Merendeel werkgevers steunt algemeen verbindend verklaren cao's
Werkgevers die onder een bedrijfstak-cao vallen, oordelen overwegend
positief over caos en ook over het algemeen verbindend verklaren
daarvan. Verder meent een meerderheid van de ondervraagde werkgevers
dat er aan de mogelijkheden voor flexibiliteit in de cao nog wel het
een en ander te verbeteren is. Dat blijkt een onderzoek van Regioplan
Beleidsonderzoek, dat minister De Geus (Sociale Zaken) naar de Tweede
Kamer heeft gestuurd.
Door algemeenverbindendverklaring worden bepalingen van een
bedrijfstak-cao verplicht opgelegd aan alle ondernemingen in die
sector. Uit het onderzoek blijkt dat de meeste werkgevers (94 procent)
tevreden zijn over de manier waarop de arbeidsvoorwaarden in hun
onderneming tot stand komen. Dit geldt zowel voor werkgevers zonder
cao als voor werkgevers met een bedrijfstak- of ondernemings-cao. Van
de direct aan een bedrijfstak-cao gebonden werkgevers oordeelt 87
procent positief over het algemeen verbindend verklaren van de cao.
Van de werkgevers die indirect, door algemeenverbindendverklaring aan
de cao gebonden zijn, is 84 procent positief. Dit duidt volgens
minister De Geus op een breed draagvlak voor de cao en het instrument
van algemeen verbindend verklaren. Werkgevers die direct of indirect
aan een bedrijfstak-cao zijn gebonden, noemen onder meer als voordeel
dat de concurrentie op arbeidsvoorwaarden wordt beperkt en de
arbeidsrust wordt bevorderd. Zij vinden dat de cao in de praktijk
voldoende flexibiliteit biedt om arbeidsvoorwaarden op
ondernemingsniveau nader in te vullen. Een meerderheid vindt wel dat
op dit vlak nog verdere verbeteringen mogelijk zijn.
Het aantal caos in Nederland is over de afgelopen 25 jaar toegenomen
van ruim zeshonderd tot meer dan duizend nu. Het aantal werknemers dat
onder een cao valt, lag al die tijd iets boven de 80 procent.
De gehele tekst van het onderzoeksrapport is te vinden op:
www.vno-ncw.nl, dossier 'Arbeidsvoorwaarden' .
Midden- en Oost-Europese werknemers onder voorwaarden toegelaten tot
Nederlandse arbeidsmarkt
Het kabinet heeft besloten, dat Midden- en Oost-Europese werknemers
uit landen die in mei 2004 toetreden tot de Europese Unie (EU), onder
voorwaarden worden toegelaten tot de Nederlandse arbeidsmarkt.
In de nieuwe situatie moeten werkgevers net als nu een
tewerkstellingsvergunning aanvragen voor werknemers uit de toegetreden
landen. Bij de aanvraag wordt echter niet meer gekeken of andere
werknemers uit Nederland of de EU het werk zouden kunnen doen, dus
geen arbeidsmarkttoets meer. Wel wordt nagegaan of de
arbeidsvoorwaarden en arbeidsomstandigheden voldoen aan de Nederlandse
regelgeving. Door vast te houden aan een vergunningenstelsel is het
mogelijk te volgen hoe groot de toestroom van werknemers uit de nieuwe
lidstaten is. Als voor mei 2005 de grenswaarde van 22.000 werknemers
dreigt te worden overschreden, dan zal het kabinet zijn besluit
heroverwegen.
Ondernemersorganisatie voor Schoonmaak- en Bedrijfsdiensten