Economisch Instituut voor de Bouwnijverheid



Actualiteit

Conjunctuurmeting bouwnijverheid februari 2004


---

Lichte toename orderportefeuille in de burgerlijke- en utiliteitsbouw

Eind februari 2004 is de omvang van de orderportefeuille in de b&u licht toegenomen met 0,1 maand tot 7,4 maanden (zie figuur 1). Deze groei komt voor rekening van beide subsectoren; zowel in de woningbouw als in de utiliteitsbouw nam de orderportefeuille toe met 0,1 maand. In de grond-, water- en wegenbouw is de omvang van de orderportefeuille gelijk gebleven aan die van vorige maand (4,2 maanden). Uit figuur 2 blijkt dat de orderportefeuille in de gww al sinds februari vorig jaar rond dit niveau schommelt. In de subsector wegenbouw is de omvang van de orderportefeuille toegenomen met 0,3 maand; in de grond- en waterbouw nam hij echter af met 0,3 maand. De omvang van de orderportefeuille in de bouwnijverheid bedroeg in februari 2004, evenals in de afgelopen twee maanden, 6,7 maanden.

In februari meldden één op de drie bouwbedrijven stagnatie te ondervinden van het onderhanden werk. De helft van deze bedrijven wijt dit aan het uitblijven van orders; 14% wijst het slechte weer als oorzaak aan. Ook verleden maand waren dit de twee belangrijkste stagnatieoorzaken.
Het onderhanden werk wordt in verhouding tot de omvang van het bedrijf per saldo door meer bedrijven (31%) als klein beschouwd. Slechts 6% zegt dit als groot te beoordelen; 63% vindt het onderhanden werk normaal.
Ook de verwachtingen van de bouwbedrijven over de ontwikkeling van het prijsniveau zijn per saldo negatief. Een maand geleden waren de bedrijven nog positief over de te verwachten prijsontwikkeling. Eind februari verwacht 4% van de bedrijven een stijging van de afzetprijzen; 7% verwacht een daling. In de b&u is het aandeel bedrijven dat een prijsstijging verwacht even groot als het aandeel bedrijven dat een prijsdaling verwacht (beiden 4%). Voor de gww geldt dat slechts 2% een stijging van de prijzen verwacht terwijl 18% een daling voorspelt.
In de gww zijn de vooruitzichten nog altijd het meest negatief. Dit geldt ook voor de verwachte personeelsontwikkeling; 29% van de gww-bedrijven verwacht in personeelsomvang af te nemen. Ook in de b&u verwachten per saldo meer bedrijven in personeelsomvang af te nemen dan toe te nemen. Het percentage dat een inkrimping van het personeelsbestand verwacht ligt hier met 15% echter een stuk lager.

Deze gegevens blijken uit de conjunctuurmeting in de bouwnijverheid van februari 2004 van het Economisch Instituut voor de Bouwnijverheid. Deze meting wordt uitgevoerd in opdracht van de Europese Commissie. Aan de conjunctuurmeting verlenen ruim 400 hoofdaannemingsbedrijven met meer dan tien personeelsleden hun medewerking.

Zie het origineel

bron: EIB