Openbaar Ministerie

29 maart 2004

Drie verdachten voor kinderrechter wegens verkrachting

Heden zijn drie minderjarige verdachten voor de kinderrechter geweest die op 16 oktober 2003 betrokken waren bij de verkrachting van een 17-jarige vrouw. De verkrachting werd destijds door de verdachten op video gezet. De officier van justitie heeft aan de kinderrechter een veroordeling gevraagd voor de volgende ten laste gelegde feiten:
* Medeplegen verkrachting;

* (Medeplegen) feitelijke aanranding van de eerbaarheid;
* Diefstal met geweld en/of afpersing;

* (Medeplegen) vernieling;

* Openlijke geweldpleging.

Afhankelijk van hun aandeel heeft de officier de volgende eisen geformuleerd. Voor een 16-jarige verdachte 24 maanden jeugddetentie waarvan 4 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar; voor de andere 16-jarige verdachte 18 maanden jeugddetentie en plaatsing in een jeugdinrichting (PIJ) en tenslotte voor de nu 15-jarige verdachte (ten tijde van de verkrachting 14 jaar) 12 maanden jeugddetentie waarvan twee maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar.