Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer

Speech van Staatssecretaris Van Geel van VROM bij Golfclub de Batouwe in Zoelen op zondag 21 maart 2004

Vorige maand was ik in Japan, waar ze niet rijk gezegend zijn met vlak terrein om te kunnen golven. Ik heb me laten vertellen dat Japanners hun afslag oefenen vanaf gebouwen die verschillende etages hoog zijn.

In Nederland is ook ruimtegebrek, maar zo nijpend als in Japan is het niet. Dat neemt niet weg dat we zuinig met onze ruimte om moeten gaan. Golfbanen nemen veel ruimte in beslag, en dat maakt het noodzakelijk om ze zo goed mogelijk in te passen. Golfterreinen moeten daarom verantwoord worden ingericht. Gelukkig zijn veel golfclubs zich van die verplichting bewust. In een item van het tv-programma 2-Vandaag liepen de eigenaar van een golfclub en een vertegenwoordiger van de Gelderse milieufederatie keuvelend over het terrein. In het verleden hadden ze wat strubbelingen gehad, omdat de nieuwe baan een verbindingszone voor edelherten in de weg dreigde te gaan liggen. De golfbaan hield rekening met die bezwaren, waarop de milieufederatie geen klachten meer had. Golfen en natuur hoeven elkaar blijkbaar niet te bijten. Golfbanen kunnen dienen als een soort groene buffer tussen woningen en natuurgebieden. De Gelderse Milieufederatie sloot daarna nog drie convenanten met andere golfclubs.

Ik ben erg blij met de positieve opstelling van veel golfclubs. Het is bemoedigend om te zien dat steeds meer organisaties actief zich inzetten voor natuur en milieu. Het Committed to Green-initiatief is daar een uitstekend voorbeeld van. De Batouwe sloot zich daar bij aan en doet veel moeite voor duurzaam beheer, en voor planten en dieren. Om dat op een goede manier vorm te geven, riep de club de deskundige hulp in van de Hogere Agrarische School in Den Bosch.

Zo doet de Batouwe zijn best om minder te spuiten. Dat is hard nodig, want onderzoek geeft aan dat veel golfbanen grootverbruikers zijn van chemische bestrijdingsmiddelen. Ik ben dus bijzonder blij met het initiatief van de Batouwe om de halfverharde delen van de baan natuurlijk te beheren, en er dus geen chemische middelen meer te gebruiken. De club geeft daarmee een voorbeeld dat andere banen hopelijk zullen volgen.
Ik zie dat trouwens pas als een begin. Waar we naartoe moeten, is dat op de green zelf aanzienlijk minder bestrijdingsmiddelen worden gebruikt.

Ook met het spaarzaam gebruik van kunstmest loopt de Batouwe voorop. De club meet hoeveel kunstmest het gras opneemt, en stemt de hoeveelheid kunstmest daar op af.

Al deze maatregelen zijn van groot belang voor de natuur op en om de baan. De Batouwe houdt er rekening mee dat het terrein niet alleen het speelruimte is, maar ook het leefgebied van planten en dieren. De club neemt allerlei acties om het ze naar de zin te maken, met ondermeer nestkasten voor uilen, corridors voor wild en ecologische wateroevers. Het zijn prima initiatieven, die goed zijn voor de variatie in planten- en diersoorten. Het succes van de maatregelen blijkt volgens de club uit het feit dat alle nestplaatsen in een wand voor oeverzaluwen binnen een half jaar bezet waren.

Ik wil partijen die werken aan meer biodiversiteit graag zoveel mogelijk steunen. Vandaar dat VROM een Beoordelingskader voor biodiversiteit heeft opgesteld. Het is een hulpmiddel om bij projecten op een gestructureerde manier rekening te houden met de biodiversiteit, van planfase tot en met uitvoering. Dat zorgt voor helderheid; niet alleen voor wie - ik noem maar iets - een golfbaan aanlegt - maar ook voor andere belanghebbenden, zoals omwonenden en milieuclubs.

Ik zal ervoor zorgen dat de initiatiefnemers van Committed to Green-Nederland het Beoordelingskader ontvangen. Bovendien doet VROM met LNV en LTO onderzoek naar de mogelijkheden van natuurlijk beheer. Die zijn in eerste instantie op landbouw gericht, maar voor een deel ook relevant voor golfbanen. Zo blijkt goede planning van houtwallen en andere landschaps-elementen belangrijk voor organismen die ziekten en plagen helpen onderdrukken. En kan zorg voor de bodem en het leven daarin bevorderlijk zijn voor de vegetatie, in dit geval de grasmat van de golfbaan.

Ik hoop dat de golfbanen in Nederland hun voordeel zullen doen met die kennis. De Batouwe heeft in elk geval al veel stappen in de goede richting genomen. Het is dus ronduit verdiend dat de club het certificaat van Committed to Green krijgt.

Ik vraag me trouwens af of Committed to Green niet verder ontwikkeld zou kunnen worden. Het richt zich nu volledig op bestaande golfterreinen. Misschien is het nuttig om na te denken over de vraag of Committed to Green moet worden uitgebreid met criteria voor de vestiging en uitbreiding van golfbanen. Want het begint natuurlijk met de keuze van een locatie. En daarbij zijn golfbanen vaak geduchte concurrenten van andere vormen van recreatie en natuurbeheer. Een uitgebreide vorm van Committed to Green kan helpen om de keuze voor golfterrein beter te legitimeren. Ik roep Committed to Green daarom op om actief te blijven zoeken naar nieuwe mogelijkheden.

Maar voorlopig is hier op het terrein van de Batouwe - met de hulp van de Nederlandse Golf Federatie en de HAS - al veel bereikt. De club is op een vooruitstrevende manier op weg naar de betere integratie van natuur en de golfsport.
Daarom is het ook volkomen terecht dat de Batouwe als eerste golfbaan in Nederland het certificaat van Committed to Green in ontvangst mag nemen.
Ik wil iedereen die daar aan geholpen heeft van harte danken en feliciteren, en ik wens u heel veel succes bij de uitvoering van de verdere plannen.