Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Antwoorden op kamervragen van de Kamerleden Kant (SP) en Van der Vlies (SGP) over cosmetische chirurgie.
(2030409110)

1
Wat is uw algemene reactie op de documentaire Borsten Business? 1)

1
Zembla heeft zich met de documentaire "Borsten Business" gericht op enkele zaken binnen de plastische chirurgie. Het programma past binnen de traditie van Zembla: interessante documentaires op basis van aansprekende casuïstiek. Dergelijke berichten in de media leiden vaak tot kamervragen.

2
Wat is uw reactie op het feit dat in de commerciële cosmetische chirurgie misleidende termen als dermachirurg en medisch estheticus worden gebruikt? 3
Bent u van mening dat het, in dit kader, gebruiken van dergelijke termen verboden zou moeten worden? Zo neen, waarom niet? Zo ja, hoe en op welke termijn kunnen wij actie hierop verwachten?

2 en 3
In antwoord op vraag 2 en 3 verwijs ik voor het voeren van een misleidende titel naar mijn antwoorden op de vragen 2 en 3 van de leden Heemskerk en Arib (DBO-K-U-2460686). Het ten onrechte voeren van beschermde titels of daarop gelijkende (misleidende) titels is verboden. Iemand die wel arts maar geen chirurg is (beschermde titel) mag zich ook geen dermachirurg noemen.
Het verbieden van niet beschermde titels lost mijns inziens niets op. Van geval tot geval moet worden bezien of er bij het gebruik van een niet beschermde titel sprake is van misleiding van patiënt of publiek. Het gebruik van een al dan niet beschermde titel dient te worden bezien in relatie tot de vraag of de betrokken beroepsbeoefenaar gekwalificeerd en bekwaam is om bepaalde handelingen (voorbehouden handelingen) bij een patiënt te verrichten.

4
Bent u van mening dat, omdat de Inspectie van Volksgezondheid onvoldoende toezicht heeft op de Privé-klinieken en lidmaatschap van de Nederlandse Raad voor Privé-klinieken geen garantie biedt voor kwaliteit, er een vergunningenverplichting zou moeten komen? Zo ja, hoe gaat u dat regelen? Zo neen, waarom niet?

4
Ik ben van mening dat er geen vergunningenverplichting voor privé-klinieken hoeft te komen. Vergunningen worden in de gezondheidszorg afgegeven aan instellingen die collectief gefinancierde zorg leveren. Privé-klinieken voeren behandelingen uit die door particulieren zelf gefinancierd worden. De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) heeft de wettelijke taak om toezicht te houden op de BIG-geregistreerde beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg, dus ook op beroepsbeoefenaren die in een privé-kliniek werken. Of een kliniek wel of geen vergunning heeft doet er voor het houden van toezicht dan ook niet toe. Wel ben ik aan het onderzoeken hoe in het kader van de Kwaliteitswet zorginstellingen duidelijker kan worden aangegeven dat de IGZ ook bevoegd is toezicht te houden op het organisatorische verband waarin de zorgverlening door de privé-kliniek als instelling plaatsvindt.

5
Bent u, gezien de huidige berichten, en de schade die het kan toebrengen aan de gezondheid van mensen, wel bereid om over te gaan tot een wijziging van de wet om een registratieplicht in te voeren, anders dan in uw brief van 31 oktober 2004? 2) Zo neen, waarom niet?

5
Nee. Zoals ik in mijn antwoord op vraag 4 reeds heb gemeld, voldoet het instrumentarium dat de IGZ voor het houden van toezicht heeft.

6
Vindt u het acceptabel dat operatiekamers van reguliere ziekenhuizen gebruikt worden voor commerciële niet medisch noodzakelijke behandelingen terwijl er een wachtlijst bestaat voor medisch noodzakelijke plastische chirurgie? Zo neen, wat gaat u hierop ondernemen?

6
Ik vind het niet acceptabel als operatiekamers van reguliere ziekenhuizen worden gebruikt voor commerciële niet medisch noodzakelijke behandelingen wanneer er een wachtlijst bestaat voor medisch noodzakelijke behandelingen. De op grond van de WZV toegestane capaciteiten zijn immers bedoeld voor het realiseren van de noodzakelijke medische zorg. Wanneer die zorg niet in het gedrang komt ­ bijvoorbeeld wanneer men buiten de normale ziekenhuistijden werkt - acht ik benutting van de dan ongebruikte capaciteiten voor andere doeleinden aanvaardbaar. Ik teken daarbij echter aan dat niet alle behandelingen die medisch gezien noodzakelijk zijn direct uitgevoerd dienen te worden. Voor veel behandelingen geldt dat er sprake is van een aanvaardbare wachttijd. In een afspraak tussen zorgverzekeraars en zorgaanbieders zijn daarom streefnormen (Treeknormen) vastgelegd. Deze Treeknormen beschrijven hoe lang er, medisch verantwoord, gewacht kan worden op diverse vormen van zorg.

7
Maken commerciële organisaties zoals Cosmea gratis gebruik van operatiekamers in reguliere ziekenhuizen? Vindt u dit acceptabel? Zo neen, bent u bereid hier onderzoek naar te doen?

7
Het lijkt mij vanzelfsprekend dat ziekenhuizen de extra loon- en materiële kosten doorberekenen wanneer commerciële organisaties gebruik maken van operatiekamers in reguliere ziekenhuizen.

8
Uit de reportage blijkt dat privé klinieken tarieven hanteren die afwijken van het wettelijke tarief vastgesteld door het College Tarieven Gezondheidszorg. Bent u bereid hier onderzoek naar te laten doen door de ECD? Zo neen, waarom niet?

8
Vele prestaties die zelfstandige behandelcentra verrichten zijn opgenomen in de lijst van diagnose behandelingcombinaties waarvoor in de toekomst de tarieven niet meer worden vastgesteld door het CTG. Het ziekenhuis of het zelfstandig behandelcentum bepaalt dan in overleg met de patiënt of verzekeraar het tarief voor die dbc. Het is niet zinvol om thans grootscheeps tarieven te onderzoeken voor dergelijke prestaties. Slechts voor dat deel van de prestaties welke aan wettelijke tariefgrenzen zijn gebonden, zou dan nog een onderzoek kunnen plaatsvinden. Gezien de waarschijnlijke beperkte omvang heeft dat op dit moment geen prioriteit.

9
Een ziekenfonds heeft de mogelijkheid om de kosten voor een correctieve behandeling, omdat er fouten zijn gemaakt in een privé- kliniek, te verhalen op de veroorzaker. Bent u van mening dat dit een vanzelfsprekendheid zou moeten zijn voor zorgverzekeraars?

9
De ziekenfondsen hebben op grond van de wet de taak om, daar waar derden aansprakelijk zijn voor de ziektekosten die in het kader van de Ziekenfondswet (Zfw) gemaakt worden, deze te verhalen (artikel 83b Ziekenfondswet). In die zin is er sprake van een vanzelfsprekendheid. In 1996 heeft de Algemene Rekenkamer in een onderzoek geconcludeerd dat de verhaalsopbrengsten achterbleven bij de opbrengsten die ziekenfondsen daadwerkelijk realiseerden. Om deze reden is met ingang van 1 januari 1998 een prikkel ter stimulering van het regres in de ziekenfondsbudgettering opgenomen. Met ingang van die datum mogen ziekenfondsen een derde van de opbrengstverhaal behouden. Zij kunnen hieruit de kosten van hun verhaalsinspanningen dekken en de eventuele resterende opbrengst toevoegen aan hun wettelijke reserve Zfw. Tot dan toe werd de gehele opbrengstverhaal meegenomen in de budgettering waardoor het voor de ziekenfondsen vanuit een kosten-baten perspectief minder interessant was zich extra in te spannen om de opbrengstverhaal te maximaliseren. Op mijn verzoek heeft het College voor zorgverzekeringen (CVZ) de stimuleringsmaatregel geëvalueerd. De evaluatie heeft uitgewezen dat de stimuleringsregeling ten dele heeft gewerkt. Er is meer aandacht door ziekenfondsen aan het verhaal Zfw besteed, maar verdere verbeteringen lijken mogelijk. Het CVZ is bezig met de uitwerking van deze verbeteringen.

10
Is het mogelijk dat een ziekenfonds het niet kan verhalen omdat de veroorzaker, door het gebrek aan registratie en de vele mutaties, niet meer te achterhalen is? Zo ja, wat gaat u doen om dit te voorkomen?

10
In het algemeen is de veroorzaker van de schade te achterhalen.

1) Zembla, 19 februari jl., nederland 3
2) Kamerstuk 29 200 XVI, nr. 24


---- --