KPMG
Pensioenfonds moet vermogensbeheer aanzienlijk professionaliseren
19 maart 2004
Pensioenfondsen dienen hun vermogensbeheer op korte termijn
aanzienlijk te professionaliseren.
Om een volwaardige partner van de vermogensbeheerder te kunnen zijn,
zullen de fondsen hun kennis van de financiële markten en van
financiële instrumenten, zoals derivaten, flink moeten vergroten.
Alleen dan zullen zij in staat zijn om het beheer op basis van eigen
kennis te kunnen sturen. Als gevolg van de dalende dekkingsgraden is
bij veel pensioenfondsen druk ontstaan om hogere rendementen te
behalen en de risicos te beperken. Dit vraagt om een herbezinning op
het beleggingsbeleid en een professionalisering van het
vermogensbeheer. In dit kader moet ook de rol van het risicomanagement
van het pensioenfonds opnieuw tegen het licht worden gehouden. Zeker
nu er vanuit de toezichthouder extra druk is ontstaan, moet een
pensioenfonds adequaat kunnen aantonen dat de toevoeging van
bijvoorbeeld derivaten aan de portefeuille de kans op onderdekking
niet vergroot.
De malaise op de beleggingsmarkten heeft ervoor gezorgd dat
pensioenfondsen veel kritischer zijn geworden op de kwaliteit van de
toegevoegde waarde van het uitgevoerde vermogensbeheer, constateert
Roel Menken van KPMGs Financial Services. Tot het eind van de jaren 90
was daar minder aandacht voor. In die tijd werd het de beheerder niet
aangerekend als zijn prestaties lichtjes onder de indices van de
belangrijkste financiële markten zaten. Bovendien kostte het kiezen
van en overgaan naar een andere beheerder tijd en geld, een
investering die voor de meeste klanten niet opwoog tegen een beetje
extra rendement. Tegenwoordig zijn pensioenfondsen zeer kritisch zijn
op de geleverde prestaties van de vermogensbeheerder, zowel in
verhouding tot de kosten als tot de prestaties van alternatieve
aanbieders. Om vermogensbeheerders kritisch te kunnen beoordelen, is
het onder meer nodig om de methoden waarmee de prestatie kan worden
gemeten te standaardiseren. Op deze manier worden de
beleggingskwaliteiten van de vermogensbeheerders transparant en beter
vergelijkbaar.
De inmiddels geïntroduceerde GIPS (Global Investment Performance
Standards) worden nu breed gedragen in de Nederlandse markt en zijn de
laatste jaren door veel vermogensbeheerders ingevoerd. Menken: Nu deze
standaard steeds verder oprukt, kunnen pensioenfondsen de
beleggingsrendementen van de verschillende vermogensbeheerders
éénduidig met elkaar vergelijken zonder twijfel over de juistheid en
vergelijkbaarheid van de gepresenteerde cijfers. Dit maakt het voor
pensioenfondsen gemakkelijker om te beoordelen in welke
beleggingscategorie een vermogensbeheerder al dan niet excelleert en
op basis hiervan mandaten toe te kennen. Wij zien dan ook in
toenemende mate dat vermogensbeheerders zich specialiseren in een
specifieke beleggingscategorie of regio waarin zij excelleren.
Voor nadere informatie: Andy Bellm, telefoon (020) 656 7039