Ministerie van Buitenlandse Zaken

Aan de Voorzittervan de TweedeKamerderStaten-Generaal

Binnenhof4

Den Haag


- Directie Verenigde Naties en Internationale Financiële Instellingen

Bezuidenhoutseweg 67

Postbus 20061

2500 EB Den Haag


Datum


- maart 2004

Behandeld


- Esselien van Eerten


Kenmerk


- DVF/IF-044/04

Telefoon


- +31-70-3485162


Blad


- 1/6

Fax


- +31-70-3484803


Bijlage(n)


- - esselien-van.eerten@minbuza.nl


Betreft


- Beantwoording vragen van het lid Karimi over een rapport van British Petroleum

Graag - bieden wij u hierbij- de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door - het lid- Karimi over - een rapport van British Petroleum. Deze vragen werden ingezonden op - 5 maart 2004 met kenmerk - 2030409870.

De Minister voor Ontwikkelingssamenwerking, De Minister van Financiën,

A.M.A. van Ardenne-van der Hoeven G. Zalm

Antwoord van mevrouw Van Ardenne-van der Hoeven, minister voor Ontwikkelingssamen-werking, en de heer Zalm, minister van Financiën, op vragen van het lid kamerlid Karimi (Groenlinks) over rapport van British Petrol.

Vraag 1
Heeft u het artikel 'BP accused of cover-up in pipeline deal' gelezen (1)?

Antwoord
Ja.

Vraag 2
Bent u op de hoogte van de inhoud van het geciteerde rapport, dat British Petrol niet openbaar wil maken? Onderschrijft u de in het artikel gepubliceerde bevindingen van de onafhankelijke consultant Derek Mortimore, dat er ernstige gebreken in het ontwerp van de Bakoe-Tblisi-Ceyhan pijpleiding zitten waardoor lekken hoogst waarschijnlijk worden?

Antwoord
De tekst van het rapport, dat de heer Mortimore in november 2001 voor BP heeft opgesteld, is ons niet bekend. Volgens het artikel in de Sunday Times zou de heer Mortimore twijfels hebben over de soort verf die gebruikt wordt om de lasnaden te behandelen. Uit informatie van de Wereldbank/IFC en de EBRD blijkt dat de gebruikte verf, in tegenstelling tot wat in het krantenartikel wordt gesteld, reeds op grote schaal wordt toegepast in zowel Europa als Noord-Amerika. Wel is nadat in mei 2003 met de constructie van de pijpleiding was begonnen, door de interne kwaliteitscontrole van BTC vastgesteld dat enige haarscheurtjes waren ontstaan in één van de lagen van het anti-roest systeem. Daarop zijn door het bedrijf passende maatregelen genomen. Wereldbank/IFC en EBRD zijn van mening dat bij dergelijke grote projecten in de constructiefase technische problemen niet ongebruikelijk zijn en dat de respons van BTC afdoende was. Een groep van onafhankelijke ingenieurs, die de Banken bijstaat bij technische vragen, heeft bevestigd dat de gebruikte verf technisch superieur is en dat de problemen waren ontstaan door onjuiste toepassing onder koude omstandigheden.

Vraag 3
In hoeverre voldoet het project nog aan de standaarden voor duurzame ontwikkeling van de Wereldbank en de European Bank for Reconstruction and Development (EBRD), die zij volgens u 'volledig zullen nakomen' (2), nu genoemde gebreken aan het licht zijn gekomen?

Antwoord
De standaarden voor duurzame ontwikkeling zijn door de vermeende problemen met de verf niet geschonden. Naar het oordeel van de Wereldbank/IFC en de EBRD hebben de haarscheurtjes geen wezenlijk negatief effect op het project gehad. Conform de leningovereenkomst zullen regulier technische evaluaties worden uitgevoerd door onafhankelijke deskundigen en zal in 2005 een allesomvattende eindevaluatie worden uitgevoerd volgens de hoogste internationale standaarden. Als de oplevering niet bevredigend is dan dienen de sponsoren overeenkomstig de door hen afgegeven bedrijfsgaranties de leningen voortijdig aan de Wereldbank/IFC en de EBRD terug te betalen.

Vraag 4
Heeft er al een jaarlijkse regionale consultatie plaatsgevonden met nationale en internationale belanghebbenden over de voortgang van en het toezicht op het project? Zo neen, wanneer zal deze consultatie plaatsvinden? Zult u er op aandringen dat de bevindingen uit dit vooralsnog geheime, onafhankelijke rapport in deze consultatie worden meegenomen?

Antwoord
In augustus en september 2003 heeft een zestal zogenaamde 'multi-stake holder forum meetings' plaatsgehad in de drie betrokken landen. Het verslag van deze consultaties is geplaatst op de website - www.caspiandevelopmentandexport.com.. Tevens heeft het Caspian Development Advisory Panel in december 2003 het tweede rapport uitgebracht over de sociale-, milieu- en economische effecten van het BTC-project. De CDAP rapporten zijn beschikbaar op - www.caspsea.com.

Zowel de Wereldbank/IFC als de EBRD zijn door milieu-organisaties benaderd over de vermeende problemen met de verflaag en hebben reeds schriftelijk gereageerd.

Vraag 5
Welke andere stappen zult u via de Nederlandse bewindvoerders bij de Wereldbank en de EBRD nemen om deze recente bevindingen aan de orde te stellen en de milieu- en sociale risico's tot een minimum te beperken? Bent u eventueel bereid om, als er geen actie wordt ondernomen, de financiering opnieuw aan de orde te stellen?

Antwoord
De Nederlandse regering is van mening dat de Wereldbank/IFC en de EBRD adequaat hebben gereageerd op de berichtgeving omtrent vermeende problemen met de verflaag. In contacten van de Nederlandse bewindvoerders met beide instellingen, hebben zij opnieuw bevestigd grote waarde te hechten aan naleving van de hoogste internationale standaarden bij de uitvoering van het BTC-project. De Nederlandse regering ziet geen aanleiding om de financiering van het project aan de orde te stellen.


1) The Sunday Times, 15 februari jl.


2) Aanhangsel-Handelingen nr. 1007, vergaderjaar 2002-2003

===