Universiteit van Utrecht

Persbericht Universiteit Utrecht

29 maart 2004

Universiteitshoogleraar Paul Schnabel houdt oratie

Een eeuw van verschil

In 1900 was Nederland nauwelijks kleiner dan het nu is, maar op dat bijna gelijke oppervlak wonen nu drie keer zoveel mensen in zes keer zoveel huizen, met duizend keer zoveel fietsen en zevenduizend keer zoveel auto's. Het spoorwegnet had al ongeveer de omvang die het nu heeft maar toen ging het om 15 miljoen reizigers per jaar en nu om meer dan 300 miljoen. Het nationale inkomen is in euro's bijna 500 keer zo hoog geworden en zelfs als er rekening wordt gehouden met prijsveranderingen en inflatie zijn we per hoofd van de bevolking nu nog altijd minstens vijf keer zo rijk als in 1900. Het zijn conclusies die prof. dr. Paul Schnabel trekt in zijn oratie als Universiteitshoogleraar aan de Universiteit Utrecht op dinsdag 30 maart.

Wat in 1900 alleen bereikbaar was voor de bovenste tien tot twintig procent van de samenleving, is in 2000 eigenlijk gewoon geworden voor bijna iedereen. Een goed huis, goede voeding, goede kleding, goede gezondheidszorg en goed onderwijs is in principe voor iedereen gelijk bereikbaar.

In zijn historische vergelijking van twee eeuwwendes schetst Schnabel de ontwikkeling van het gelijkheidsprincipe in de Nederlandse samenleving van de 20e eeuw, in het bijzonder de rol van het gelijkheidsdenken in politiek en beleid. Naast de feitelijke resultaten die in honderd jaar tijd zijn behaald, is vooral opmerkelijk dat het streven naar gelijkheid - in tegenstelling tot wat cultuurpessimisten voortdurend beweerd hebben - niet heeft geleid tot een toenemende uniformiteit, maar juist tot een grote mate van pluriformiteit.

Individu

Hoewel het gelijkheidsstreven ook in de 21ste eeuw nog een rol zal blijven spelen - er zullen altijd relatieve achterstandsgroepen zijn - zal de belangrijkste uitdaging volgens Schnabel toch bestaan uit het bieden van kansen aan de vrijheid van het individu binnen het kader van het gelijkheidsideaal. Daarbij zal het individu meer verantwoordelijkheid nemen voor het eigen leven en naast de collectieve voorzieningen ook steeds meer gebruik maken van door hem- of haarzelf gekozen en betaalde commerciële voorzieningen.

Schnabel

Paul Schnabel (1948) werd op 1 december 2002 door het College van Bestuur benoemd tot universiteitshoogleraar aan de Universiteit Utrecht. De thuisbasis van Schnabel in Utrecht is de Utrechtse School van Bestuurs- en Organisatiewetenschap. Hij bekleedt deze positie (1 dag per week) naast zijn functie als directeur van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) waar hij vanaf 1998 werkzaam is. Schnabel was eerder onder meer Decaan van de Netherlands School of Public Health, hoogleraar Klinische Psychologie in Utrecht en hoofd onderzoek van het Nederlands Centrum Geestelijke Gezondheidszorg. Schnabel studeerde sociologie in Utrecht en Bielefeld, en promoveerde in Rotterdam. Schnabel is lid van vele adviescommissies en is verder actief columnist in onder meer NRC-Handelsblad en Financieel Dagblad.

Universiteitshoogleraar

Aan de Universiteit Utrecht kunnen excellente wetenschappers benoemd worden tot Universiteitshoogleraar. Een Universiteitshoogleraar krijgt alle academische vrijheid om onderzoek naar zijn of haar keuze uit te voeren en om onderwijs te geven, bijvoorbeeld in de vorm van masterclasses. De Universiteit Utrecht heeft momenteel zes universiteitshoogleraren.

Journalisten zijn van harte uitgenodigd de oratie bij te wonen. Aanmeldingen hiervoor graag vooraf via onderstaande voorlichter.

Dinsdag 30 maart 2004 om 16.15 uur

Academiegebouw, Domplein 29, Utrecht

'Een eeuw van verschil'

Oratie prof.dr. Paul Schnabel, Universiteitshoogleraar

De tekst van de oratie is vanaf dinsdag 30 maart 16.15 uur te downloaden via het persbericht op www.uu.nl/nieuws

Voorlichter Johan Vlasblom (030) 253 4073, j.vlasblom@csc.uu.nl