Ingezonden persbericht

Peijs informeert kamer onjuist over bergingsproblematiek

ZOETERWOUDE, 20040326 -- In de (plenaire) Tweede Kamervergadering van 16 maart 2004, inzake de aanhoudende bergingsproblematiek, heeft Minister Karla Peijs (Verkeer en Waterstaat) de Tweede Kamer diverse malen onjuiste informatie verstrekt om de Kamer tot terughoudendheid aan te sporen en wellicht de besluitvorming NMA en de publieke opinie te beinvloeden. Dit tot verbijstering van tientallen aanwezige bergingsbedrijven en brancheorganisaties die door deze voorbarige uitspraken de toekomst van hun bedrijven zagen verdwijnen.


De letterlijk genoteerde uitspraken:
"De gunningen voor de afzonderlijke alarmcentrales zijn afgerond"
"De ontheffingsaanvraag SIMN is door de NMA op 4 maart in principe verleend, naar verwachting zal zij op 1 april definitief worden"
"De NMA heeft de ontheffing verleend, het ligt ter visie en gaat op 1 april in werking"
"de NMA is volstrekt onafhankelijk, er is een gunning"
"nu gaat er op 1 april een systeem in werking" en "vanaf 1 april is er een mooi systeem"

Feitelijke onjuistheden waarmee bij de beantwoording van Kamervragen van S. Dijksma, M. Hermans en R. Luchtenveld en bij de reactie op 3 door voornoemde Kamerleden ingediende moties, de Kamer verkeerd is voorgelicht.

Er is geen NMA-besluit. Er is helemaal geen concrete verwachting mogelijk. De Minister mag niet vooruitlopen op besluitvorming door de NMA. De Minister wist dat haar uitspraken niet konden worden gestaafd. Met deze uitspraken poogt de Minister de besluitvorming (in dit lopende dossier) van de Nederlandse Mededingingsautoriteit te beinvloeden.

Op 4 maart heeft de NMA een verlengingsaanvraag tot ontheffing gepubliceerd. Deze aanvraag, No. 3823, ligt vanaf die datum 4 weken ter inzage en visie ( tot 1 april). De NMA heeft helemaal nog geen ontheffing verleend. En heeft op een mogelijk besluit ook geen voorschot genomen. Dat maakt de uitspraken suggestief.

Op donderdag 19 maart heeft de BVB, Branchevereniging voor Bergingsbedrijven, bij de NMA (de heer A.J.M. Kleijweg), hierover opheldering gevraagd. De NMA heeft aangegeven dat de uitspraken in strijd zijn met de status van de aanvraag en dat een heel snel besluit, gezien de wettelijke termijnen van inzage en visie, niet te verwachten valt. De NMA heeft haar zienswijze diezelfde dag aan het Ministerie doorgegeven. Door herhaaldelijk stellig te suggereren dat alles rond was heeft de Minister, in dit cruciale debat, over een voor haar zeer bekend dossier, getracht de Kamer gerust te stellen en per 1 april haar idee door te voeren. Zij heeft daarbij de Motie Dijksma ontraden, de Motie Hermans geprobeerd te ontkrachten; op de Motie Luchtenveld heeft de Minister nauwelijks gereageerd terwijl juist de VVD in totaal nu 3 moties hierover heeft ingediend.

De vermeende rugdekking (van een nog niet afgegeven NMA-besluit) heeft het debat ernstig vertroebeld waardoor een bijna oneigenlijke discussie is gevoerd. Ook heeft de Minister haar bezorgdheid geuit dat het aannemen van de Motie Dijksma tot uitstel/afstel van de Nieuwe Bergingsregeling zou leiden en dat daarmee het risico van "een puinhoop" (per 1 april) wordt genomen. Ook dit is niet geheel juist.

Sinds de Minister de portefeuille Verkeer en Waterstaat heeft overgenomen heeft zij bij herhaling, mondeling en schriftelijk, de verzekeraars gevraagd een ander model bergingsinrichting te kiezen. Zij heeft alarmcentrales gevraagd, mede op verzoek van de Tweede Kamer, tot openbare aanbesteding over te gaan. De verzekeraars/alarmcentrales hebben zich hier op geen enkele manier aan gestoord. Aan de hand van de nu bekende gunningen kan worden vastgesteld dat door de verzekeraars 50 tot 70 bergingsbedrijven worden weggesaneerd. Deze ernstige en bewuste dwaling zal leiden tot rampzalige gevolgen voor de branche en daardoor tot ernstige vermindering van de verkeersveiligheid en doorstroming. Wij waarderen de inzet van de motieindieners PvdA, VVD en LPF waarbij naast de maatschappelijke belangen ook het midden en klein bedrijf niet wordt vergeten.

De opstelling van deze Minister zorgt ervoor dat de hulpverlening aan verkeersslachtoffers op korte termijn zeer ernstig in het geding is. De Branchevereniging voor Bergingsbedrijven ziet dit al veel langer aankomen en heeft hierop geanticipeerd door een goed doordacht noodplan te ontwerpen, dat inmiddels breeduit gecommuniceerd is. Het valt voor de weggebruikers en de bergingsbranche te hopen dat de Minister op haar schreden terug keert en dit praktische noodplan per omgaande in werking stelt. Spoedoverleg met Minister Remkes (Politie) is hier noodzakelijk

Branchevereniging voor Bergingsbedrijven
Mart van Marwijk, Voorzitter