Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer

Speech van minister Dekker op het AVBB-congres op 24 maart 2004 in Rotterdam. Namens de minister uitgesproken door secretaris-generaal Marjanne Sint.

"Wie mee wil doen zal om moeten"

Geachte Voorzitter, aanwezigen,

U zult begrijpen dat de minister van VROM, Sybilla Dekker, hier vanmiddag niet aanwezig kan zijn. Daarom dank ik u, namens haar, voor de uitnodiging om op deze bijeenkomst te spreken. Vooral omdat hier vandaag de initiatieven centraal staan waarmee het bouwbedrijfsleven zélf verandering zoekt. Immers: wie mee wil doen in een innovatieve, open en concurrerende markt zal om moeten.

Het ondernemerschap in de bouw moet daartoe als het ware opnieuw worden uitgevonden. Niet alleen waar het gaat om het strikt bedrijfsmatig functioneren, maar ook waar het gaat om werken in een maatschappelijke context. Net als in 1964 bouwt u ook nu nog aan Nederland en dat is een grote verantwoordelijkheid.

Tegelijkertijd zitten we met elkaar midden in een breed maatschappelijk debat over de publieke moraal en de verhouding tussen overheid, burgers en bedrijfsleven. Daar is alle aanleiding toe: verruwing van omgangsvormen, legitimiteitproblemen voor de overheid en fraudeschandalen in het bedrijfsleven en ook bij diezelfde overheid. Wat bekend werd als de bouwfraude, speelt in die discussies vaak een pijnlijke rol. Zowel waar het gaat om het overheidsoptreden als de praktijk van het bouwbedrijfsleven.

Wij als overheden hebben onze conclusies getrokken: de verschillende rollen van overheden worden duidelijker gescheiden en aanbestedingsregels vernieuwd. Opdrachtgevende rijksdiensten besteden inmiddels substantieel méér aandacht aan integriteit en overtreding van mededingingsregels wordt aangepakt.

Van de bouwers en aanverwante sectoren verwachten we dat ze schoon schip maken. Afstand nemen van oude praktijken en gewoonten, incasseren waar het fout zat. Het recht moet immers zijn loop hebben, de lei moet schoon gemaakt worden voor een nieuw begin. We hebben elkaar immers nodig voor grote opgaven: méér woningbouw, infrastructuur voor concurrentiekracht, ruimte voor water en nog veel meer.

Om als partners voortvarend met deze opgaven aan de slag te kunnen, is een cultuuromslag in de bouw dringend nodig. Gelukkig is dat door het AVBB goed opgepakt. Al moeten we jammer genoeg constateren dat het proces in de bedrijven zelf nog te vaak blijft steken bij procedures rond boetes en claims.

Met de bijeenkomst over de toekomst van de bouw op 25 november jongstleden, heeft het kabinet deze impasse willen doorbreken. Met de presentatie van de Regieraad en de Perspectiefschets is de weg vrijgemaakt voor een nieuwe blik op de toekomst. Het gaat daarbij om gezonde concurrentie, transparante bedrijfsvoering en heldere afspraken tussen opdrachtgevers en opdrachtnemers, maar ook om maatschappelijke verantwoordelijkheid. Het bouwen aan Nederland waarvan ik in mijn inleiding sprak.

Om die weg daadwerkelijk op te kunnen moeten we een streep trekken. Het kabinet is van mening dat er nu echt een einde moet komen aan het slepende proces van steeds nieuwe onthullingen die het noodzakelijke veranderingsproces in de bouw verstoren. Daarom is een termijn gesteld. Bedrijven die het aangaat worden opgeroepen om vóór 1 mei openheid van zaken te geven aan de NMa. Het is goed te zien dat die oproep gehoor vindt.

Wie uit zichzelf openheid van zaken geeft zal in het algemeen mogen rekenen op clementie. Voor zaken die speelden in de periode 1 januari 1998 tot 1 januari 2003 volgt dan in principe geen uitsluiting van opdrachten voor de Rijksgebouwendienst, Rijkswaterstaat en andere aanbestedende rijksdiensten. Minister Brinkhorst zal dit uitgangspunt ook bepleiten voor toepassing bij andere overheden.

Een pardonregeling is het zeker niet. En ook geen nationale klikspaan bonus. De NMa zal aangemelde zaken wel degelijk onderzoeken en zonodig beboeten. De mededingingsautoriteit kan ook bij ernstige vermoedens van afpersing of omkoping informatie uitwisselen met het OM. Zaken die ná 1 mei bij de NMa binnenkomen kunnen wél leiden tot uitsluiting voor nieuwe overheidsopdrachten.

Eén mei is dus de streep in het zand. Wie voor die datum schoon schip heeft gemaakt kan aan het échte werk beginnen. U als ondernemers moet immers vooral zélf veranderen. Het is aan u om het vertrouwen van de overheid en andere partners te herwinnen.

Het mea culpa van uw voorzitter Brinkman is zeer te prijzen. Maar het ontslaat u niet van de plicht zélf verantwoordelijkheid te nemen. U zult achter de brancheorganisatie en de gedragscode weg moeten stappen. Laat zélf zien waar uw bedrijf staat! En ik begrijp dat dat proces tijd kost. Cultuurverandering vraagt vele investeringen.

In de essaybundel Zaken doen met de overheid van het AVBB zelf staat het nog wat scherper: Er is vrijwel geen ondernemer die de hand in eigen boezem steekt en morele kanttekeningen plaatst bij het eigen handelen. En zelfs als ondernemers dat al zouden willen, dan adviseren advocaten een terughoudende opstelling. Immers, er volgen nog vele rechtszaken, Nma-boetes en claimprocedures. Het ontbreken bij bouwondernemers van reflectie over de moraal van het verhaal is eigenlijk onthutsend. Ik heb daar niets aan toe te voegen.

Ik realiseer me dat u gewend bent om in business to business relaties te werken en dus meestal niet rechtstreeks met de media en het publiek communiceert. Toch zult u dat nu wél moeten doen, zie ook het voorbeeld van de accountants. Overheid én samenleving hebben er recht op te weten waar u als ondernemer voor wilt staan en dat u die attitude ook tot richtsnoer voor intern handelen neemt.

Ik juich het daarom toe dat de bestuursvoorzitter van VolkerWessels de publiciteit heeft gezocht en daarmee ook intern een duidelijk signaal afgeeft. Ik hoop dat dit voorbeeld navolging vindt, maar ook dat interne maatregelen niet uitsluitend zullen neerslaan bij de leiding van werkmaatschappijen. Het kabinet heeft bij monde van minister Brinkhorst bewust gekozen voor een grote verantwoordelijkheid voor concernbestuurders als het gaat om integriteit en verantwoord ondernemen. Daar hoort óók bij dat de NMa forse boetes moet op kunnen leggen aan concernbestuurders die de kartelwetgeving overtreden of niet meewerken aan Nma onderzoek.

De omslag die we zoeken voor de bouwcultuur gaat overigens verder dan gezonde concurrentie, transparante bedrijfsvoering en heldere afspraken met opdrachtgevers. Het gaat ook over medeverantwoordelijkheid voor wegen, huizen, scholen, ziekenhuizen en duurzame productie, kortom: maatschappelijk verantwoord ondernemen. Het bouwen aan Nederland waarvan ik in mijn opening sprak en waarvoor het nieuwe ondernemerschap nodig is dat hier vandaag centraal staat.

U draagt verantwoordelijkheid voor de continuïteit van 85.000 ondernemingen in en rond de bedrijfstak en daarmee de werkgelegenheid van 526.000 mensen. Dat betekent in de nieuwe verhoudingen; een nieuwe manier van omgaan met marktwerking, met fluctuaties in de omvang van de orderportefeuille en onderscheidend profileren in de markt. Tegenover VNO/NCW-blad Forum heeft minister Dekker het zo gezegd: Ben je goed in onderhoudswerk, dan moet je geen rijen nieuwbouwwoningen gaan maken. Dat is een andere tak van sport, die een andere organisatie vraagt.

Maar uw verantwoordelijkheid gaat verder dan de bedrijfstak. Het gaat ook om de ruimtelijke ontwikkeling van ons land, concurrentiekracht en de daarbij behorende investeringen in woningen, utiliteitsbouw en weg- en waterbouw. Plus alles wat daarachter weg komt.

De voorzitter van de Regieraad, Jan Hovers, schatte bij zijn installatie dat een opgeschoonde bouwbranche substantieel goedkoper zou kunnen bouwen. Denkt u eens in wat dat kan betekenen voor maatschappelijk belangrijke sectoren waar het geld hard nodig is, voor de ruimtelijke investeringen die we kunnen doen om onze economische positie te verbeteren!

In de nieuwe Regieraad is een schets gemaakt voor de invulling van dat nieuwe bouwondernemerschap in de komende jaren. Daar horen ook nieuwe vormen van opdrachtgever- en partnerschap bij. En dat laatste wil ik onderstrepen. Op ons ministerie wordt daar hard aan gewerkt.

In de tweede helft van april hopen we de vervanging van het Uniform Aanbestedings Regelement (UAR) aan het kabinet te kunnen aanbieden. Daarmee worden de verhoudingen tussen opdrachtgever en opdrachtnemer transparanter geregeld en wordt de positie van de overheid als opdrachtgever versterkt.

Daarnaast willen we ondernemers ook de ruimte bieden om hun maatschappelijk engagement tot uitdrukking te brengen. Dat betekent dat bouwers de kans moeten krijgen om zich niet louter op prijs, maar ook op kwaliteit of aanpak te profileren zonder zich daarmee direct uit de markt te prijzen.

Ik reken op uw inventiviteit als ondernemers en op uw expertise om met oplossingen voor onze complexe bouwopgaven te komen. We kijken uit naar de nieuwe contractbenaderingen die u daarbij zult introduceren.

Geachte aanwezigen: ik sluit af.

Het zal er de komende tijd om gaan dat bouwers zélf een nieuwe bouwpraktijk laten zien. Dat u zélf laat zien dat u om bent. Zo toont u klaar te zijn voor een open en innoverende markt in Nederland en Europa.

Dat zal ook de overheid en de samenleving weer vertrouwen geven in de branche. Voldoende vertrouwen om het formele, misschien zelfs wat krampachtige gedrag sinds de bouwenquête te verruilen voor een opstelling waarin samen, creatief gewerkt kan worden aan oplossingen voor de maatschappelijke opgaven die er voor de bouw liggen. Ik hoop dat het heel snel zal zijn.

Ik dank u wel.