Partij van de Arbeid


Den Haag, 29 maart 2004


Vragen van het lid Klaas de Vries (PvdA) aan de minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie en de minister van Buitenlandse Zaken over de legalisatie en verificatie van vervangende geboortebewijzen in Nigeria en Ghana


Herinnert u zich de eerder gestelde vragen over het toelaten van alternatieven voor een geboortebewijs?


Wat is uw reden geweest om in het specifieke geval waarnaar in de eerdere vragen naar is verwezen, alsnog een verblijfsvergunning te verlenen nadat de afwijzing van de aanvraag is gesanctioneerd door de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State en er dus een onherroepelijke rechterlijke uitspraak was?


Is het waar dat in Nigeria en Ghana zeer weinig geboortegegevens, bijvoorbeeld geboortedata, worden bijgehouden door instellingen als kerken, scholen en ziekenhuizen?


Is het waar dat vervangende geboortebewijzen afkomstig uit Nigeria en Ghana niet worden gelegaliseerd door de Nederlandse vertegenwoordiging in die landen, omdat de geboortegegevens niet kunnen worden bevestigd door bijvoorbeeld inschrijving op scholen en kerken?


Hoe kunnen de gegevens die in het vervangende geboortebewijs staan aangegeven, worden geverifieerd indien er geen volledige gegevens, bijvoorbeeld geboortedata, bekend zijn bij de bovengenoemde (of andere) instellingen?


Kunt u aangeven welk percentage van de vervangende geboortebewijzen afkomstig uit Nigeria en Ghana, wordt gelegaliseerd na een inhoudelijke verificatie?


Welke consequentie heeft het niet legaliseren van vervangende geboortebewijzen? Kan dit betekenen dat Nederlanders hun partner dan wel echtgenoot niet kunnen laten overkomen uit Nigeria en Ghana, terwijl wel aan de overige voorwaarden voor gezinsvorming dan wel gezinshereniging wordt voldaan? In hoeverre acht u deze praktijk in strijd met artikel 8 van het Europees Verdrag inzake de Rechten van de Mens?




Aanhangsel Handelingen, nr. 8, 2003-2004

---- --