Verbond van Verzekeraars

Milieuaansprakelijkheid bijna Europees geregeld

De Europese richtlijn milieuaansprakelijkheid (biodiversiteit) nadert het eindstation. Parlement, Commissie en Raad hebben overeenstemming bereikt over een eindtekst. De richtlijn heeft tot doel dat ecologische schade wordt voorkomen en waar die is opgetreden, wordt opgeruimd.

De richtlijn verplicht overheden van de lidstaten om zelf maatregelen te nemen en regels te stellen op het gebied van preventie en opruiming van milieuschade. Belangrijk is dat er voor de komende vijf jaar geen wettelijk verplichte milieuaansprakelijkheidsverzekering zal worden geïntroduceerd.

In de richtlijn wordt uitgegaan van het begrip
risicoaansprakelijkheid. Dat wil zeggen dat personen en bedrijven die schade aan de ecologie toebrengen in principe altijd aansprakelijk zijn. Daarbij moet de ondernemer voor deze aansprakelijkheid een financiële zekerheid achter de hand hebben, bijvoorbeeld in de vorm van een verzekering.

Verweer

Het Verbond heeft al in een vroeg stadium laten weten dat risicoaansprakelijkheid zonder mogelijkheden tot verweer moeilijk verzekerbaar is. In de richtlijn is dit bezwaar gehonoreerd. De eerste verweermogelijkheid is een beroep op de kennis en inzichten van het moment van vervuiling (state of the art). Een andere mogelijkheid tot verweer tegen aansprakelijkheidsstelling is als de vervuiler een vergunning heeft.

In ons land hebben verzekeraars al jaren geleden de Milieuschadeverzekering (MSV) geïntroduceerd. Die dekt saneringskosten als bedrijven bodem en grond hebben vervuild. Dat is beperkter dan de bescherming van biodiversiteit, een begrip dat in de richtlijn centraal staat, want schade aan lucht is niet verzekerd op de MSV. Omdat het volgens het Verbond lastig zal zijn om voor dit veel bredere begrip een verzekering te ontwikkelen, wordt hiervoor in Europees verband een speciale werkgroep in het leven geroepen. Het Verbond neemt daaraan deel.

Verzekerd!, maart 2004