. De werknemer kon met behoud van inkomen kruipend naar 'de finish'. Opgebrand vertelt deze werknemer op verjaardagsfeestjes dat het vroeger zoveel beter was, toen werd je tenminste nog gewaardeerd voor je werk¼

Geen hangmat
De inzetbaarheid van de werknemer is steeds meer een gezamenlijke verantwoordelijkheid van werknemer en werkgever geworden. Ten opzichte van de traditionele Sociaal Plannen krijgt de werknemer nu een stevige duw in de rug op het moment dat hij boventallig wordt. Het huidige beleid kenmerkt zich door optimale ondersteuning van de werknemer tegen de verplichting voor de werknemer zich keihard in te spannen voor het vinden van ander werk. Fortis ASR stelde onlangs dat een Sociaal Plan een vangnet moet zijn, geen hangmat.

De termijn waarbinnen de werknemer een baan moet kunnen vinden, verschilt per Sociaal Plan. Voor vakorganisaties is uitgangspunt dat de termijn voldoende moet zijn om een geschikte andere functie te vinden, bij voorkeur intern. De bemiddelingstermijn varieert van drie maanden (AXA) tot oneindig (Rabobank). Na afloop van deze termijn wordt bepaald of de bemiddelingstermijn al dan niet wordt voortgezet.

Mobiliteitsbureau
Nagenoeg elke bank en verzekeraar heeft een mobiliteitsbureau dat de boventallige werknemer ondersteunt bij de zoektocht naar ander werk. Voorwaarde voor het goed functioneren van het mobiliteitsbureau is dat deze activiteit onderdeel is van een integrale aanpak in de organisatie om boventalligheid aan te pakken. Bij Achmea bestaat deze aanpak bijvoorbeeld uit:

* een absolute vacaturestop voor alle niveaus, externe werving vindt pas plaats na instemming van de Raad van Bestuur;
* alle vacatures worden bij het mobiliteitscentrum gemeld, waarna boventallige werknemers voorrang hebben boven andere interne sollicitanten;

* de 'oude' leidinggevende blijft verantwoordelijk voor de boventallige werknemer;

* in het bemiddelingsproces worden duidelijke afspraken met de werknemer gemaakt en wordt er periodiek geëvalueerd.

Resultaat van deze integrale aanpak is dat nagenoeg alle boventallige werknemers een andere baan vinden, hoofdzakelijk binnen de eigen organisatie. Naarmate de tijd verstrijkt, wordt het aanzienlijk moeilijker de werknemer te plaatsen. Het accent van een goede bemiddeling ligt daarom in het begin van het traject. Dit in tegenstelling tot de traditionele insteek dat de werknemer eerst het verlies van zijn baan moet verwerken om succesvol op zoek te kunnen naar een andere baan.

De kans voor een geslaagde bemiddeling neemt elke dag verder af. Daar komt bij dat de mogelijkheden intern inmiddels slechter worden. De vacaturekranten bij banken en verzekeraars zijn nog nooit zo dun geweest. Als de eerste zes maanden bemiddeling tot niets heeft geleid, wordt de werknemer bij Fortis ASR daarom voor de keuze gesteld: uitdiensttreding onder toekenning van een vergoeding of gegarandeerd inkomen door in dienst te treden van een detacheringbureau. Als de werknemer voor de eerste optie kiest, dan zal hij niet in aanmerking komen voor een WW-uitkering, omdat deze uitkering nou eenmaal de voorwaarde kent dat passend werk (optie 2) geaccepteerd moet worden. De werknemer heeft in tegenstelling tot een traditioneel Sociaal Plan meer keuzemogelijkheden.

Het ligt in de verwachting dat naarmate de onzekerheid van ander werk toeneemt, de werknemer eerder zal kiezen voor de detacheringconstructie. Deze biedt immers een garantie op inkomen en een kans op werk. Andere verzekeraars hebben al interesse getoond voor deze constructie. Vakorganisaties zijn nog terughoudend, aangezien zij de eerste ervaringen af willen wachten.

De slechtere arbeidsmarkt leidt er inmiddels toe dat de meest kwetsbare groepen tussen wal en schip dreigen te vallen. Veel mobiliteitscentra hebben moeite met de bemiddeling van werknemers tussen de vijftig en 55 jaar alsmede lager opgeleide vrouwen rond de veertig jaar. De problemen die voor deze groepen ontstaan, blijken niet met curatief beleid op te lossen. Verzekeraars zullen daarom veel meer het accent moeten leggen op preventief beleid om te voorkomen dat een kwalitatief werkgelegenheidprobleem ontstaat. Oude thema's als employability en leeftijdsbewust personeelsbeleid dienen weer hoog op de agenda geplaatst te worden. Voorkomen is immers beter dan genezen.

Gerwin van der Lei is onderhandelaar bij vakbond De Unie.

vrijdag, 19 maart 2004