Beëindiging toeslag Turkse WAO-gerechtigden per 1 juli 2003 in strijd met internationaal recht

Bron: Rechtbank Amsterdam

Datum actualiteit: 23-03-2004

Op grond van de Wet Beperking export uitkeringen (BEU) heeft het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) in de periode van 1 januari 2000 tot 1 januari 2003 de toeslag van in Turkije wonende WAO-gerechtigden geleidelijk afgebouwd. In een uitspraak van 14 maart 2003 heeft de Centrale Raad van Beroep geoordeeld dat deze afbouw in strijd is met de exportverplichting, neergelegd in artikel 5, eerste lid, van Conventie nr. 118 van de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO). Het UWV heeft de betrokkenen naar aanleiding van deze uitspraak vanaf 1 januari 2000 alsnog een volledige toeslag verstrekt.

Per 1 juli 2003 heeft het UWV de toeslag van de in Turkije wonende WAO-gerechtigden weer ingetrokken. Het UWV heeft daarbij verwezen naar een verklaring die de Nederlandse regering op 23 mei 2003 heeft ingediend bij de Directeur-Generaal van de IAO. Volgens het UWV zou het door deze verklaring niet langer noodzakelijk zijn de toeslag naar Turkije te exporteren.

De rechtbank Amsterdam verwerpt in haar uitspraak van 19 maart 2004 het standpunt van het UWV. Naar het oordeel van de rechtbank is ook de intrekking van de toeslag per 1 juli 2003 in strijd met artikel 5, eerste lid, van de Conventie. De verklaring van de Nederlandse regering kan daaraan niet afdoen.
De rechtbank is verder van oordeel dat de beëindiging van de toeslag per 1 juli 2003 ook in strijd is met de exportbepaling, neergelegd in artikel 6, eerste lid, van Besluit 3/80 van de Associatieraad EEG-Turkije en met de non-discriminatiebepalingen, neergelegd in artikel 14 van het Europees verdrag voor de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) en artikel 26 van het Internationaal verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten (IVBPR, ook wel: Bupo-verdrag).

Ga naar betreffende uitspraak met nummer: ao6050

Zie het origineel