Sociale waarden vanuit levensbeschouwing, cultuur en opvoeding
De spanning tussen gedrag en culturele identiteit
Komend jaar staat het thema zelf denken samen leven centraal bij het
Humanistisch Verbond. Het is een - bestaande - vertaling van het
onderwerp sociale betrokkenheid en individualisme waarover u in Humus
4/2003 meer heeft kunnen lezen. Dit abstracte thema is onderverdeeld
in een aantal deelthema's, waaronder sociale waarden vanuit
levensbeschouwing, cultuur en opvoeding. Tenslotte, waarden en normen
worden bepaald onder invloed van allerlei aspecten. Voor het thema
sociale waarden vanuit levensbeschouwing, cultuur en opvoeding kan dit
betekenen dat we het niet alleen over waarden als zodanig gaan hebben,
maar vooral over situaties waarin waardeconflicten en het concrete
gedrag aan de orde zijn. Maar er zijn nog meer spanningsvelden. Wat
wil het woordje `vanuit' eigenlijk zeggen? Aan wat of wie moeten we
denken als we het over `cultuur' hebben? En wie of wat bepaalt dit?
Waarden, normen en de last van het gedrag
Het zal u niet zijn ontgaan dat er in de samenleving ongerustheid
bestaat over de overdracht van waarden en normen. Een groot aantal
maatschappelijke problemen, waaronder het gevoel van onveiligheid,
gevallen van `zinloos geweld' en het al dan niet mislukken van de
integratiebeleid, lijken iets te maken te hebben met waarden en
normen. Of beter, met het ontbreken van gezamenlijke waarden en
normen. Wat heeft een humanist hier over te vertellen? Welke waarden
vinden we belangrijk en aan welke waarden is een gebrek? Waarden zijn
belangrijk, normen ook. Daar zijn we het direct over eens.
Niet zolang geleden heeft de Wetenschappelijke Raad voor het
Regeringsbeleid een onderzoeksrapport geschreven, met de titel
Waarden, normen en de last van het gedrag. De WRR laat in dit rapport
de spanning zien tussen waarden en gedrag. Uit het onderzoek van de
WRR blijkt interessant genoeg dat Nederlanders een opvallende
gelijkmatigheid vertonen voor wat betreft waarden en normen. We vinden
eigenlijk allemaal wel ongeveer hetzelfde. Toch hebben we het idee dat
we niet altijd uiting geven aan belangrijke sociale waarden. Hoewel we
dus ongeveer dezelfde waarden onderschrijven, is het schijnbaar ook
redelijk normaal om deze waarden niet in concreet gedrag om te zetten.
Dit is op zich niet zo verwonderlijk. Hoe een bepaalde waarde in
praktijk uitpakt, wordt pas duidelijk in een concrete situatie. En in
concrete situaties zijn bijna altijd meerdere waarden aan de orde,
waarden die onderling kunnen botsen en dat vaak ook doen. Zo kan ik
het belangrijk vinden om mezelf vrij te bewegen en daartoe een auto
aanschaffen, terwijl ik een schoon milieu en rust ook waardevol vind.
De WRR wijst erop dat in de samenleving waardeconflicten aan de orde
kunnen zijn - bijvoorbeeld vanwege een verschil in culturele of
sociale achtergrond - maar dat het probleem vooral ligt in de
vertaling van waarden naar concreet gedrag.
Benhabib: The Claims of Culture
Ook Seyla Benhabib, politiek filosofe aan de Yale University in
Amerika, ziet spanningen tussen waarden, gedrag en de interpretatie
van daarmee samenhangende begrippen. Benhabib geeft in haar laatste
boek The Claims of Culture aan dat er spanningen kunnen ontstaan
tussen `universele waarden' en `culturele waarden'. De term
`universeel' moeten we in haar theorie niet begrijpen als waarden die
altijd en overal geldig zijn maar als waarden die we als
wereldgemeenschap onderschrijven via een democratische (politieke en
publieke) dialoog. Ze gebruikt hiervoor dan ook het woord
`kosmopolitisch'. Interessant is dat Benhabib niet zozeer de relatie
tussen het individu en de samenleving, noch tussen waarden en gedrag,
maar tussen een `culturele groepsidentiteit' en de `wereldgemeenschap'
problematiseert. Volgens Benhabib kunnen we een deel van de actuele
politieke vraagstukken begrijpen, door aandacht te besteden aan de
spanning tussen culturele identiteiten en de identiteit die ieder
individu als wereldburger heeft.
Het belangrijkste punt dat Benhabib in The Claims of Culture maakt,
hangt samen met het begrip `culturele identiteit'. Culturele
identiteit wordt vanuit onze geschiedenis vaak ingevuld via
territoriale grenzen, meestal die van landen. Dit wil zeggen dat een
bepaalde groep mensen bij elkaar hoort op basis van territoriale
grenzen (bijvoorbeeld Nederlanders). Deze territoriaal bepaalde
identiteit is gelijktijdig een culturele identiteit. Je culturele
identiteit (waarden en normen, idealen, religie, levensbeschouwing
etc.) wordt bepaald door het land waar je woont. Het is natuurlijk ook
mogelijk dat een culturele identiteit zich vormt op basis van een
andere begrenzing, bijvoorbeeld die van religie of een
afscheidingsbeweging binnen een land. Maar ook hier wordt culturele
identiteit begrepen als groepsidentiteit.
Wat betekent het nu eigenlijk om een `groepsidentiteit' te hebben in
een wereld die steeds `kleiner' wordt, waarin mensen reizen, andere
culturen leren kennen, immigreren en emigreren en wereldwijd handel
drijven? Dit `kleiner' worden van de wereld wordt vaak globalisering
genoemd. Globalisering of mondialisering betekent dat er op allerlei
terreinen grenzen aan het vervagen zijn die een halve eeuw geleden nog
als normaal werden aangenomen. Mensen zijn flexibeler - of worden
geacht flexibel te zijn - voor wat betreft bijvoorbeeld hun werk en
woonplaats. Het proces van grensvervaging en grensverandering zoals we
die in de 21^e eeuw kennen, is wat Benhabib betreft zowel ethisch
gezien relevant, als belangrijk voor het idee van `culturele
identiteit'. Ze pleit ervoor om culturele identiteit niet zozeer in
termen van groepsidentiteit maar eerder in termen van wereldidentiteit
te omschrijven. Dit wil onder meer zeggen dat je als mens in staat
moet worden gesteld je vrijelijk te bewegen tussen verschillende
culturen en dus ook tussen verschillende waarden en normen. Haar
pleidooi heeft ook een politiek doel. Mondialisering is immers niet
zomaar een proces dat zonder problemen verloopt, het gaat gepaard met
vormen van antimondialisering. Groeperingen die zich bedreigd voelen
in hun culturele identiteit gaan nationalistisch en soms
fundamentalistisch gedrag vertonen. Hoewel dit historisch gezien een
`normaal' proces is, moeten we er volgens Benhabib voor zorgen dat
verschillende culturen hun individuele leden de kans geven om zich ook
los van hun groepsidentiteit te ontwikkelen. Bijvoorbeeld door bij
andere culturen en levensbeschouwingen te rade te gaan, hiervan te
leren en eigen keuzes te maken.
Benhabib vindt het problematisch om culturele identiteit te koppelen
aan groepsidentiteit. Ze meent dat culturele (groeps-)identiteit in
onze wereldgemeenschap eigenlijk altijd gevoed moet worden door
kosmopolitische waarden die ze met name omschrijft in termen van
`menswaardigheid'. Hoewel je binnen een cultuur opgroeit, zijn er
bepaalde idealen die we als wereldgemeenschap belangrijk vinden en dus
ook binnen iedere afzonderlijke cultuur moeten gelden. Wat Benhabib
betreft - en dit is misschien wel het belangrijkste - kun je eigenlijk
ook geen vastomlijnde `culturele groepsidentiteit' vaststellen. Een
cultuur wordt altijd gevoed door andere culturen en laat daarbij ook
altijd interne conflicten zien. Daarom kan het problematisch zijn als
een beperkte groep mensen probeert vast te leggen wat de eigen cultuur
`is' en wie er precies bij hoort (en wie niet). In Nederland zou dit
zowel voor bijvoorbeeld Balkenende gelden (Nederlandse waarden en
normen) als voor een moslimvertegenwoordiger die wil bepalen wat
`moslim-zijn' is (en wat niet).
Wat is hier nu voor het Humanistisch Verbond belangrijk aan? Het is
goed om in samenspraak met de ideeën van Benhabib een flexibele
opvatting van cultuur en culturele identiteit te hanteren. Sociale
waarden vanuit levensbeschouwing, cultuur en opvoeding betekent dan
dat je bekend raakt met je eigen cultuur maar ook dat we cultuur gaan
begrijpen als iets dat in beweging is, interne conflicten toont en
geen vaste, starre grenzen heeft. Vervolgens zouden individuen in
staat moeten worden gesteld zich vrijelijk te bewegen en op onderzoek
uit te gaan, uiteraard met inachtneming van kosmopolitische waarden.
Dit geldt zowel voor Nederlanders binnen de Nederlandse cultuur als
voor niet-Nederlanders die hun eigen cultuur meebrengen.
Benhabib is vooral interessant omdat ze de dialoog in een samenleving
belangrijk vindt maar hierbij wel aanmerkt dat `menswaardigheid' en
respect voor de persoon altijd voorwaarden zijn. Er zijn met andere
woorden bepaalde ethische uitgangspunten die we als kosmopolitisch
omschrijven en die dus volgens Benhabib overal zouden moeten gelden.
Denk hierbij aan mensenrechten, de gelijkwaardigheid van man en vrouw
en de bescherming van kinderen. Maar hoe deze waarden precies
uitpakken kan alleen vastgesteld worden door met elkaar in overleg te
gaan. Een dialoog waarbij iedereen die betrokken is kan participeren
(Benhabib noemt dit `deliberatieve democratie', ze laat zich - voor de
geïnteresseerden onder u - vooral door Habermas in combinatie met
feministische auteurs inspireren). Benhabib laat ook zien dat de
zorgen over de overdracht van waarden en cultuur niet uit de lucht
komen vallen. Deze zorgen kunnen bekeken worden in relatie tot het
proces van mondialisering en antimondialisering, ofwel, grensvervaging
en het belangrijker worden van culturele grenzen, met alle positieve
en negatieve consequenties van dien. In deze context zal het humanisme
evenals Benhabib een evenwicht moeten vinden tussen de wens om je
culturele identiteit te waarderen maar gelijktijdig het individu de
ruimte te laten op onderzoek te gaan, los van een groepsidentiteit en
los van mensen die beweren namens een groep te spreken. Met een beetje
fantasie kun je dit vertalen naar zelf denken samen leven.
Esther Wit
---
Humanistisch Verbond