De Commissie Onderwijs, Vorming en Wetenschapsbeleid heeft
het ontwerp van decreet betreffende de flexibilisering van
het hoger onderwijs in Vlaanderen unaniem goedgekeurd.
Vanaf het academiejaar 2005-2006 zullen de
studieprogramma's en de curricula in het hoger onderwijs er
een stuk flexibeler uitzien. Naast voltijds studeren,
kunnen studenten in de toekomst ook kiezen voor deeltijdse
vormen van studietrajecten. Studenten zullen in deze vormen
van trajecten kunnen kiezen voor modeltrajecten en meer
geïndividualiseerde trajecten. Geïndividualiseerde
trajecten zijn op maat van de individuele student. Voor
studenten wordt het op die manier mogelijk een deel van de
studies op eigen tempo te doorlopen.
De studieprogramma's worden niet langer in studiejaren
georganiseerd maar in opleidingsonderdelen van ten minste 3
studiepunten. Een studiepunt komt overeen met ongeveer 28
uur studiebelasting: colleges en seminaries volgen, werken
maken, studeren, examens afleggen, ..
Een student die 10 op 20 behaald, ontvangt een
creditbewijs. Door de invoering van dit creditbewijs
ontstaat er een accumulatiesysteem waarin een graad of
diploma wordt behaald door de accumulatie van een bepaald
aantal credits.
Per associatie komt er een instantie die de EVC's (elders
verworven competenties) en EVK's (eerder verworven
kwalificaties) valideert. Het is deze instantie die, na een
onderzoek, bekwaamheidsbewijzen uitreikt. Deze bewijzen
kunnen in de instellingen resulteren in vrijstellingen of
een diploma. Op grond van het bewijs van bekwaamheid kunnen
de instellingen voor hoger onderwijs dus ook de graad van
bachelor of master verlenen. De kwaliteitswaarborg is
hierbij van groot belang. Studenten hebben recht op een
faire behandeling en moeten tegen beslissingen in beroep
kunnen gaan. Daarnaast moet het bekwaamheidsonderzoek
betrouwbaar zijn in de zin dat moet getoetst worden of de
student de competenties bezit die het bewijs van
bekwaamheid vermeldt.
De bewaking van de studievoortgang in een flexibele context
is van groot belang om te vermijden dat de studieduur
langer wordt en dat het behalen van een diploma meer tijd
in beslag neemt. Indien de studieduur een bepaalde norm
overschrijdt, kan het instellingsbestuur dwingende
studievoorwaarden opleggen in termen van studieprestaties.
Dit is ook het geval als de student er niet in slaagt om na
twee inschrijvingen voor een bepaald opleidingsonderdeel
een creditbewijs te behalen
In de goedgekeurde tekst wordt ook de deelname van de
Vlaamse hogescholen en universiteiten aan het Erasmus
Mundus-programma mogelijk gemaakt. De instellingen kunnen
daartoe, vroeger dan in het structuurdecreet,
mastersopleidingen organiseren en er eventueel nieuwe
ontwikkelen. Voorwaarde is natuurlijk dat deze programma's
door de Europese Commissie worden geselecteerd als Eramsus
Mundus-opleidingen.
Het nieuwe aanbod aan studietrajecten heeft zijn invloed op
de inschrijvingsgelden. Voor de voltijdse studietrajecten
(tussen 54 en 66 studiepunten per academiejaar) blijven de
bestaande bedragen overeind. Ook voor de beursstudenten
verandert er niets. Voor de deeltijdse studietrajecten moet
de volgende regering een regeling uitwerken rekening
houdend met de wensen van de studenten, met de
internationale stand-still verplichting en met de wensen
van de instellingen voor hoger onderwijs.
info : Jo De Ro, woordvoerder van minister Vanderpoorten
- tel. (0475) 98 33 73 -
(02) 553.99.23 - fax. (02) 553 99 19
e-mail: persdienst.vanderpoorten@vlaanderen.be
---
Vlaamse overheid