Gemeente Oirschot

Gemeente in het gelijk gesteld in kassenzaak Boterwijksestraat

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft woensdag 24 maart een uitspraak gedaan in de kassenzaak Boterwijksestraat. Volgens de Raad van State heeft het college van de gemeente Oirschot in 2002 op juiste gronden een bouwvergunning verleend voor het gewijzigd uitvoeren van een bouwplan voor het bouwen en vervangen van een tuinbouwkas aan de Boterwijksestraat 8 te Oirschot (in eigendom van Van de Schoot).

Waar aanvankelijk de rechtbank in Den Bosch juli 2003 bezwaarmaker (en buurman) Van Eerd in het gelijk stelde, waarbij de bouwvergunning werd vernietigd, is dit nu door de Raad van State teruggedraaid. Bepaald is dat de gemeente terecht een bouwvergunning voor het bouwplan heeft verleend. De belangrijkste motivering hiervoor is gelegen in het feit dat de Raad van State, kijkend naar het bestemmingsplan Buitengebied, oordeelt dat het hier gaat om een bestaand glastuinbouwbedrijf. Daarop zijn de afstands- en hoogtematen (opgenomen in een zogenaamde maatvoeringstabel) van het bestemmingsplan niet van toepassing. De rechtbank oordeelde eerder dat deze maten wél voor Van de Schoot golden. De uitspraak van de hoogste bestuursrechter heeft tot gevolg dat de bewuste kas dus op korte afstand (± 10 meter) van de woning van Van Eerd gesitueerd mag zijn en dat ook de verhoging van de kas (met ongeveer 50 cm.) geen juridische belemmering oplevert. Het spreekt voor zich dat de reeds door de gemeenteraad ingezette vrijstellingsprocedure op grond van art. 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (die was aangehouden in afwachting van het oordeel van de Raad van State) nu geen verder vervolg meer zal krijgen.

Dit is een persbericht van de gemeente Oirschot.