Gesprek met de Tweede Kamer over de uitval van leerlingen met een handicap
in het mbo
Op donderdag 18 maart jl. vond een gesprek plaats tussen de Bve Raad, de FvO
en de CG-Raad met vertegenwoordigers uit de Tweede Kamer. Onderwerp was het
onderwijs aan deelnemrs met een handicap in het middelbaar beroepsonderwijs.
Wat blijkt? Meer dan 60 % van deze groep leerlingen is niet in staat het
diploma te halen, doordat er onvoldoende geld is om het onderwijs te geven
dat ze nodig hebben. Er is extra tijd nodig om stageplaatsen te zoeken en
extra stagebegeleiding te geven, er is meer tijd nodig voor
beroepenoriƫntatie en het onderwijs moet soms aangepast worden.
De Tweede Kamer heeft op 19 februari jl. een motie aangenomen waarin wordt
gepleit voor een onbelemmerde toegang tot het mbo en de regering wordt
verzocht te bezien of daartoe de inzet van de rugzak kan worden uitgebreid.
Het gesprek op 18 maart was dan ook vooral bedoeld om de knelpunten toe te
lichten en aan te geven waarom leerlinggebonden financiering grote voordelen
biedt ten opzichte van meer geld aan de instellingen geven. Als het geld met
de leerling meekomt, wordt een instelling namelijk beloond voor 'goed
gedrag': hoe meer leerlingen, hoe meer financiele middelen. Gewoon een vast
bedrag toevoegen aan dat wat ze toch al krijgen, blijft betekenen dat een
school met veel gehandicapte deelnemers geld tekort houdt, terwijl een
school zonder die leerlingen ineens 'ruim in het jasje' zit. Niet bepaald
een stimulans om goed gehandicaptenbeleid te ontwikkelen.
Binnenkort praten de staatssecretarissen van OCW, VWS en SZW over deze
problematiek.
De leden van de Tweede Kamer zullen ze nu goed kunnen informeren.
(Geplaatst: 19 maart 2004)
---
Chronisch zieken en Gehandicapten Raad Nederland