Partij van de Arbeid


23-03-2004


Meningen: wij/zij in integratiedebat.


Het integratiedebat schept een wij/zij cultuur. Politici maken van
allochtonen een probleemgroep. Van respect en tolerantie is weinig
meer te merken. Dit keer trekt het Nationaal Platform voor overleg en
samenwerking tegen Racisme en Discriminatie (NPRD) aan de bel. Maar
PvdAer Duivesteijn, burgemeester Cohen, VVDer Dijkstal en de AIVD
waarschuwde al eerder voor verruwing van het debat. Gaat het wel de
goede kant op? Misschien wat meer beschaving en intelligentie in het
debat? Wij peilden de meningen.


Mat Herben, fractievoorzitter van de LPF


Ik ben opgegroeid in Den Haag, de weduwe van Indië. Al vele decennia
leefden hier Indonesische moslims in harmonie met de Hagenezen. Ik
constateer dat de overgrote meerderheid van goedwillende, tolerante
moslims wordt gegijzeld door een fanatieke minderheid. Wie denkt dat
Irak of Palestina de oorzaak zijn van deze botsende werelden, is
vergeten dat de Egyptische president Anwar Sadat in 1981 werd vermoord
ómdat hij vrede sloot met Israël. Het brein achter de moord was
Al-Zawhari, nu de tweede man van Al-Qaida. Wie op beschaafde wijze het
debat wil voeren over de kernwaarden van de democratie, zoals de
scheiding van Kerk en Staat, kan op bedreigingen rekenen. Het is een
hallucinerend gevoel om zelf van racisme te worden beschuldigd als je
onverdraagzaamheid aan de kaak stelt en ervoor pleit dat nieuwkomers
de regels van onze rechtsstaat dienen te eerbiedigen.


Amma Asante, raadslid voor de PvdA in Amsterdam


Helemaal mee eens. Wat meer beschaving, respect en minder arrogantie
van politici in Den Haag kan absoluut geen kwaad. De toon van het
debat is eenzijdig en onnodig ruw jegens moslims en andere etnische
minderheden. Politici in Den Haag roepen maar wat. Er worden te weinig
oplossingen geboden en te veel dogmatische standpunten geponeerd. Als
we het eenmaal zover laten komen heeft het debat helemaal geen zin
meer. Dan kunnen we er net zo goed mee ophouden en alle moslims en
andere etnische minderheden in een klooster stoppen waar men zich
gedwongen laat assimileren!


Boris van der Ham, Tweede-Kamerlid voor D66


Wij/zij-denken, is denken in groepen. Dat is slecht. We moeten mensen
aanspreken op hun eigen gedrag. Dat is een verplichting, een
voorwaarde in een liberaal-democratische maatschappij, anders wordt
het niets met een vrije, veelkleurige samenleving. Maar dat houdt dus
ook in dat allochtone individuen duidelijker afstand moeten nemen van
mensen waar ze niet mee geassocieerd willen worden. Dat houdt ook in
dat autochtonen niet tot in den treure allochtonen aan blijven spreken
op wangedrag van andere allochtonen. En dat houdt ook in dat de media
de diversiteit binnen groepen een podium moet geven. Tenslotte: ik ben
persoonlijk niet tegen ruwe debatten. Ik ben er voor. Ga het conflict
maar met elkaar aan, beledig elkaar desnoods- maar doe dat oog in oog,
persoon tot persoon en niet via de anonimiteit van een groep.


Joao Varela, Tweede-Kamerlid voor de LPF


Als je het probleem niet benoemt, los je het ook niet op. Als je
problemen niet bespreekbaar maakt, los je ook niets op. Ik wil niet
dat kleine groepen hele bevolkingsgroepen stigmatiseren. De rotte
appels moeten daadkrachtig aangepakt worden. Ik voel mij in ieder
geval niet aangesproken, terwijl ik toch echt allochtoon ben. Als je
gewoon je best doet en meedoet, heb je van deze discussie weinig te
duchten. Iedereen moet een bijdrage leveren. De solidariteit brokkelt
af. De LPF probeert iedereen op zijn verantwoordelijkheden aan te
spreken. Wij staan voor 4 punten: 1) rechtvaardigheid, 2) veiligheid
3) bestaanszekerheid voor iedereen 4) verantwoordelijkheid
(individueel en collectief). Is het verruwing als we mensen op hun
verantwoordelijkheid aanspreken?


Frank de Wolf, raadslid voor de PvdA in Amsterdam


Mijn vrouw is Engelse. De kans dat zij ooit Nederlands zal spreken
acht ik klein. Vele pogingen om in het Nederlands een gesprek(je) te
voeren worden door menig Amsterdammer om zeep geholpen, al was het
maar omdat men graag zn Engels even oefent. Mijn vrouw gaat geregeld
naar de behoorlijk fundamentalistische (want Schots) Anglicaanse kerk
op het Begijnhof. Tom, 3, spreekt vooral zn moerstaal. Op de crèche
vindt men dat enig. Had hier Marokkaans, of Turks, of een andere
nationaliteit en taal gestaan, en was de kerk een moskee dan was de
conclusie duidelijk: we zijn niet geïntegreerd. Toch hoor ik dat
nooit. Integendeel: we zijn hip of feestjes, internationaal! Onze
discussies gaan over de British School of niet, nooit over NT2. Aan
ons worden geen extra eisen gesteld. Het Nederlandse bedrijf waar mijn
vrouw werkt heeft Engels als voertaal. Integratie: waarom toch? Ik hou
niet van integratie, ik wil geen programma dat mensen dwingt een
gemiddelde Nederlander te worden. Eén Balkenende is al meer dan
genoeg. Ik wil levenslustige mensen van waar ook, die in dit land,
deze stad willen wonen, werken, liefhebben, treuren, kortom leven. Die
kansen willen, willen nemen en willen geven. Die, net als de
Hugenoten, de Portugezen en Spanjaarden, de Polen en de Italianen en
Joegoslaven, bijdragen aan ontwikkeling, ontplooiing, groei en
welvaart. Ik wil een immigratiedebat. En dan in het Engels.


Marcel Duyvestijn