Partij van de Arbeid


Den Haag, 23 maart 2004


Vragen van het lid Arib (PvdA) aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport


1. Hebt u kennisgenomen van het bericht dat kinderen met een depressie hoewel de effectiviteit van de geneesmiddelen niet of nauwelijks is aangetoond steeds vaker antidepressiva krijgen voorgeschreven?


2. Is het correct dat het aantal kinderen en jongeren dat antidepressiva slikt, sinds 1999 met ongeveer vijftig procent is toegenomen? Zo ja, kunt u aangeven wat u vindt van deze ontwikkeling?


3. Herinnert u zich de eerdere schriftelijke vragen waarin u wordt gevraagd hoe u staat tegenover de tekenen van zeer beperkte werkzaamheid en zelfs potentiële gevaren van het gebruik van antidepressiva bij kinderen?


4. Hoe beoordeelt u de resultaten van het door de Katholieke Universiteit Nijmegen verrichte onderzoek naar depressiviteit bij kinderen, waaruit blijkt dat behandeling van depressieve kinderen met psychotherapie even effectief is als het voorschrijven van antidepressiva en geen schadelijke bijwerkingen heeft?


5. Bent u bereid, gezien deze onderzoeksresultaten en met het oog op de nog altijd niet exact te beoordelen risico s van antidepressiva bij kinderen, uw standpunt - de beoordeling aan de arts te laten en geen onderzoek te laten uitvoeren door de Gezondheidsraad naar mogelijke bijwerking van antidepressiva bij kinderen - te herzien?


6. Bent u, daar waar het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen in december 2003 nog aangaf dat er nog onvoldoende duidelijkheid bestond over de werkzaamheid en veiligheid van antidepressiva bij kinderen, gezien de huidige berichtgeving over toenemende voorschrijving van antidepressiva voor kinderen, bereid om alsnog kennis te nemen van de onderzoeken die door de Britse, Amerikaanse en Canadese beoordelingsinstanties van geneesmiddelen zijn verricht en waarin zij terughoudendheid bepleiten voor wat betreft het voorschrijfgedrag van antidepressiva bij kinderen ? Zo ja, zou u kunnen aangeven op welke termijn u de Kamer informeert over uw bevindingen?


7. Wat vindt u van de stelling van de Engelse onderzoeker Charles Medawar en de Nederlandse Anbita Hardon dat de controle op medicijnen in Nederland als gebrekkig moet worden aangemerkt?


8. Bent u het eens met de stelling van deze onderzoekers dat de geneesmiddelen-fabrikanten in Nederland vaak te rooskleurige onderzoeksgegevens leveren, waarop overheidsorganen hun oordeel moeten baseren en beslissen of het betreffende geneesmiddel tot de markt mag worden toegelaten? Hoe beoordeelt u in dit kader de onafhankelijke positie van het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen? Bent u van plan maatregelen te nemen teneinde betere en meer onafhankelijke beoordeling van geneesmiddelen te bewerkstelligen? Bent u voornemens de Kamer te informeren over de wijze waarop in het buitenland met name ook in Engeland, Canada en de Verenigde Staten de geneesmiddelenbeoordeling is vormgegeven?


NRC Handelsblad, zaterdag 20 maart 2004 Kind met depressie vaker aan medicijn


Vragen van het lid Arib (PvdA) aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over depressiviteit bij kinderen 18 juni 2003


Vragen van het lid Arib (PvdA) aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de mogelijke gevolgen van gebruik van antidepressiva door kinderen - 18 december 2003


Vragen van het lid Kant (SP) aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het gebruik van moderne antidepressiva bij kinderen 23 december 2004


Controle medicijnen is gebrekkig en Overheid laks met pillen Trouw dinsdag 23 maart 2004


Boek: medicines out of control? Antidepressants and the conspiracy of goodwill - Charles Medawar en Anbita Hardon