Ministerie van Algemene Zaken

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Persbericht ministerraad
26 maart 2004

WET AANPASSING ARBEIDSDUUR MAAKT WERK EN PRIVÉ-LEVEN BETER TE

COMBINEREN

Door de Wet aanpassing arbeidsduur kunnen werknemers die dat willen, gemakkelijker minder of meer uren gaan werken. De wet geeft werkgevers en werknemers meer rechtszekerheid en maakt het vooral voor vrouwen eenvoudiger om te (blijven) werken. Wel is het recht om meer uren te werken nog onvoldoende bekend bij werknemers en kleine werkgevers. Dat concludeert het kabinet op basis van onderzoek naar de werking van de Wet aanpassing arbeidsduur. Het kabinet heeft op voorstel van minister De Geus van Sociale Zaken en Werkgelegenheid besloten de wet in de huidige vorm te handhaven.

De wet, die in juli 2000 van kracht werd, sluit aan bij het kabinetsbeleid om mensen de mogelijkheid te bieden werk en privé-leven in elke levensfase beter te combineren. Dit maakt het onder meer voor vrouwen gemakkelijker te blijven werken na de geboorte van een (eerste) kind. Ook de in te voeren levensloopregeling, waarover het kabinet momenteel overlegt met sociale partners, moet de combinatie van werk en privé-leven beter mogelijk maken.

Uit het onderzoek blijkt dat veel werknemers behoefte hebben aan verandering van arbeidsduur. Ongeveer een kwart (mannen 27 procent; vrouwen 24 procent) wilde de afgelopen tweeënhalf jaar minder gaan werken, meestal vier tot acht uur per week. Vier op de vijf grote werkgevers kregen verzoeken van werknemers om minder te werken, bij de kleine werkgevers was dat bijna een op de zes. Zo'n driekwart van de verzoeken werd ingewilligd. Ook verzoeken om meer te werken komen regelmatig voor. Bijna een op de vijf vrouwelijke werknemers had deze wens, tegenover iets minder dan een op de acht mannen. Ruim drie op de vijf verzoeken werden gehonoreerd.

De Wet aanpassing arbeidsduur geldt voor werknemers en ambtenaren die werkzaam zijn bij organisaties met meer dan tien werknemers. Bovendien moet een werknemer ten minste een jaar in dienst zijn op het moment dat de aanpassing van de arbeidsduur ingaat. Een werkgever kan het verzoek weigeren op grond van zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen. Kleinere organisaties vallen niet onder deze wet, maar zijn wettelijk wel verplicht een eigen regeling te treffen voor aanpassing van de arbeidsduur. Verder moeten zij, zo blijkt uit rechterlijke uitspraken, bij een besluit over aanpassing van de arbeidsduur ook het belang van de werknemer meewegen. Het kabinet acht extra regelgeving voor kleine werkgevers dan ook niet noodzakelijk.

De ministerraad heeft ingestemd met toezending aan de Tweede Kamer van het kabinetsstandpunt evaluatie Wet aanpassing arbeidsduur en het evaluatieonderzoek.

RVD, 26.03.2004