Artsen zonder Grenzen


Post uit het veld
In het zuidoosten van Sudan, in de deelstaat Upper Nile, werkt AzG aan de bestrijding van kala azar. Zonder behandeling is die ziekte dodelijk. De onderhandelingen over vrede in het zuiden hebben ook effect op de situatie in Upper Nile. Het team van AzG kan nu gebieden bezoeken die lang te onveilig waren.
Landencoördinator Rutger Verkerk reisde langs de rivier de Sobat naar Nasir, waar geen enkele vorm van gezondheidszorg is. Er is zelfs geen meubilair in het ziekenhuis, laat staan medicijnen.

27 januari 2004: over stoffige wegen naar afgelegen dorpjes Dinsdagmiddag vertrokken we vanuit Malakal over de zwarte katoenvlakte naar Adong. De hobbelige en stoffige weg begon onze reisgenoten, de Directeur-generaal (DG) van de Gezondheidsdienst en de regeringsambtenaar van de Humanitarian Aid Commission (HAC), al vrij snel de keel uit te hangen.

Bij aankomst in Adong voelde ik me meteen gelukkig; het land, de sfeer, typisch Afrikaans, de kippen, de tukuls, de kinderen, alles eigenlijk. Toen we aankwamen was er een grote Dinka dansceremonie aan de gang waaraan het hele dorp deelnam. Het gezang en het ritme van de trommels waren overweldigend en meeslepend. De mensen waren verkleed alsof het carnaval was, beschilderd, bezweet en bijna in trance. Mannen met dierenhuiden op hun hoofd, bolas en gele lakens om zich heen, enz. Hoe gekker hoe beter. Ik zag onze bewaker naar ons toe komen rennen, beschilderd met klei op zijn armen, een plastic rok aan en roze geschilderde oren.

We overnachten vanavond in een tukul in Adong en vertrekken morgenochtend vroeg naar Ulang. De vorige keer dat ze deze weg namen, kwamen de mensen van ons team onderweg een paar hyenas tegen en ze beweren dat ze afdrukken hebben gezien van olifanten. "

30 januari 2004: Geen enkele hulp bereikt dit deel van de Sobat Op woensdag verlieten we de Dinka enclave met zijn vreemde maar opwindende ceremonie en trokken verder over de vlakten en door dichte acaciabossen naar Ulang.

We passeren tientallen kleine nederzettingen en veekampen, met kleine lemen tukuls. Hier en daar hangt graan en mest te drogen, en overal loopt vee. Kleine kinderen brutaal, naakt en bedekt met een laag stof vluchten bij de weg vandaan of, gevaarlijker, komen juist recht op de auto afgerend. De veekampen aan de andere oever van de Sobat zijn spectaculair; vooral bij zonsondergang, wanneer de mist als een deken over de rivier komt te liggen en de rookvuren omhoog kringelen vanuit die uitgestrekte kampen.

Ulang is een van deze nederzettingen, omringd door een groot aantal veekampen. We overnachtten in het nieuwe centrum voor kala azar van Artsen zonder Grenzen, dat bestaat uit een hek, een paar tukuls en een tent. Eenvoudig maar effectief, voor momenteel 31 patiënten.

Op donderdag vertrokken we naar Nasir, een reis van twee uur. Als je er al zo lang mee bezig bent ga je je er vanzelf een voorstelling van maken. Maar afgezien van de gebruikelijke legertroepen en zware wapens was het niet de donkere, verafgelegen uithoek van de Sobat die ik me had voorgesteld. Nasir steekt als een rond fort uit boven de vlaktes, met tukuls van leem en gras en een paar stenen gebouwen. Het leger heeft grote delen van Nasir in bezit genomen; het ziekenhuis, de scholen, de opslagloodsen en zelfs het huis van de Commisioner. De meeste burgers zijn verhuisd naar een gebied achter Nasir, waardoor ze ingeklemd zitten tussen het leger en de milities van Gordon Kong. De rest van de bevolking woont in een groot aantal veekampen en nederzettingen rond Nasir.

Nasir heeft diepe indruk op me gemaakt. De aanwezigheid van Artsen zonder Grenzen is hier dringend nodig; er is hier helemaal NIETS op het gebied van gezondheidszorg (zelfs geen meubilair in het ziekenhuis, laat staan medicijnen) en de aanwezigheid van het leger en de milities is overal voelbaar. Geen enkele hulp bereikt dit deel van de Sobat en er zijn lange perioden van voedseltekorten.

Probleem nummer één: overal zijn militairen, ook in het ziekenhuis. Probleem twee: het gebied is slecht toegankelijk, vooral tijdens het regenseizoen. Probleem drie: er zijn heel veel andere problemen. Het bezoek aan het ziekenhuis en de gesprekken met ambtenaren lieten weliswaar een goede indruk bij ons achter, maar de wandeling later die middag maakte duidelijk hoe moeilijk het voor Artsen zonder Grenzen werkelijk zou worden om binnen de stad te werken. Geïsoleerde ligging
+ soldaten + alcohol + verveling = onrust (we werden op één dag al met twee kleine incidenten geconfronteerd). Er waren een aantal straten en wijken waar we niet doorheen mochten, en we zouden heel goed te maken kunnen krijgen met de privileges die de soldaten zich toe-eigenen, zoals belastingheffing op alle (markt)goederen die de stad binnenkomen.

Een andere bedreiging wordt gevormd door de vrije verkoop op de markt van medicijnen tegen kala azar en tbc, waarschijnlijk het land binnengesmokkeld vanuit Ethiopië. Dit kan leiden tot een verdere toename van de resistentie tegen medicijnen. Aan het eind van de dag zijn we naar het vliegtuig geweest dat in 2000 neerstortte, waarbij onder andere de vice-president van Soedan omkwam. Het vliegtuig is overwoekerd met gras en bedekt met modder. De staart ligt in de rivier de Sobat en een van de vleugels fungeert als ideale visstek.

Vanmorgen zijn we weer vertrokken naar Ulang met een aantal kala azar-patiënten. Op de vlaktes waren we getuige van een hertenjacht, uitgevoerd door honden die onder leiding stonden van een stel kleine jongens (ze hadden er die ochtend al twee gevangen). Het is vreemd hoe zon lange reis naar een nieuw gebied heel goed te doen kan zijn, terwijl de terugtocht gewoon een lange zit is. Nieuwe patiënten in Galachal voor de kliniek van Artsen zonder Grenzen in Adong, waaronder een twee maanden oude baby. Gelukkig weer iemand met toegang tot gezondheidszorg."

Rutger Verkerk - landencoördinator