Onderwijsraad


P E R S B E R I C H T KENMERK 20040136/762 DATUM 26 maart 2004

REALISERING BELEIDSPLAN HOGER
ONDERWIJS NOG HELE OPGAVE
Het HOOP (Hoger Onderwijs en Onderzoek Plan), het vierjaarlijkse beleidsplan van het ministerie van Onderwijs, bevat nastrevens- NASSAULAAN 6 waardige ambities. De realisering van deze ambities heeft echter heel 2514 JS DEN HAAG TELEFOON 070 310 00 00 wat voeten in de aarde. Dit stelt de Onderwijsraad in zijn advies Ho- FAX 070 356 14 74 ger onderwijs: meer kenniswerkers en betere kennisbenutting dat is E-MAIL SECRETARIAAT@ONDERWIJSRAAD.NL aangeboden aan de staatssecretaris van Onderwijs.
WEBSITE WWW.ONDERWIJSRAAD.NL Het HOOP wil komen tot meer hoogopgeleiden, betere benutting van kennis (bijvoorbeeld meer uitwisseling van kennis tussen hoger onderwijs en be- drijfsleven) en versterking van de internationale positionering van Nederland. Deze ambities kunnen in de ogen van de raad bijdragen aan Europese doel- stellingen voor het realiseren van een concurrerende en dynamische kennis- economie (Lissabon-akkoord, 2000). Juist die doelstellingen ziet de raad als hét uitgangspunt voor verdere beleidsontwikkeling in het hoger onderwijs. Daarbij gaat het om het tot stand brengen van duurzame economische groei en sociale cohesie.
De raad onderschrijft dus de ambities uit het HOOP, maar plaatst hier en daar kanttekeningen of doet nadere voorstellen. De uitwerking van de ambities laat nog veel vragen open. En gezien de reële daling van de rijksbudget, vraagt de raad zich af of de ambities realiseerbaar zijn. De raad ziet wat dat betreft drie opties: de daling van het budget tot staan brengen, de omvang van de private bijdragen verhogen of de ambities bijstellen. Die laatste optie heeft echter zeker niet zijn voorkeur.
Om tot meer hoogopgeleiden te komen, vindt de raad het behoud van stu- denten ofwel het tegengaan van uitval minstens zo belangrijk als het werven van meer studenten. Door een gevarieerder aanbod van opleidingen aan te bieden ­ van kort tot lang, van basis- tot topniveau ­ kunnen onderwijsinstel- lingen meer, verschillende type studenten aantrekken én binnenhouden. Voor een grotere instroom van studenten is meer aandacht nodig voor relatief nieuwe doelgroepen, zoals mensen uit milieus waar traditioneel weinig wordt gestudeerd en mensen die op latere leeftijd willen studeren. Bevordering van een levenslang leren is daarbij cruciaal. Of een vorm van differentiatie van collegegeld, zoals het HOOP voorstaat, ook effectief is voor het beïnvloeden van de instroom, is lastig om op voorhand te zeggen. De raad onderschrijft dat meer ruimte maken voor talent wenselijk is. Echter, de suggestie uit het HOOP om een `Nederlandse Harvard' na te streven, is vooralsnog een brug te ver. De financiële ruimte die het HOOP (publiek en privaat) daarvoor schept is verre van toereikend. Alleen op Europees niveau, waarbij een belangrijke rol is weggelegd voor het Nederlandse onderwijs, is het wellicht mogelijk de concurrentie met de Verenigde Staten aan te gaan.

KENMERK

20040136/762 Pagina 2

De raad wijst er tot slot op dat de problemen rond de waardering van hbo- diploma's in het buitenland, in samenhang met een herkenbare indeling van onderwijsinstellingen in het hoger onderwijs, dringend om een oplossing vragen. Het komende EU-voorzitterschap ziet de raad als een mooie gelegen- heid om onder meer dit vraagstuk aan te pakken.